Al de kinderliederen(1861)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 132] [p. 132] Bloemen en vogels. De kleine bloempjes op de heide, De kleine vogels in het nest, Zij hebben 't óók niet altoos best, Maar worden dan toch groot op 't lest... De Heer des Hemels zorgt voor beide; En dikwijls waakt een vrome hand Voor vogelijn en heideplant. Dàn kunnen ze onbekommerd groeijen En krachten putten uit den nood: Des vogels lied juicht: ‘God is groot’!... De plant geeft bloesems, wit en rood, En zoete geuren onder 't bloeijen; En beide danken God den Heer, En wie hen kweekte, Hem ter eer. Gij knapen, meisjes, dartle kleenen! Gij wilde vogels, plantjes teêr! Ook u beschermt des Hemels Heer; Zijn Geest daalt in de harten neêr, Opdat ze u hulp en schuts verleenen. o Zingt en bloeit dan Hem ter eer, Gij wilde vogels - plantjes teêr! Vorige Volgende