Al de kinderliederen(1861)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 99] [p. 99] Broodkruimels. Wat pikt er tegen 't vensterglas, Alsof het vroeg: doe open! - Zoo 't eens die kleine vogel was, Die 'k op de plaats zag loopen! Och ja! daar zit hij, koud en stram; Hoe sjilpt hij om wat eten.... Och, dat ik nu mijn boterham Maar niet had opgegeten! Of had ik al de kruimels maar, Die Moeder weg moest vegen, Dan was het arme diertje klaar En ik stond niet verlegen! - Och, Moeder! help mij uit den nood, En 'k zal het nooit vergeten, Dat ook geen krûmmeltje van brood Mag worden weggesmeten. Vorige Volgende