Al de kinderliederen(1861)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 131] [p. 131] De wijnrank. Gij, arme wijnrank! lig je daar Zoo vuil te slingren langs den grond? Wat zijn uw druifjes klein en naar, Onrijp, en zeker ongezond! Kom, als ik je aan de schutting bond, Dan raakte je misschien weêr klaar. - Neen! 'k vrees, mijn kind! 't is nu te laat.... Wanneer dat iemand had gedaan, Toen 'k jong en sterk was - en in staat Om frisch mijn ranken uit te slaan, Dan zou ik nu vol vruchten staan, Zoo zoet en geurig als muskaat. Och! 't gaat me als menig' armen man, Die niet in tijds geholpen wordt: Die hulp komt later soms - maar dan Schiet moed en lust en kracht te kort.... Steun dus de wijnrank eer zij dort, En d'Arme, wen 't nog baten kan. - Vorige Volgende