Eenighe gheestelijcke liedekens
(1612)–J. Jacobsz. Harlingen– Auteursrechtvrij
[Folio 76r]
| |
Na de wijse: Rijst uyt den slaep.
1.
ICk roep tot u o Heere goetGa naar margenoot+
Al met ootmoet // in mijnen noet,Ga naar margenoot+
Helpt my o God al metter spoet,Ga naar margenoot+
Wilt over my ontfermen,Ga naar margenoot+
Sterckt mijnen gheest en mijn ghemoedt,Ga naar margenoot+
Mijn vleesch en bloet // ter neder doet,Ga naar margenoot+
En wilt my helpen Heere goet,Ga naar margenoot+
Tot u is al mijn kermen,Ga naar margenoot+
Toont mijn ghenade ochermen.Ga naar margenoot+
2.
Bedroeft ben ick in mijnen gheest,Ga naar margenoot+
En seer bevreest // in dit foreest,Ga naar margenoot+
O Heere my ghenadich weest,Ga naar margenoot+
Dat ick niet heel verflouwe,Ga naar margenoot+
Als ick mijn aenvanck eest,Ga naar margenoot+
Hoese is gheweest // verstaet den keestGa naar margenoot+
Seer lieffelijck heel onbeteest,Ga naar margenoot+
Nu isset groote rouwe,Ga naar margenoot+
Helpt my o God ghetrouwe.Ga naar margenoot+
3.
Isser nu gheen ghenade meer,Ga naar margenoot+
O lieve Heer // die leyt ter neer,Ga naar margenoot+
Sult ghy nu helpen nimmermeer,Ga naar margenoot+
Sult ghy altijt verstooten,Ga naar margenoot+
| |
[Folio 76v]
| |
O God neemt ghy gheheel een keer,
Ga naar margenoot+En wilt niet weer // my helpen teer,
Ga naar margenoot+Is u barmherticheyt so seer
Ga naar margenoot+Met toorne overgoten,
Ga naar margenoot+En gantschelijck besloten.
4.
Maer doch spreeck ick met David siet,
Van dit verdriet // dat my gheschiet,
Ga naar margenoot+Ick moet het lijden vaet dit bediet,
Gods rechter hant cant wenden,
Ga naar margenoot+Ick denck voort watter is gheschiet,
Ga naar margenoot+Door u ghebiedt // sonder u niet
Ga naar margenoot+V volck dat ernstich tot u riep,
Ga naar margenoot+Ginckt ghy ghenade senden,
Ga naar margenoot+En hielptse uyt ellenden.
5.
Ghelijck oock Achior naeckt verclaert,
Ga naar margenoot+Hoe dat ghy spaert // en hebt bewaert
Ga naar margenoot+V volck en haer aenslaghen, daert
Ga naar margenoot+Na uwen wil ginck leven,
Ga naar margenoot+Maer alst verliet Heer uwen aert,
Ga naar margenoot+Hebt ghyt beswaert // en seer vervaert,
Ga naar margenoot+Alst dan berou van herten baert,
Ga naar margenoot+Om na u wille te streven,
Ga naar margenoot+Hebt ghy victori ghegheven.
6.
Ga naar margenoot+Iudith sprack oock met claer bescheyt,
Van lijdtsaemheyt // u toch bereyt,
Ga naar margenoot+Treet totten Heer weent ende schreyt,
Ga naar margenoot+Wilt hem gheen tijt uyt lesen,
| |
[Folio 77r]
| |
Want dat ons nu gheschiet dit leyt,
Ons sonden breyt // t'zy u gheseyt,
Die hebben ons dit op gheleyt,
Laet ons verduldich wesen,Ga naar margenoot+
T'sal zijn tot betering ghepresen.Ga naar margenoot+
7.
Isaack Iacob Moyses naer,Ga naar margenoot+
En allegaer // die God lief waer,Ga naar margenoot+
Hebben veel droeffenisse swaer,
Met lijdtsaemheyt ghebroken,Ga naar margenoot+
Maer die de vreese Gods seer claerGa naar margenoot+
Verliet van haer // murmureerden daer, Exo.16,3.
Teghen God ons Hemelsche VaerGa naar margenoot+
En andere Goden roocken,Ga naar margenoot+
Aen dien heeft hy hem ghewroocken.Ga naar margenoot+
8.
