Den hof en boomgaerd der poësien
(1969)–Lucas de Heere– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 37]
| |
Ga naar margenoot+Epigrammen, en nieu-iaren | |
XIIIaant. An me Vrauwe van Wackene.1[regelnummer]
Alsmen v me vrauw' siet in d'eerbaer hoeffeninghen,Ga naar voetnoot1
Van velden, bosschen, beemden, vlieghen en der iachtGa naar voetnoot2
En met u Viole hoort by de Muses ooc singhen,
Zidy niet ten rechten voor Diana gheacht?aant.
5[regelnummer]
Wtghenomen dat si dicmaels binnen den nacht,
Duuster wordt, en verandert in ons presentie:aant.
Maer ghy blijft eenvauwigh in v excellentie.Ga naar voetnoot7
| |
XIVaant. An me Vrauwe van Wallebeke.1[regelnummer]
Ic gheue u voor een nieu-iaer met alle meynschen
Van die alderschoonste schoonheit den prijs,Ga naar voetnoot2
Diemen magh dijncken, willen, of weynschen:
Maer welck die is lat' ic in u aduijs.Ga naar voetnoot4
| |
XVaant. An me Vrauwe vanden Nes, Nazaretten & ç.1[regelnummer]
Ic ion' me vrauw' vanden Nes,Ga naar voetnoot1
Dit iaer expres,Ga naar voetnoot2
Dat haer lief magh sijn ontrent,Ga naar voetnoot3
Zoo haer hert is wel present,Ga naar voetnoot4
Waer hy ooc es.
| |
XVIaant. An me Vrauwe d'vtenhoue, van Ypre.1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Wat zoud' ic die van hem selfs niet en heeft
Gheuen u, die hebt al wat excellent is?
| |
[pagina 38]
| |
Maer ic hebbe te weinschen, van diet al gheeft,Ga naar voetnoot3
Dat hy v dit Nieu-iaer zi zoo beleeftGa naar voetnoot4
5[regelnummer]
V gheuende een man die zoo moy en gent is,Ga naar voetnoot5
Als ghy vrauwen zijt in dat v bekent is.Ga naar voetnoot6
| |
XVIIaant. An Marie van Gheldre.1[regelnummer]
V hemelsche hand die maect elcken verbaest,Ga naar voetnoot1
Als een groot miracle buter natueren:Ga naar voetnoot2
Want gheen man en sal voor v winnen haest,Ga naar voetnoot3
Den prijs van schryuen: (O eel creaturenGa naar voetnoot4
5[regelnummer]
Van vrauwen, dat si nu ter goeder huerenGa naar voetnoot5
Verciert sijn, met uwen elen persoon)!Ga naar voetnoot6
Maer als ic ooc anmercke in dese kuerenGa naar voetnoot7
Dat u hand wordt vanden hemelschen Troon
Beweeght en gheleedt, gheue v dan den loonGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Die betaemt een vercoren instrument,Ga naar voetnoot10
Waer deur God hem wonderlic maect bekent.
| |
Ga naar voetnoot+XVIIIaant. An M. Christophle vander Beke, Aduocat.1[regelnummer]
Wt de fonteyn' Castali' is een Beke dalende,aant.
Die de cruyden van desen hof lustigh doet groeyen,Ga naar voetnoot2
Ende voetsel gheeft: want daer an is zi palende,Ga naar voetnoot3
Dats, ic ben van v Beke gheleertheit halende,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Daermede ic mijn Poëetsche cruyden can besproeyen,
Ga naar margenoot+Maer ghelijc de beken altijt vol sijn en vloeyen,
Al scheptmer wat uut, in alzulcker wijs oft zede,
Mindert u excellenti' niet al deel ic mede.Ga naar voetnoot7-8
| |
[pagina 39]
| |
XIXaant. An M. Franchois Florus excellent Schilder.1[regelnummer]
Naer dien ghi deur u Goddelicke scientieGa naar voetnoot1
Appelles name, zo hebt wtgevaegt en verdreuenGa naar voetnoot2
Datmen nu niet meer voor een ghemeen sententie,Ga naar voetnoot3
Alsmen een Schilder wilt den hoogsten titel gheuen,
5[regelnummer]
Hem Appelles en naemt, maer werdt veel meer verheuenGa naar voetnoot5
Met hem by u te ghelijcken' die voor al gaet:Ga naar voetnoot6
Wat hoogher titel dan, can u self zijn toegheschreuen
Dan Florus? waerbi men den grootsten schilder verstaet.
| |
XXaant. An M. François Hieman, ghelaureert Poëte.1[regelnummer]
Ialours Liefhebber van Mineruams camerierenGa naar voetnoot1,aant.
