Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens(1888)–J.P. Hasebroek– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende CXXIII. Wij zijn tot God gemaakt; de kern is 't van ons wezen. Maar, ach! die kern ligt, als in steenvruchten de pit: De zonde is 't harde schild, waardoor ze ompantserd zit: Hoe komt zij aan 't bedwang diens kerkers ooit ontrezen? Één middel is beproefd, schoon 't pijn en smarten kweekt: Het is dat 'sHeeren Geest den steen om 't hart verbreekt. Vorige Volgende