Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens(1888)–J.P. Hasebroek– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 312] [p. 312] CLXXIII. Waar Asschepoester wordt veracht, verschopt, vertreden, Zijn haar twee zusters rijk en groot in glans en eer: Maar 't glazen muiltjen aan haar voetjen brengt een keer, En doet ze als Prinsenbruid straks 's Vorsten zij' bekleeden. Zoo ook de Godsdienst thans: zij zit in de asch gekromd, Terwijl de Wetenschap en Aesthetiek regeeren; Maar, zusters! heerscht ge nu, gij zult den kans zien keeren: De Ootmoedige erft de kroon, wanneer haar Koning komt. Vorige Volgende