Wilt heur soo pingieren, met u hemelsche penne,Ga naar voetnoot2
Datmen heur proprieteit, wesen ende manieren,Ga naar voetnoot3
End' ooc u excellentie daer uut bekenne.Ga naar voetnoot4
| |
XXIaant. An I. Bauier Docteur inde Rechten.1[regelnummer]
Alzoo ic nu minen thresoor wel onderzochteGa naar voetnoot1
Om eenigh becaem en fraey Nieu-iaer u te gheuenGa naar voetnoot2
Conforme uwen persoon, oft dat u nieu wesen mochteGa naar voetnoot3
En heb' daertoe niet ghevonden oft beseuen:Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Want gh'ebt al dat iemande magh werden toegheschreuenGa naar voetnoot5
Voor loof, licke zaken, die v mochten vercieren.
Dus in d'ste van gheuen, ionne ic v hier beneuen,Ga naar voetnoot7
Ga naar margenoot+Dat dese gauen in u moghen multiplieren.Ga naar voetnoot8
End' alzoo zoud'ic v wel derren certifieren,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Dat ghy in Pallas hof (waer hi noch in wesen)Ga naar voetnoot10
Een plaetse zaudt hebben: ia ansiende u manieren
| |
[pagina 40]
| |
Anvaerdt de harpe, pilen, coker ende pesenaant.
Alreede zuldy zijn voor Apollo ghepresen.Ga naar voetnoot13
| |
Ga naar voetnoot+XXIIaant. An sijn lief, die hy zant heur pourtraiture.1[regelnummer]
Ic zend' u (lief) u figuere presentGa naar voetnoot1
Biddende, neemtse in dancke gheheel,Ga naar voetnoot2
Al en is de conste niet excellent:
Nochtans wild' ic in uws herten tafereel,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Zoo wel gheschildert wesen, met tpinceel
Van Cupido, dien meester verheuen:
Die u in mijn herte schilderde naer d'leuen.Ga naar voetnoot7
| |
XXIII An een ionghe Dochter.1[regelnummer]
Ic schinck u (voor een Nieu-iaer) Katheryne
D'eere van Venus schoonheit oft imaige.Ga naar voetnoot2
Ic make u dan Venus, tot zulcken fine:Ga naar voetnoot3
Dat ghy my laett (in recompence van tmine),Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
An u spelen, Mars figuere oft personnaige.Ga naar voetnoot5aant.
| |
XXIVaant. An M.V.H.1[regelnummer]
D'Audenaerdsche lieden ghemeene:Ga naar voetnoot1
Enconnen egheeneGa naar voetnoot2
Wafelen backen: En waeromme?
Want wegh is nu al haer blommeGa naar voetnoot4
5[regelnummer]
Die sidy alleene.Ga naar voetnoot5
| |
[pagina 41]
| |
Ga naar margenoot+XXVaant. An d'excellente Roseane Poëtersse residerende te Dendermonde.Ga naar voetnootTitel1[regelnummer]
Eer dat ic u kenne (ó Roseane excellent)Ga naar voetnoot1
Hebbe u ghekend, deur Haelsuut eloquentaant.
Die my te Ghend van u beghonste te narreren,Ga naar voetnoot3
Zegghende: daer was een dochter wonende ontrentGa naar voetnoot4
5[regelnummer]
Zijn woonste, welcke in dichten en componerenGa naar voetnoot5
Wonder dede: ia wiens wercken dat passerenGa naar voetnoot6
(Sprack hy) veel manlicke constighe weercken.Ga naar voetnoot7
Dies begonste ic mi (duer zulc aduerteren)Ga naar voetnoot8
Zeer te verwonderen, ende (zoo ghi meughd mercken)
10[regelnummer]
Noch meer te verblien: ziende de const versterckenGa naar voetnoot10
Vereeren en verrijcken deur een maeghd eerbaer,
Die zonder de studie ofte hulpe van cleerckenGa naar voetnoot12
Zonder lettre te kennen componeerd eenpaerGa naar voetnoot13aant.
