Eenighe gheestelijcke liedekens
(1612)–J. Jacobsz. Harlingen– AuteursrechtvrijNa de wijse: Van Menno Symons liet,, een treurich droevich leyt.
1.
GHeluck voorspoedt ghewinGa naar margenoot+
Wenscht s'menschen hert en sinGa naar margenoot+
Na tijtlijck goet, ick vindet waer dat ick bin:Ga naar margenoot+
D'een soecket met ghebouGa naar margenoot+
Des ackers op het betrouGa naar margenoot+
Dat Godt die Heer wasdom gheven sou:Ga naar margenoot+
Die ander die vergaertGa naar margenoot+
Met die schipvaert;Ga naar margenoot+
Die derde sterckGa naar margenoot+
Doet een hand-werckGa naar margenoot+
Die vierde gaet het spoen
Om koopmanschap te doenGa naar margenoot+
In menigherleye fatsoen,
Sommighe heel desolaet,Ga naar margenoot+
Dit is hier des menschen staet.Ga naar margenoot+
2.
Hoort nu voort wat ick singGa naar margenoot+
De lichamelijcke oeffening
| |
[Folio 38v]
| |
Ga naar margenoot+Is weynich nut die Godsalige tot alle ding,
Ga naar margenoot+Dese duert eewichlijck,
Ga naar margenoot+Dander een ooghenblijck,
Ga naar margenoot+Ghelijck die mensch van aerde ende slijck,
Nu seyt Gods raet,
Ga naar margenoot+Ons toeverlaet,
Soeckt te ghelijck
Gods eewighe rijck,
Ga naar margenoot+En sijn gherechticheyt,
Ga naar margenoot+So is u toegheseyt,
Ga naar margenoot+V nootdruft spijs en cleyt,
Van die barmherticheyt,
Ga naar margenoot+Prijst sijnen majesteyt.
3.
Ga naar margenoot+Recht nu na Schrifts accoort,
Ga naar margenoot+Dat weynich nut ghehoort
Ga naar margenoot+Heeft oock sijn plaets voort ende voort,
Ga naar margenoot+Genesis drie die seyt,
Adam is op gheleyt,
Sijn brootwinninghe met sweet en arbeyt,
Ga naar margenoot+Oock s'Heeren raedt
Ga naar margenoot+Actorum staet,
Ga naar margenoot+Met arbeyt saen,
Ga naar margenoot+Moetmen ontfaen,
Die swacke Christen leen,
Het zijn sijn eyghen reen,
Oock saligher ghemeen,
Ga naar margenoot+Datmen aelmissen gheeft,
Ga naar margenoot+Dan dat ghy daer af leeft.
4.
| |
[Folio 39r]
| |
Int arbeyt niet vertoeft,Ga naar margenoot+
Die traghe knecht begroeft,Ga naar margenoot+
Dat ghy meucht gheven die het recht behoeftGa naar margenoot+
Die met arbeyden wil,Ga naar margenoot+
Scheyt hem af met gheschil,
In alle het doen met hem houdt u stil,
So swaren slachGa naar margenoot+
Gods recht vermach,Ga naar margenoot+
Datmen aen hem doet,
Om hem tot boetGa naar margenoot+
Te brenghen met ootmoet,,Ga naar margenoot+
Sijnder handen werck hem voedtGa naar margenoot+
En vercrijcht het eewich goet,Ga naar margenoot+
Over sulcke vreuchde blijck,
By den Enghelen in Gods rijck.Ga naar margenoot+
5.
Elck merck nu met bescheyt,Ga naar margenoot+
Tot watte neersticheyt,
Om voetsel decksel'men moet zijn bereyt,Ga naar margenoot+
Dat oock die luye moet,Ga naar margenoot+
Derven t'gheselschap soet
Van Gods Heylighen, als die meest misdoet
Is doch verhaelt,
Wie na t'rijck Gods taelt,Ga naar margenoot+
Gherechtich leeft
God diet al gheeft,Ga naar margenoot+
Sal hem toeworpen al,Ga naar margenoot+
Dat hy van doen zijn salGa naar margenoot+
Hier in dit jammer dal,Ga naar margenoot+
En een eewighen croonGa naar margenoot+
| |
[Folio 39v]
| |
Ga naar margenoot+Boven in s'Hemels troon.
6.
Ga naar margenoot+Die lelyen siet hoe schoon
Zy staen in 't veldt ten toon
Ga naar margenoot+Sonder arbeyden, spinnen oock niet om loon,
Ga naar margenoot+Die voghelkens hebben niet
Ga naar margenoot+Kelders noch schueren yet
Ga naar margenoot+Ons Hemelsche Vader die Ga naar margenoot†voetse sonder verdriet,
Hoe veel meer u,
Ga naar margenoot+Sorchvuldicheyt schu?
Ga naar margenoot+Nae hooghen staet
Oock niet en gaet
Ga naar margenoot+Daer nae die Heydenen staen
Ga naar margenoot+Maer wy moeten 't versmaen
Ga naar margenoot+Want het sal doch vergaen,
Ga naar margenoot+'t Hemels zy u verlang
Ga naar margenoot+O eeuwich is soo lang.
7.
Tot besluyt van dit liedt
Ga naar margenoot+Allen arbeydt gheschiedt
Ga naar margenoot+Om tytelijck goedt, is altemael doch niet,
Ga naar margenoot+Dit heeft noch naem noch daet
Ga naar margenoot+Sorchvuldicheydt gheeft schaet,
Ga naar margenoot+'t Wordt ons toe worpen uyt enckel ghenaet:
Tot het eeuwighe goet
Ga naar margenoot+Moet dat ghemoet
Ga naar margenoot+Met raet en kracht
Ga naar margenoot+Der Schrift worden ghebracht,
Ga naar margenoot+Te loopen sonder aflaet
Ga naar margenoot+Nae die voorghestelde maet
| |
[Folio 40r]
| |
Beyde vroech ende spaet,Ga naar margenoot+
En Godt alleen wijsGa naar margenoot+
Altijdt gheven den prijs.Ga naar margenoot+
8.
Prince u gratie gheeftGa naar margenoot+
Die gheerne nae u Woort leeftGa naar margenoot+
Dat zy int' scheyden troost ende blyschap heeft.Ga naar margenoot+
Princesse Christus BruytGa naar margenoot+
Voeght u nae dit gheluyt,Ga naar margenoot+
Insonderheyt wiens naem dit liedt wijst uyt;Ga naar margenoot+
Wt desen strijdtGa naar margenoot+
Van swackheydt bevrijdtGa naar margenoot+
Sullen wy te gaerGa naar margenoot+
By ons Hemelsche VaerGa naar margenoot+
Singhen het nieuwe lietGa naar margenoot+
Daer Esdras van bediet,Ga naar margenoot+
Apocalypsis siet,Ga naar margenoot+
Mijn inwendich ghemoetGa naar margenoot+
My vrolijck singhen doet.Ga naar margenoot+
Anno 1611. |
|