De geuzen
(1943)–Onno Zwier van Haren– Auteursrecht onbekend
[pagina 268]
| |
Tiende zang.aant.aant.1.[regelnummer]
Maar sy, die deese muur bedekkenGa naar voetnoot1-2
Is ieder, welk' in 't Vaderland,
Zig boven and'ren wist te trekken
Door gaaf van oordeel of verstand.
5.[regelnummer]
Aan d'eene kant geleerde Mannen,
Waar door de Dwaaling, weg gebannen,
In Neêrland plaats voor kennis maakt;
Die onvermoeyd, op hunne stappen,
Doen volgen Kunst, en Weetenschappen,
10.[regelnummer]
En door d'Onweetenheid gelaakt!
Dus, op den hoogsten boom gesteegen,
Verrukt de teed're Philomeel;Ga naar voetnoot12
Terwyl, in 't slyk van 't woud geleegen,
De beyr beknauwd een bekkeneel!
15.[regelnummer]
ô Zagt', ô zoete Zang-Godinnen,Ga naar voetnoot12-15
Gelukkig sy, die u beminnen;
Gy zyt het voedzel van de Jeugd,
Cieraad van Mannelyke jaaren,
Ons troost en toevlucht in gevaaren,
20.[regelnummer]
En d'Ouderdom's gewisse vreugd!Ga naar voetnoot20
Uw gunst kan Weetenschap doen bloeijen
Tot in 't verschrikkend aaklig huys,Ga naar voetnoot22
Dat Waal en Maas ziet zamenvloeijen,
In keeten- stroom- en wind-gedruis!
25.[regelnummer]
Aldaar in stille rust gezeeten,
| |
[pagina 269]
| |
(De vrucht van 't onbevlekt Geweeten!)
Zweefd boven hem, en blinkt in 't zwerk,
De Roem, die Huyg de Groot ziet schryven,
Sy zelve schynd de pen te dryven,Ga naar voetnoot29
30.[regelnummer]
En Vreed', en Oorlog, werd het werk!Ga naar voetnoot30
*[regelnummer]
Want niets kon d'eevenheid verstoorenGa naar voetnoot31
Van syn' onwankelbare ziel,
Schoon lighaams vryheid was verlooren,
Schoon 't Lot in woed' hem overviel!
35.[regelnummer]
Dus, onder 't zilte nat bedolven,
Zyn Arethusa's zuiv're golvenGa naar voetnoot36
Van alle bitterheid bevryd;
Zo zien de Chimborazo's rotsenGa naar voetnoot38
Haar' hooge kruyn de stormen trotsen,
40.[regelnummer]
Onbuigbaar aan der winden strijd!Ga naar voetnoot40
En Gy, Juweel van Neêrlands Vrouwen,
Die nooyt uw Man verliet in nood,
ô Reigersberg! syn ziels vertrouwen,Ga naar voetnoot43
Gy ook, gy leefd na uwe dood!
45.[regelnummer]
't Is niet alleen door schoone leeden,
En aangezichts bevalligheeden,
Dat hier Natuur in luister blonk!
Ziê, welke harten sy bereide,Ga naar voetnoot48
Wanneer s' en u, en Adeleide,Ga naar voetnoot49
50.[regelnummer]
Tot Praal van Beider eeuwen schonk!Ga naar voetnoot50
| |
[pagina 270]
| |
Dog Barneveld zal wegen toonenGa naar voetnoot51
Na 't Zuyden, en de Middel-Lyn;Ga naar voetnoot52
Oranje's trouwe vriendschap loonen,
En Maurits eerste bystand zyn!Ga naar voetnoot54
55.[regelnummer]
Als 't Land in vlaggen gaat bezwyken,
Doed hy de donk're buyen wyken:
Hier opend syne hand de Sond,Ga naar voetnoot57
Daar werkt syn tong uit Eng'lands handen,
De eerste noods en armôe's panden,Ga naar voetnoot59
60.[regelnummer]
Door hem zyn deese meiren grond!Ga naar voetnoot60
In dit twee-leedig stuk, verschynen
Twee Broeders, die de bitse Nyd,Ga naar voetnoot62
Dêe beid' op eenen dag verdwynen
De haat en eerbied hunner Tyd!
65.[regelnummer]
Zie d'een', in deese sloep gezeeten,Ga naar voetnoot65
De Theems haar trotsheid doen vergeeten,
Wyl Chattams rook den oever stikt!
In uw', en schrand'r', en zeedig', oogen,
ô Staatsman! praald by ziels vermoogen,Ga naar voetnoot69
70.[regelnummer]
Een Moed, na tyden niet geschikt.Ga naar voetnoot70
| |
[pagina 271]
| |
Gy doed vergeefs de Zeemacht blinken
Veel meer als ooyt Europa zag;
En Koninglyke Wimpels zinken,Ga naar voetnoot73
(Waar is die tyd!) voor onse Vlag!