Schoon spelen, Refereynen, Liedekins, aldaer
15[regelnummer]
Vul van alle gheleerde sententien en leeren.Ga naar voetnoot15
Waer deur ghi uws stads lof (al is si cleene voorwaer)Ga naar voetnoot16aant.
Meer dan of zy Scijpion hadde zuld vermeeren:aant.
Ghelijc Pallas bouen Mars is verre te eeren.Ga naar voetnoot18
Maer op dat ander v licht ooc meughen sien blijnckenGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
En dies haer profijt maken: ooc dat zelue keerenGa naar voetnoot20
Ten prise Gods, wild mi van u dichten schijncken.Ga naar voetnoot21
Op dat ic die verbreedt maecke eer zi mijnckenGa naar voetnoot22
Deur de prente, waer bi sconstenaers lof groeyende isGa naar voetnoot23a
En op dat elc (dit ziende) magh zegghen, oft dijncken
25[regelnummer]
| |
[pagina 42]
| |
Ga naar margenoot+XXVI Roseane an Lucas D'heere.1[regelnummer]
Ghy schrijft tot een die simpel is in de Practijcque,Ga naar voetnoot1
Onwijs aerme gheboren, en noch niet rijckeGa naar voetnoot2
In de conste gheel magher ende teere,Ga naar voetnoot3
Slecht ongheleerd, zoo ghy hier zied publiicke:Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Maer nochtans zendic een groete vriendeliicke
Tot Ghendt an v lieue Lucas d'heere.
Op dat ic wat danckbaerheits weder keereGa naar voetnoot7
Tot u die gherekent ziit onder d'expeerde.Ga naar voetnoot8
Als ic van u hoorde ic schaemde my zeere
10[regelnummer]
Dat was als my Haelsuut van v vercleerde,Ga naar voetnoot10
Ic en hebbe v noynt (meen ic) ghesien op d'eerde
Dan deur uwen brief, danc heb v Ionste:Ga naar voetnoot12
Daer in ghy schriift dat ghi van mi dicht begheerdeGa naar voetnoot13
Dwelc (ic kend) te cleen is en te sober in de conste.Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Ic beminde Rhetorica van dat ic begonste
Die t'handtieren, zonder schriuen of lesen:
Maer sheeren milde graci' (die my begaeft vp tronste)Ga naar voetnoot17
Is op u (Luca) ouervloedigher gheresen.Ga naar voetnoot18
Die ziit onder alle d'artisten ghepresen
20[regelnummer]
Al begheerde van een maeght Rhetoricams lessen:Ga naar voetnoot20
Die in de zulcke niet crachtigh en kan wezen,Ga naar voetnoot21
En die ic deur d'aude lanx om meer moet messenGa naar voetnoot22
Als eene Roose die verdwiint, by gheliickenessen.Ga naar voetnoot23aant.
Nochtans minen gheest in u begheerte verbonden is,Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Want dat my is ghegheuen deur Gods addressen
V van my uut ionsten ionstigh ghezonden is.Ga naar voetnoot25-26:
| |
[pagina 43]
| |
Ga naar margenoot+ XXVII An Ch. C.V Schoonheyt (waer ic cam altoos)
Elc oynt vercoos,Ga naar voetnoot1-2
Gheuende u den prijs hier beneuen,Ga naar voetnoot3
Dus wat can ic u anders gheuen
5[regelnummer]
Dan minen voos?Ga naar voetnoot5
| |
XXVIII An M. de Galleye.1[regelnummer]
Daer zijn nu curts, zommighe deugnieten gevangenGa naar voetnoot1aant.
