Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens(1888)–J.P. Hasebroek– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 61] [p. 61] Uit Uhlands knapentijd. Jonge Uhland zocht te troosten Een jeugdige vriendin: Men kerkerde om haar stoutheên Haar in een turfhok in. Wat deed hij? Door een schoorsteen, Welks buis naar onder daalt, Kort hij haar tijd met sprookjes, Die hij ze uit 't hoofd verhaalt. Lief beeld van wat hij later, Poëet, zooals reeds toen, In Duitschlands zware tijden, Voor land en volk zou doen. Hoe menig woû hem volgen, Bij 't tokklen van de snaar!.... Ach, 't faalt niet aan den schoorsteen; Was maar de Dichter daar! Vorige Volgende