Al de kinderliederen(1861)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 127] [p. 127] Gebroken. Dat ruikertje staat mooi genoeg, 't Staat allerliefst.... o maagdelijn! Maar weet ge wel, dat morgen vroeg De geur en kleur verwelkt zal zijn? Och! dat gij niet méér meêlij hadt Met zooveel kostlijk bloesemblad! Zoo 't bloempje op stam gebleven was, Het waar' misschien tot vrucht gegroeid, En zelfs met water in een glas Had het nog dagen lang gebloeid; Maar nu - een uur of wat - hoe kort! En 't arme bloempjen is verdord. Zoo is 't ook met des levens vreugd!.... Wie al te veel op eens begeert, Die ziet al spoedig, lieve jeugd! Hoe gaauw 't verflenst is en verteerd! Verlangt gij, dat er vrucht van koom?... Zoo breek de bloem niet van den boom. Vorige Volgende