Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens(1888)–J.P. Hasebroek– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 276] [p. 276] XIII. Hoe meer, zong Hugo, 'k de eeuw hoor om Vooruitgang roemen, Hoe meer 'k verbijsterd op den glans, dien ze uitstraalt, blik. Toch wekt me één ding daarbij, o Jezus, stillen schrik: 't Is dat ik minder steeds uw zoeten naam hoor noemen. Vorige Volgende