Den hof en boomgaerd der poësien
(1969)–Lucas de Heere– Auteursrechtelijk beschermdLIaant. Epitaphie van M. Cornelius grapheus. Dialo.Ga naar voetnootTitel1[regelnummer]
A Wat lijc is dit, dwelc al dees lien volgen naerGa naar voetnoot1
Bisonder schilders, met grooten rauwe voorwaer
B Elaes tis Grapheus, heur docteur excellent.Ga naar voetnoot3
A Waerom en luden de clocken dan niet allegaer?
5[regelnummer]
B Om dat van hem gheruchts ghenough is hier ontrent
A Hoe comt dat hi niet meer tortsen en heeft ten hent,Ga naar voetnoot6
Ghelijc dit een ghemeen cerimoniael besluut is?Ga naar voetnoot7
B Op dat deur de duusterheit, soude sijn bekent
Dat het licht van alle dese neerlanden uut is.
| |
[pagina 57]
| |
Ga naar margenoot+LIIaant. Van Pieter Carbonier, wijlent Burgemeester ende Rentmeester der stede vander Vere.
Fama spreect.
1[regelnummer]
Hier voren light begrauen, die noch in leuen is,Ga naar voetnoot1
Pietre Carbonier: wiens lichaem dat ghegeuen isGa naar voetnoot2
(Deur Atropos rigeur) der aerden vander kercken:Ga naar voetnoot3aant.
Maer deur mi in onsterflickheit hy verheuen is
5[regelnummer]
Als een peerle onder alle Gods wonder wercken.Ga naar voetnoot5
Want in zinen tijd was hi een man (maghmen mercken
An tzuchten van velen) die elcken assisteerdeGa naar voetnoot7
Med zijn gauen. En was milde tot leeck en clercken:Ga naar voetnoot8
Excellent ingien, in tghuent dat hi componeerde:Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Natuerlic Poëet, oock die elcken recreëerdeGa naar voetnoot10
Med zijn bequaemheit dies elc zocht zijn presentie.
Somma meest alle ingienen hi verre passeerde:Ga naar voetnoot12
Maer meer vter natueren, dan deur scientie.Ga naar voetnoot13
Hi hadde inde memori' zulcke excellencieGa naar voetnoot14
15[regelnummer]
Dat hijt al onthielt, wtghenomen t'onghelijcGa naar voetnoot15
Datmen hem dede, dies hi in preëminencieGa naar voetnoot16
Med rechten verheuen was. Och! nu is hi slijcGa naar voetnoot17
Spijse der wormen, tot dat de ziel publijcGa naar voetnoot18
Med d'lichaem zal in onsterflicheit versamenGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
Deur Gods graci': die ons daer al bringhe Amen.
| |
LIIIaant. Epitaphie van me Vrauwe van Vinderhaute.
Den aermen spreect.Ga naar voetnootTitel
1[regelnummer]
Och aerme meinschen, wat zijn wy nu quijteGa naar voetnoot1
An tsteruen van deze recht edel vrauweGa naar voetnoot2
| |
[pagina 58]
| |
Ga naar margenoot+Ons alder moeder:Ga naar voetnoot3
Die ons in den nood, t'onzen apetijteGa naar voetnoot4
5[regelnummer]
Med alle middels halp, als de ghetrauwe
Van God ons behoeder.Ga naar voetnoot5-6
Waer om naemt ghy heere, die zijt ons voeder,
Van de weerelt zulc een goed instrumentGa naar voetnoot8
Voor al dat gheboren leeft?Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Och groote gheesel (al zijn wy dies vroeder)Ga naar voetnoot10
Voor ons, ia gheel de stede van GhendtGa naar voetnoot11
Die dit verloren heeft!
Volghd dees vrau in dien ghi voor Gods thoren beeft:
(O rijcke) in haer dat ghy b'hoorde te zijne
15[regelnummer]
Mueghdi contemplerenGa naar voetnoot14-15
Den rijcdom (sprac zi) ons God te voren gheeftGa naar voetnoot16
Om dien als dienaers tot allen termyne
D'aermen t'administreren.Ga naar voetnoot17-18
Zi was droufue als zi den dagh zagh passeren
20[regelnummer]
Sonder haer mildheit, uut Godlicker vreesen,
Te betooghen zaen.Ga naar voetnoot20-21
Zi bezette med haer Man, waerd t'estimeren,Ga naar voetnoot22
Onderhaut van aermen we'wen, en weesenGa naar voetnoot23
D'welc veel goeds heeft ghedaen.
