Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens(1888)–J.P. Hasebroek– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 172] [p. 172] Napoleon en de eilanden. In het lied van 't menschenleven, door een Hooger hand geleid, Klinken soms door wond're speling rijmen der Voorzienigheid. 't Cijfertal van de eigen dagen keert soms met het eigen leed; 't Is soms de eigen soort van plaatsen, waar ons 't Noodlot tegentreedt. Zie als voorbeeld Bonaparte. Door geheel zijn leven heen, Zien wij als gewichtig keerpunt eilanden hun plaats bekleên. Op een eiland stond zijn wiegje: Corsika heeft hem gebaard; Op een eiland werd hij balling: Elba brak zijn heldenvaart; Op een eiland vond de Dwinger eind'lijk zijn gerechte straf: Sint-Helena werd zijn kerker, Sint-Helena werd zijn graf. En wie was daar zijn bewaker, als een Hoofdbron van zijn wee, Door den weêrstand hem geboden? 't Eilandrijk der Noordsche Zee. [pagina 173] [p. 173] Dus als Archipelsgewijze schakelt zich de weg des Mans, Zelf een eiland door zijn grootheid, éénling beide in gave en glans. Blijv' hij ook in zijn verschijning éénling, en zie de aarde, O Heer, Zulk een zoon der eilandwereld, zulk een eiland-mensch niet meer! Vorige Volgende