Om op de Galley' te stellen naer sheeren raet,Ga naar voetnoot2
Waer naer zeker de zelfde niet zeer en verlanghen,
Maer zijn bynaer van anxt en droufheit desperaet.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
En ic gh'eel ter contrarie (op dat ghijt verstaet)Ga naar voetnoot5
Ben drouue, ende mi spijtt, uut zeker waerommenGa naar voetnoot6
Dat ic op de galleye niet en can ghecommen.
| |
XXIX Van de droufheyt eens Quidams.Ga naar voetnootTitel1[regelnummer]
D'wijf eens mans die ic wel kenne, stond laetst in baren,Ga naar voetnoot1
End' eer si wel caut was, sprack hi tot zijn ghevarenGa naar voetnoot2
(Den droufvaert contrefaictende, hi wildet wel weten):Ga naar voetnoot3
Och! ic ben so drouue om mijn wijfken, lieue caren,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Dat icse tot deser tijt niet en can vergheten.
| |
XXX Epigramme van den Caproen.Ga naar voetnootTitel1[regelnummer]
Onder den caproen, maghmen veel bemoen:Ga naar voetnoot1
Dees leelicke mocken caproenen draghen,Ga naar voetnoot2
| |
[pagina 44]
| |
Niet dat de zonne heur hinder sau doen:
Ga naar margenoot+Maer vaer hebbende (so ic can bevroen)Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Oftse eenighe lieden te by besaghen.Ga naar voetnoot5
Menigh schoon aensichtgen (tot elx behaghen)
Steect ooc daer onder staut, fraey en coen,Ga naar voetnoot7aant.
D'welc loerooght en lacht (tgaet zonder vraghen)Ga naar voetnoot8
Onder den caproen.
| |
XXXIaant. Van een Neen, tot een ionghe dochter.1[regelnummer]
Een zoet Neen, end' een weygheren ooc medeGa naar voetnoot1
Verciert met een lagsken, ô schoone maeght,
Dat vought u soo wel, en tis een goe zede,Ga naar voetnoot3
In een teecken dattet my wel behaegt:Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Vseret vry, wie datter ouer claeght,Ga naar voetnoot5
Mi zegghende, neen, laett staen en sitt stille:Ga naar voetnoot6
Maer laett my daerneffens doen dat ic wille.
| |
XXXII Tot eenen zynen vrient.1[regelnummer]
Ic versta dat ghy ghehoort hebt in uwe palenGa naar voetnoot1
Dat ic ghestoruen ben hier binnen dese stede:
Maer ic certifier' u, de duuel moet mi halen,Ga naar voetnoot3
Indien dat waer is, oft eist dat ict dincke mede.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Eenighe qua tonghe dees mare gaen dede
Zoo ic gh'oort hebbe, dat ghi hebt een siecte groot:Ga naar voetnoot5-6
Maer God geue, datt so waer moet sijn, dits mijn bedeGa naar voetnoot7
Alst waer is dat ic ben ghestoruen of doot.
| |
[pagina 45]
| |
XXXIII Remedie ieghens de Peste.1[regelnummer]
Remedie ieghens de peste sal sijn,Ga naar voetnoot1
Dat ghy voor al, des morghens vrough op staet,
Ga naar margenoot+Ende ontbijtt, drinckende zeer goeden wijn.
Vseert snoenens een spijsken delicaet,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Vliende grouen cost: want dien is quaet,Ga naar voetnoot5
Tsauonds doeghet tselue en altijt om tbeste.Ga naar voetnoot6
Cuendy dit gh'useren (naer minen raet)Ga naar voetnoot7
Een iaer of twee daer en is af gheen queste,
In drye maenden en sterfdy niet vande Peste.Ga naar voetnoot8b-9
| |
XXXIV Tot een bruyn dochtere, nochtans hoouerdigh.Ga naar voetnootTitel1[regelnummer]
Waert datmen hier als by de MauritanenGa naar voetnoot1aant.
