Eenighe gheestelijcke liedekens
(1612)–J. Jacobsz. Harlingen– AuteursrechtvrijNae de wyse: Ghy Memelickers met namen.
1.
In den Heere bemindeGa naar margenoot+
Aenmerckt wel mijn vermaen,Ga naar margenoot+
Wilt ghy u laten vinde,
| |
[Folio 61v]
| |
Ga naar margenoot+Al u leven voortaen
In Godes vrees te gaen,
So wort u eerst bevolen
Ick segghet onverholen
Ga naar margenoot+V grootvaer doot te slaen.
2.
Ga naar margenoot+V grootvaders s'vaders zijde,
Ga naar margenoot+Sijn naem ist dat ick haet,
Ga naar margenoot+Ghy moocht u niet verblijden
Ga naar margenoot+So ghy hem niet verslaet,
Ga naar margenoot+Want dese ellende staet,
Ga naar margenoot+In welck wy dickwils weene
Ga naar margenoot+Die comt ons van hem heene,
Ga naar margenoot+Hier is anders gheen raet
3.
Raedt noch daedt is ghebleven,
Als Esdras doet verstaen
In sijn vierde boeck seven,
Ga naar margenoot+Adam wat hebdy daen,
Ga naar margenoot+Door u wy al vergaen,
Ga naar margenoot+Gheen troost meughen wy verwerven,
Ga naar margenoot+Gods paradijs wy derven,
Ga naar margenoot+Dan in u doot te slaen.
4.
Ga naar margenoot+In u te slaen waerachtich,
Ga naar margenoot+Moetmen doen groot ghewelt
Ga naar margenoot+Gheen mensch van selfs so crachtig,
Ga naar margenoot+Prins, Coninck, Vorst oft helt,
Die eens teghen u stelt,
Ga naar margenoot+Oock met die oude reusen,
| |
[Folio 62r]
| |
Malcontenten of geusen,
Van als behoudt ghy t'velt.
5.
Al die dees strijdt sal winnenGa naar margenoot+
Moet zijn wederghebaert,Ga naar margenoot+
Gantsch verandert van sinnenGa naar margenoot+
Na Goddelijcker aert,Ga naar margenoot+
Af doen wat hem beswaert,Ga naar margenoot+
En vlijtelijck gaen leeren
Dat hem mach Ga naar margenoot*converteeren,
Nimmermeer te zijn vervaert.Ga naar margenoot+
6.
Nimmermeer te verlatenGa naar margenoot+
Dees strijdt maer dus te doen,Ga naar margenoot+
Het harnas Gods omvatenGa naar margenoot+
Om te staen vroom en coen,Ga naar margenoot+
Des Euangelijs schoen,
Creeft, Hellem ende wapen
Nimmermeer te slapen,Ga naar margenoot+
Maer hemselven te spoen.Ga naar margenoot+
7.
Hemselven hoort mijn reden,
Moetmen veel dings ontslaen,Ga naar margenoot+
Gantsch dooden d'aertsche ledenGa naar margenoot+
So isset haest ghedaen,
Die vyant mach niet staen,Ga naar margenoot+
Maer wort dan haest verwonnen,Ga naar margenoot+
Al die dus heeft begonnenGa naar margenoot+
In u werck wilt voort gaen.Ga naar margenoot+
8.
| |
[Folio 62v]
| |
Ga naar margenoot+Iou werck wilt niet verlaten,
Maer dat hier volcht wilt doen,
Ga naar margenoot+In plaets van toornich haten,
Ga naar margenoot+By der Sonnen u spoen,
Ga naar margenoot+V naesten tot versoen,
Ga naar margenoot+Gheen ontrouheyt laet mercken,
Ga naar margenoot+Hier voor neerstich wilt wercken,
Ga naar margenoot+Daer by den armen voen.
9..
Ga naar margenoot+Daer by ghetrou van reden,
Ga naar margenoot+Liecht niet al waert u pijn,
Ga naar margenoot+In woorden nochte zeden
Ga naar margenoot+Toont gheen gheveynsde schijn,
Ghelaet als daet laet zijn,
Ga naar margenoot+Gheen quaet gheroep laet hooren,
Ga naar margenoot+Zijt hertelijck hier vooren,
Ga naar margenoot+Dits d'oude mensche fenijn.
10.
Ga naar margenoot+Dus moetmen d'oude mensche
Adam in Christi doot,
Ga naar margenoot+Met alle des vleysches wensche
Ga naar margenoot+Begraven cleyn en groot,
Met Christus bloede root
Ga naar margenoot+Aen ons ghemoedt ghewasschen,
Ga naar margenoot+Ons niet laten verrasschen
In weelden noch in noot.
11.
In noot in weelde beyde
Ga naar margenoot+Bleef Iob ghestadich vroom,
Ga naar margenoot+God gaf God nam hy seyde,
| |
[Folio 63r]
| |
Ioseph hier by oock coom,Ga naar margenoot+
Tobiam mede noomGa naar margenoot+
Om wesen ons exempel,Ga naar margenoot+
Sonder vleck ofte rempel,Ga naar margenoot+
Soeckt altijt desen room.
12.
Soeckt dese roem ghestadich,
Acht gout en hout ghelijck,Ga naar margenoot+
Schatten zijn onversadich,
Menschen wenschen is slijck,Ga naar margenoot+
Die willen worden rijck,Ga naar margenoot+
Die gaen gaer siele crincken,Ga naar margenoot+
Int verderven versincken,Ga naar margenoot+
Ontvliet doch desen strijck.Ga naar margenoot+
13.
Zacheus wilde vliedenGa naar margenoot+
Wt desen quaden hol,Ga naar margenoot+
Matheus voor die liedenGa naar margenoot+
Verliet oock geeren den tol,Ga naar margenoot+
Dat ick verhalen solGa naar margenoot+
Moyses Salomons daden,Ga naar margenoot+
Paulus die rijckdom schadenGa naar margenoot+
Noemde, ick schreeft al vol.Ga naar margenoot+
14
Tittel noch stip wilt latenGa naar margenoot+
Van dat Christus ghebiedt,Ga naar margenoot+
Diet tijtelijck niet haten,Ga naar margenoot+
Wie voor mijn cruys noch vliedtGa naar margenoot+
Wort mijn discipel niet,Ga naar margenoot+
Spreeckt Christus zijt ghestorven,Ga naar margenoot+
| |
[Folio 63v]
| |
|