Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens
(1888)–J.P. Hasebroek– Auteursrecht onbekend
[pagina 163]
| |
Generaal Gordon.Gelukkig roemt mijn hart den stervling, die den zegen
Der vroomheid deelen mag, wien 't beeld als toonbeeld straalt,
Door Thomas in zijn ImitatioGa naar voetnoot1) gemaald,
En die zijn sporen drukt, hoe hoog, hoe steil ze stegen.
Maar ook een schoone kroon wordt door den man verkregen,
Die zege op zege in een gerechten strijd behaalt,
En voor het oog der aard met heldenlauwren praalt,
Die 't hoofd hem sieren, maar op 't hart als schuld niet wegen.
Maar hoe dan, wanneer ons die dubble beeltnis treft,
Die in éénzelfden mensch zich voor ons oog verheft,
Een held des aardschen krijgs en des geloofs te gader?
Dan viert de menschheid feest, en bidt God, dat die gaaf
In haar 't bewustzijn van haar dubble roeping staav'.....
Gordon! wie dat gevoelt, treedt u met eerbied nader!
|
|