Hachte tbruynste coleur voor tschoonste sietGa naar voetnoot2
Zo soudt ghi moghen segghen oft wanen.Ga naar voetnoot3
Dat ghi schoon waert, maer nu en zidijs niet.
| |
XXXV Van een Ioncker die ieghen sijn wijf speelde.Ga naar voetnootTitel1[regelnummer]
Een Ioncker uut ghenoughten inden MeyGa naar voetnoot1
Speelde ieghens ziin ghesellinne
Alleen om twee cuskens zoo ic u sey,Ga naar voetnoot3
Die hi ooc verloos: maer doen sprac ziin minne,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Ten is mi niet ghenoegh dat ic eens winne:
Dies spel' ic we'er icker viere hebbe oft niet.Ga naar voetnoot6
Heur man craude siin hooft, als belaen van sinne.Ga naar voetnoot7
Dit ziende den knecht (diedt was een verdriet,Ga naar voetnoot8
| |
[pagina 46]
| |
Dat siin meester hem soo vervaert gheliet)Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Sprack, heere en vreest u niet van dien spele,
Ic doe v dheelft als waert om noch so vele.Ga naar voetnoot11
| |
XXXVI Van het schoon Mammeken.Ga naar voetnootTitel1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Mammeken dat lof end' eere betaemt
Wit als een eykin, vet als een mollekin,Ga naar voetnoot2
Een Goddinnen mammeken waerd ghenaemt.Ga naar voetnoot3
Cleen wurtgen dat de Roosen beschaemt:Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Rood criexkin (zeghic) med zijn clein ollekenGa naar voetnoot5
Vp een effen rond yuoore bolleken.
Mammekin van sattijn wit en claer.
Lieflijc tepelkin aerdigh drollekenGa naar voetnoot8
Het welcke meestendeel bedect es, maer
10[regelnummer]
Ick wedde om eens te besiene tis waer.Ga naar voetnoot10
Mammeken dat zulcke gratien heeftGa naar voetnoot11
Dat een man wel zoude maken eenpaerGa naar voetnoot12
Het kindeken om u te zughen naer,Ga naar voetnoot13
Wel ghemaect mammeken waerd dat het leeft.Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Stijf mammeken, twelc niet en beeftGa naar voetnoot15
We'er datmen springht en danst, loopt ofte gaet.Ga naar voetnoot16
Mammekin dat vulle ghetughe gheeftGa naar voetnoot17
Van de reste dat den persoon ancleeft.Ga naar voetnoot18
Mammeken mignon, hups en delicaetGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
Twelc wijt en verre van dander staet.Ga naar voetnoot20
Amoureus mammeken dat gheeft in d'handGa naar voetnoot21
Een begherte om eens te tasten, iaet:Ga naar voetnoot22
Maer men mach als dan ooc, naer minen raed
Niet al te by commen an uwen cant,Ga naar voetnoot24
| |
[pagina 47]
| |
25[regelnummer]
Ofte daer zaude (dit es mijn verstand)Ga naar voetnoot25
Een ander beghaerte zaen uut becliuen.Ga naar voetnoot26
O precieusen ende schoonen pand!Ga naar voetnoot27
Ia miraculeusen boesem, want
Ga naar margenoot+Ghy doed handen afslaen, die nochtans blijuenGa naar voetnoot29
30[regelnummer]
Gheheel ende ongheschendt, machmen u toescriuen.Ga naar voetnoot30
Au burstgens, die niet en hebben van doene
Med papieren oft hauten berd vp te stiuen
Om alzo te makene langhe liuen.Ga naar voetnoot31-33
Ripe mammekens, al voor den saeysoene,Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
De welcke doen roupen staut ende coene:Ga naar voetnoot35
Ic moet huwen, dus gheeft my eenen man:
Want ic beghinne my ziet te schoene
Op een viue, staghet my niet wel groene?Ga naar voetnoot37-38aGa naar voetnoot38
Ogh hoe gheluckigh es den ghuenen dan
40[regelnummer]
Diedt gheloofue heeft dat hy mach of can
Maken van dees mammekens iongh en cleene
Schoone vrauwen burstgens, ende waer vanGa naar voetnoot42
Dat groeyen mueghen (dit behoorter an)Ga naar voetnoot43
Veel zulcke fraey burstkens, ende anders gheene.Ga naar voetnoot44
| |
XXXVII Van de leelicke mamme.1[regelnummer]
Fy leelicke mamme end' u me'ghezelleGa naar voetnoot1
Die zoo rond zijn, als schoteldoucken wack,Ga naar voetnoot2
Die hanghen en slingheren, als een belle.