Oock leefde Iob in sware verdriet,Ga naar margenoot+
Naet dit bediet // wat hem gheschiet,
So lastert hy den Heere niet,Ga naar margenoot+
Maer is verduldich bleven,Ga naar margenoot+
Tobyas hem daer niet aen stiet,Ga naar margenoot+
Niet af en liet // maer tot God vliet,Ga naar margenoot+
Dit ist dat hem die Heere onthiet,Ga naar margenoot+
Ick sal u gheringhe gheven,Ga naar margenoot+
En sy zijn beyde verheven.Ga naar margenoot+
9.
Een ootmoedich mensch seer sacht,Ga naar margenoot+
Den tijt verwacht // hoewel met cracht
Sijn saeck verdruckt wort en veracht,Ga naar margenoot+
Sullent die vrome prijsen,Ga naar margenoot+
| |
[Folio 77v]
| |
Ga naar margenoot+Oock een verduldich gheest bedacht,
Hier merck op slacht // is bet gheacht,
Ga naar margenoot+Dan hooghe gheesten sonder macht,
Ga naar margenoot+Laet lijdtsaemheyt nu rijsen
In uwen druck als wijsen.
10.
Ga naar margenoot+Want druck die brengt lijdtsaemheyt voort
Luydt Paulus woort // vaert hier in voort,
Lijdtsaemheyt proeving onghestoort,
Ga naar margenoot+Proevinghe brengt ons hope,
Ga naar margenoot+Die hope hout ons met goet accoort,
Ga naar margenoot+Dat niemant wort, beschaemt versmort,
Ga naar margenoot+Zijt vrolijck in der hope ghegort,
En wilt doch niet verlope
Ga naar margenoot+Ghy soudet dier becoope.
11.
Ga naar margenoot+Haddet o Heer u woort ghedaen,
Ga naar margenoot+Ick was vergaen // help my nu raen,
Ga naar margenoot+Dat ick daer in mach blijven staen,
Ga naar margenoot+V woorden die zijn leven,
Ga naar margenoot+Die sonden lieve Heere saen
Ga naar margenoot+Van my misdaen // wilt niet so slaen,
IGa naar margenoot+O Heer laet my niet vergaen,
Ga naar margenoot+Maer wilt een uytcomst gheven,
Ga naar margenoot+En my weder verheven.
12.
Ga naar margenoot+O Heere wie is uws ghelijck,
Ga naar margenoot+Want uwe rijck // duert eeuwelijck,
Ga naar margenoot+Ghy castijt ons en troost ghelijck,
Ga naar margenoot+Ghy condt ter Hellen werpen,
| |
[Folio 78r]
| |
En oock verlossen van s'duyvels strijck,Ga naar margenoot+
Sonder beswijck // en neemt gheen wijck,Ga naar margenoot+
Ick ben doch niet dan aerd en slijck,Ga naar margenoot+
O Heere wilt my sterckenGa naar margenoot+
Na u wil te wercken.Ga naar margenoot+
13.
O Heer ghy wetet mijn verlang,Ga naar margenoot+
My is so bang // sterckt mijnen gang,Ga naar margenoot+
Hoe duert dees swaricheyt so lang,Ga naar margenoot+
Dat ick aldus moet truere,Ga naar margenoot+
Helpt my uyt desen noot seer strang,Ga naar margenoot+
Wt dit bedwang // ick ben seer swang,
Dat my die becoringhe niet bevang,Ga naar margenoot+
Helpt God dat ick uytvuereGa naar margenoot+
Dat ick niet quaets aenruere.Ga naar margenoot+
14.
Die dit sanck was in swaer torment,Ga naar margenoot+
Almen bekent // tot God nu wendt,Ga naar margenoot+
En bidt die Heer dat hy hem sendtGa naar margenoot+
Sijn gheest en hem vermaecke,Ga naar margenoot+
Hier mede heeft dit liedt een endt,Ga naar margenoot+
O Heere jent // weest hem ontrent,Ga naar margenoot+
Dat hem niet schade t'Helsche serpent,Ga naar margenoot+
Laet hem u goetheyt smaeckeGa naar margenoot+
Laet ons niet quaets ghenaecke.Ga naar margenoot+
|
|