Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens(1888)–J.P. Hasebroek– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende IV. De tijd staat nimmer stil; hij jaagt als 't loopend water: Gebruik hem! spoed u! ijl! Geen uur, dat gaat, keert ooit. Gedenk het: door de Kromstraat Later, Waar komt gij aan? op 't Stadsplein Nooit. Vorige Volgende