Geïllustreerde flora van Nederland
(1909)–Eli Heimans, Hein Willems Heinsius, Jac. P. Thijsse– Auteursrecht onbekendHandleiding voor het bepalen van de naam der in Nederland in het wild groeiende en verbouwde gewassen en van een groot aantal sierplanten
Kardinaalsmutsfamilie.
| ||||||||||
Geslachtentabel.
| ||||||||||
Geslacht: Kardinaalsmuts, Evonymus.1
| ||||||||||
2
| ||||||||||
| ||||||||||
3
De heester heeft zoowel mannelijke als vrouwelijke en tweeslachtige bloemen in alle combinatiën (7 mogelijkheden: mannelijk; vrouwelijk; tweeslachtig; mannelijk en tweeslachtig; vrouwelijk en tweeslachtig; mannelijk en vrouwelijk; mannelijk, vrouwelijk en tweeslachtig) Een dikke schijf op den bloembodem zondert overvloedig honing af, die door allerlei insekten, vooral door vliegen en kevers wordt opgelikt. Bloemenklasse: A. De roode vruchten vallen gemakkelijk in 't oog, vooral wanneer de zaden, gehuld in hun oranje zaadmantel, aan witte draden er uit hangen. Ze worden gegeten door de verschillende lijstersoorten, spreeuwen en roodborstjes, die zoodoende de plant uitzaaien. Door rijkelijk wortellot houdt de plant zich staande zelfs in streken, waar zeer veel konijnen den boomgroei bijna onmogelijk maken. De jonge takken vormen in het tweede jaar vier overlangsche kurklijsten, daardoor worden ze vierkant. Later, | ||||||||||
als de kurkvorming zich om den heelen tak heeft uitgebreid, worden ze weer rond. | ||||||||||
Geslacht: Pimpernoot, Staphylea.
De bloemen hebben tegelijk rijpe meeldraden en rijpe stempels (homogame bloemen) en worden bezocht door vliegen. De groote blaasvruchten worden door den wind verspreid, bij vrij staande heesters tot op een afstand van ongeveer 30 M. | ||||||||||
Aanteekeningen. |
|