Eenighe gheestelijcke liedekens
(1612)–J. Jacobsz. Harlingen– AuteursrechtvrijNa de wijse: Dat God sijn volck wil proeven so men t'gout proeft int vyer. | |
[Folio 53v]
| |
I.
Ga naar margenoot+IN lijden en ellenden,
Ga naar margenoot+Tranen, treuren, gheclach,
Ga naar margenoot+Tot God den Heer te wenden
Ga naar margenoot+Beyde nacht ende dach,
Ga naar margenoot+Leeren dus die Propheten,
Ga naar margenoot+Niemant dese secreten,
Ga naar margenoot+In sijn herte recht vaet,
Ga naar margenoot+Dan die hem selven haet.
2.
Om hem selven te haten,
Ga naar margenoot+Oock alst een ander doet
Met achterclappich praten,
Lasterende het goet,
Tot lijdtsaemheyt wilt stueren,
Ga naar margenoot+Oock tot troost der Schriftueren,
V hert en uwen sin,
Ga naar margenoot+Schaed achtende ghewin.
3.
Ga naar margenoot+Hierom alst recht wordt cruyckelt,
Ga naar margenoot+Vrome gheacht voor sodts,
Ga naar margenoot+Hadden byna ghestruyckelt
Ga naar margenoot+Etlijcke mannen Godts,
Ga naar margenoot+Siende haer die groot spreken,
Ga naar margenoot+Dat sy noch heylich leecken,
Ga naar margenoot+T'ghemeen volck viel tot haer,
Ga naar margenoot+Achten haer woorden waer.
4.
Ga naar margenoot+Alle dinck sy vernieten,
Ga naar margenoot+Lasteren hooch hier ijn,
| |
[Folio 54r]
| |
Dat moet noch weldoen hieten,Ga naar margenoot+
Vanden Hemel te zijn,
Verachtende den cleenen,Ga naar margenoot+
Wat soude God na gheenenGa naar margenoot+
Vraghen die hoochste Heer,Ga naar margenoot+
En achtet hem gheen meer.Ga naar margenoot+
5.
Nu siet dat sijn Godloosen,Ga naar margenoot+
Dien God gheluck hier gheeft,Ga naar margenoot+
Maer die liever vercosenGa naar margenoot+
T'recht, onstraffelijck leeftGa naar margenoot+
Haer handt in onschult wassen,Ga naar margenoot+
Laet ghy Heer die verrassen,
Dat haer plaegh en straf zyGa naar margenoot+
Reed alle morghen ny.
6.
Niet licht is te aenmercken
Hier van t'rechte verstant,
Wanneer met doncker swerckenGa naar margenoot+
Ghedrouwet wort het landt,Ga naar margenoot+
Die dan hart wort beproevet,Ga naar margenoot+
Veel troost hy wel behoevet,Ga naar margenoot+
Dat hy in gheen discoort
Mee val aent hoogher boort.Ga naar margenoot+
7.
Eerman dit wel can weten,
Moetmen hem keeren om
Tot des Heeren secreten,
In sijnen heylichdomGa naar margenoot+
Daer sietmen gheheel claerlijck,Ga naar margenoot+
| |
[Folio 54v]
| |
Hoe cort ende vervaerlijck,
Ga naar margenoot+Dat ons God hem verstoort,
Die eerst hooch was ghehoort.
8.
Sulcker een u volck schadelijck,
Ga naar margenoot+In den schijn als een vroom,
Ga naar margenoot+Sijn beelt maeckt hy versmadelijck,
Inder stadt als een droom,
Ghy setse op dat glatte,
Ga naar margenoot+En stortse gheheel platte,
Hoe vergaen sy so haest,
In een wesen verbaest.
9.
Ga naar margenoot+Als wy blijven ghestadich,
Ga naar margenoot+By God al schijntet schant,
Ga naar margenoot+So houdt hy ons ghenadich,
Al by den rechter hant,
En leyt ons na sijn reade,
Bevryt voor alle schade
Vanden nijdighen man,
Ga naar margenoot+Neemt ons met eeren an.
10.
Ga naar margenoot+Nu wy na sijn behaghen
Hem hebben onverveert,
Niet ist dat wy nu vraghen,
Na Hemel nochte eert,
En daer oock niet op achten,
Ga naar margenoot+Of lijf en siel versmachten,
Nu God ons troost gheheel
Ga naar margenoot+Is, ende onsen deel.
| |
[Folio 55r]
| |
11.
Ghelijck die van u wijcke,Ga naar margenoot+
En u verlaten sal,Ga naar margenoot+
Sullen vergen ghelijcke,Ga naar margenoot+
En ghy vernieltse al,
Die yets anders verkiesen,
En u liefde verliesen,
Van u worden gheschent
Als overspeelders blent.Ga naar margenoot+
12.
Enick verbeyd met huylenGa naar margenoot+
Den Heer, hy hoorde my,Ga naar margenoot+
Wt den grusamen cuylenGa naar margenoot+
My trock, en maeckte vry,
Wt den modder met eenen,Ga naar margenoot+
En sette my op steenen,Ga naar margenoot+
Met mijn voet na sijn reen,
Dat ick ghewis can treen.
13.
Laet ons bidden en waecken,Ga naar margenoot+
Van alle onrecht vlien,
Ons vernederen vaecken,Ga naar margenoot+
Nu en tot allen tien,
Dickwils lijdtmen benouwenGa naar margenoot+
Op dat wy niet betrouwen
Op ons selfs, maer perfect
Op hem die de dooden verweckt.Ga naar margenoot+
14.
In dese doot noch gheenenGa naar margenoot+
Perijckel of propoost,
| |
[Folio 55v]
| |
Ga naar margenoot+Laet ons die Heere weenen
Ga naar margenoot+Sonder Godlijcken troost,
Ga naar margenoot+Maer onse druck in vreuchden,
Ga naar margenoot+Ons ouderdom in jeuchden
Ga naar margenoot+Verandert hy eer lanck,
Ga naar margenoot+Hem zy eewich danck.
|
|