25[regelnummer]
Hoe veel vroom mannen zijnder op ghestaenGa naar voetnoot25
Van diese tot sFraters hebben doen leeren
Deur haer eeuwigh bezet?Ga naar voetnoot26-27aant.
Die anders hadden moghen verloren gaen,
Ga naar margenoot+En deur aermoed' in quaed ooc moghen keeren,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Alzoo heeft zi medGa naar voetnoot30
Gheweest van veel dochters quaet een belet,Ga naar voetnoot31
| |
[pagina 59]
| |
Die mids d'aermoede hadden ooc moghen dwalenGa naar voetnoot32
En nu eerbaer blyuen.
Dus verbargh' si haer schatten naer Gods wet,Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
Die haer zullen ontfaen in d'shemelsch palen,Ga naar voetnoot35aant.
Naer Mattheus schryuen.Ga naar voetnoot36
Dees godvruchtighste herte van alle wyuen
Een recht voorbeeld in deughdelicker weerdeGa naar voetnoot38
Van alle edel vrauwen,
40[regelnummer]
Dese schoone blomme heeft men sien beclyuenGa naar voetnoot40
Wt steenland d'welc is soo vruchtbaer een eerde,
Zo goeds aerts te hauwen.Ga naar voetnoot42
Zonder kinders starf zi als wi aenschauwen,
B'haluen dat si ons voor haer kinders hielt
45[regelnummer]
Met meer ander, dits vaste:Ga naar voetnoot45
Die daerom haer hooft met ons dicmaels crauwenGa naar voetnoot46
En zegghen: och dat de doot heeft vernieltGa naar voetnoot47
Die ons soo wel paste.
| |
LIVaant. Epitaphie van M. Cornelius Manilius.1[regelnummer]
Die ander onsterffelic heeft ghemaectGa naar voetnoot1
Is gheraect (elas) int doodelic perket.Ga naar voetnoot2
Neen, hy is niet doot die trecht leuen smaect,Ga naar voetnoot3
En wiens wercken leuen lanx om bet.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Ga naar margenoot+Maer de Custodie leyt hier daer zeer netGa naar voetnoot5
Voortijts veel schoone iuweelen in laghen:
Als gheleertheyt in menigh const' en wet,Ga naar voetnoot7
En den gheest Virgili, oft tsoet ghewaghenGa naar voetnoot8
Van Ouidio. Dit tooght t'allen daghenGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Zijn dicht van d'incomst ons Coninghs te Ghent:Ga naar voetnoot10aant.
| |
[pagina 60]
| |
Die hi daer soo schildert dat, diese zaghen
Zoo wel als deur hem noyt en hebben ghekent:Ga naar voetnoot11-12
Met sijn kele loofd' hy God tot den hent,
Zoo dede hy ooc met zijn hemelsche penne.
15[regelnummer]
D'eerde heeft d'lichaem, God de ziell' excellent:
Maer sijn fame ic allom' hoore en bekenne.Ga naar voetnoot16
| |
LVaant. Epitaphie van Arent Rullens.1[regelnummer]
Ic was een schilder, een goet Poëte bevonden
(Alzo dese consten pleghen te vergarene)Ga naar voetnoot2aant.
Maer veel meer was minen gheest in alle stonden
Gheneghen tot dichten dan om vele t'ontsparene,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Van mijn bevallicheit is veel te verclarene,
Tsi int dichten, pronuncieren met de reste:Ga naar voetnoot6
Maer als ic begonst mijn conste t'openbarene,
Op een stellage spelende de wyse, en de beste,Ga naar voetnoot8
Doen scheen dat ic gheene deghelicheit en meste:Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Zoo wast van alle ander bootsen licht ende zwaer.Ga naar voetnoot10
En so ic de leuende contrefaitte in geste,Ga naar voetnoot11
Zoo wel can ic nu de dooden contrefaicten naer.Ga naar voetnoot12
|
|