Vuyl mottighe peijnsen leelic van velleGa naar voetnoot4
5[regelnummer]
Zueghen mammen (zegh ic) en natten zack,Ga naar voetnoot5
Mammen die zijn zo amoureus en lackGa naar voetnoot6
Als een vule doode stinckende prye.Ga naar voetnoot7
| |
[pagina 48]
| |
Mammen de welcke men wel alle clackGa naar voetnoot8
Vp de schauderen slaet aen d'ander sye.
10[regelnummer]
Mammen om te zooghen twee of drye
Van lucifers welpens ende Draken:
Ga naar margenoot+Ia daermen na tfaitsoen van auden tyeGa naar voetnoot12
Van dees hanghende capproens of mocht maken.Ga naar voetnoot13
Fy beroocten lap diemen moet vp haken.Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Berimpelt vel, wit als een caue of schauwe:Ga naar voetnoot15
Diemen wel (zonder van by te ghenaken)
Vp den rueck zou volghen, zoo ic hauwe.Ga naar voetnoot17
Mammen die zoo cleen staen an haer vrauwe
Dat schijnt dat heur twee billen zijn ghehecht
20[regelnummer]
An haeren boezem, wel en ghetrauwe:Ga naar voetnoot20
Diemen daerom magh wijs noemen te recht
Want (zoomen ghemeenlicken hier zeght)Ga naar voetnoot22
Zulcke eene heeft wat inden boesem ghecreghen.
Mammen welcke niet en maken ghevechtGa naar voetnoot24
25[regelnummer]
Ghy weet wel waer, zoo d'andere wel pleghen.
Om u te schilder'ne wel en van deghenGa naar voetnoot26
Naem ic gheluwe zwart, ende bruun rood.Ga naar voetnoot27
Mammen afgriselick in alder weghenGa naar voetnoot28
B'haudens dat u toeb'hoort dees eere grootGa naar voetnoot29
30[regelnummer]
Die ick u gheuen wille bider doot,Ga naar voetnoot30
Dat is dat ghy noch wel muecht zijn gheleken
By een beroocte blase, daer ter mootGa naar voetnoot31-32
De kinders heur keuten in garen en steken.Ga naar voetnoot33
Fy ick en wilder toch niet meer af spreken,
35[regelnummer]
Ofte ick zoude (met orloue mijn heeren)Ga naar voetnoot35
Minen pater noster breken ofte keeren.Ga naar voetnoot36
| |
[pagina 49]
| |
XXXVIIIaant. An Cousijnken, tsotkin van mijn Heere van Wackene.1[regelnummer]
Ga naar margenoot+Elck rekent u maeghdschap haubolligh haer
Namende u Cousijn Cousintgen eenpaerGa naar voetnoot1-2Ga naar voetnoot2
Zoo ooc u gheslachte groot is bevonden:
Want vele die u soo heeten voorwaer,
5[regelnummer]
Niet seer en lieghen u bestaende naerGa naar voetnoot5
Al maken zi den wiisaert t'allen stonden.Ga naar voetnoot6
| |
XXXIXaant. Anden Burghmeester Campen ter Veren, Rondeel op de Fransoysche wyse.1[regelnummer]
Devr Campen vroet comt eere victorie en goet:Ga naar voetnoot1
Tbliict wel an vele vrome mannen excellent,Ga naar voetnoot2
Dies de chroniicken vol siin, ons makende vroetGa naar voetnoot3
Dat niemandt ghecroont magh noch wesen en moetGa naar voetnoot4aant.
5[regelnummer]
Dan die deur Campen priis windt tot den hent.Ga naar voetnoot5
Christus is om ons (die anders waren gheschent:Ga naar voetnoot6
Mids de zonde) een verlosser, en dat in siin bloetGa naar voetnoot7aant.
Deur Campen vroet,Ga naar voetnoot8
Laett ons dan in desen Capitains regimentGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Vromelic striden, ons wapenen diligent,Ga naar voetnoot10
Zo crighen wy in hem der victorien hoet,Ga naar voetnoot11
Deur Campen vroet.
|
|