Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens(1888)–J.P. Hasebroek– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 189] [p. 189] Heldenmoed. (Historisch.) Wie treden naar 't schavot ginds henen? Een dapper held, een fransch soldaat, Wiens krachtige armen steun verleenen Aan de oude vrouw, die naast hem gaat. Zij beeft. Geen wonder. Reeds tot tachtig Klom harer jaren hooge som; Toch naast haar zoon voelt zij zich krachtig; Hij steunt en schraagt haar ouderdom. Ze is blind, ze is doof. Wat moet gebeuren? Zij weet het niet, noch vraagt er naar; Toch, zoo ze 't wist, hoe zou ze treuren!.... Ach, 't uur van 't Schrikbewind is daar! Zij hoort 't bloedgierig grauw niet gillen, Welks kreet de zoon vol moed braveert; Hem doet de bijl, die knarst, niet rillen, Terwijl hij 't moordgeschrei trotseert. Hier rijst het outer. Moedig draagt hij Zijn moeder langs der slachtbank treên. - Mijn zoon, waar gaan wij henen? - vraagt zij; - Mijn moeder! naar den hemel heen! Vorige Volgende