75.[regelnummer]
Gy rukt vergeefs de Nederlanden
Uit jong', en fier', en dapp're handen,Ga naar voetnoot76
Begryp voor u, en 't Vaderland,Ga naar voetnoot77
Om hulp voor ons, in onse twisten,
En tegen Buitenlandsche listen,
80.[regelnummer]
Te zoeken van Oranje's hand!
Hier valt de Prins in hare woorden,Ga naar voetnoot81
En vraagd, wat wil die Schildery,
Dat ysselyk toneel van moorden,
Zo 't schynd, door Hollands Burgery?
85.[regelnummer]
Wat voerde tot onmenschlykheeden
Die Volkeren van zagte zeeden,
Of bragt de dolk in hare hand?
Myn oog herkend die beide Broeders,Ga naar voetnoot88
Die uwe mond noemd' als behoeders
90.[regelnummer]
In groote nood van 't Vaderland?
Gy ziet afschuwelyke tyden,
Hervat de Hoop, die schildery
Verschrikt het oog aan alle zyden
Door Drift, en Woed', en razerny!
95.[regelnummer]
Vel niet, ô Vreemdelingen, heeden
| |
[pagina 272]
| |
Uw oordeel over onse zeeden,
Op 't geen gebeurd' in vroeg're tyd;Ga naar voetnoot97
Wy zelve wenschten uit te wissen,
In Nederlands Geschiedenissen,
100.[regelnummer]
Den dag die deese daad verwyt!Ga naar voetnoot100
Wend liever herwaards uwe treeden,
Ziet hier in wetten der Natuur,
Aan Huygens nutte tyd besteeden,Ga naar voetnoot103-108
En wysen 't perk van ieder uur!
105.[regelnummer]
Saturnus Wereld, met de KringenGa naar voetnoot105-108
En Wachters, die haar Gloob omringen,
Kend d'Aarde 't eerst door Huygens oog!
De Roem van Wiskund' in den Lande
Onstervelyke 's Gravezande,Ga naar voetnoot109
110.[regelnummer]
Verheft door u zig Hemel-hoog!
Twee glasen, die 't geval vergaderd,Ga naar voetnoot111
Met kunst en helder gepolyst,
Doen 't voorwerp zien, dat zig, genaderdGa naar voetnoot113-114
Of wel in afstand verder wysd.
115.[regelnummer]
Nu gaat g', ô Middelburg, ons' oogenGa naar voetnoot115
| |
[pagina 273]
| |
Verbaasen door Natuurs vermoogen,
Nu volgd men Venus in de Son!Ga naar voetnoot117
Wyl Leeuwenhoek, langs and're paden,Ga naar voetnoot118
Natuurs geheimen tracht te raaden,
120.[regelnummer]
En zoekt hoe dat de mensch begon!
[Arbeidzaam Volk, toon wyse Reeden;Ga naar voetnoot121
Gepaste Zuiverheid blyf hier;Ga naar voetnoot122
Gun Naso vuile taal en zeedenGa naar voetnoot123
En dartelheid aan Sapho's Lier!Ga naar voetnoot124
125.[regelnummer]
Laat hier de nyv're Handel woonen;
De schrand're Zuinigheid zig toonen;
Betwist aan 't water, land en kust:
En 't nut zal 't aangenaame vinden,
Vernuft en achtbaarheid verbinden,
130.[regelnummer]
En Zeedigheid met Weetenslust.]
Zo volgens d'algemeene wenschenGa naar voetnoot131-136
Van 't zwakke stervelyk geslagt,
De Dood mogt vlieden voor de menschen,
Of 't leeven zyn in iemands magt;
135.[regelnummer]
Scheen lang in uwe hand die gave,Ga naar voetnoot135
| |
[pagina 274]
| |
Verpand aan uwe kunst, Boerhave!Ga naar voetnoot136
De Waarheid schreef met Hooft dit boek!Ga naar voetnoot137
Daar gaat Geleerdheid kranssen vlechten,
Die eens Gerechtigheid zal hechten,
140.[regelnummer]
Op 't gryse hair van Bynkershoek!Ga naar voetnoot140
Dit zyn, die, welkers zachte woorden,Ga naar voetnoot141
Zomtyds gemengd met hoogen toon,
Behielden 't Evenwigt in 't Noorden
En heelden Deenemarkens hoon:Ga naar voetnoot144
145.[regelnummer]
Wanneer 't beleg van Coppenhagen,
Door Neêrlands Vlooten opgeslagen,Ga naar voetnoot146
Deed hooren uit van Beuning's mond,Ga naar voetnoot147
Aan fier' Hiperboreesche Kroonen,Ga naar voetnoot148
Dat Amsterdam in 't Dok had woonen,Ga naar voetnoot149-150
150.[regelnummer]
De houte sleutels van de Sond!
Merk tweemaal hondert duizend mannen,
Daar Sambr', en Maas, van Namen vliên;
De Wind, toond Lelien gespannen,Ga naar voetnoot153
Of doed de Leeuw en Pylen zien!Ga naar voetnoot154
155.[regelnummer]
De Hel breekt uit in deese vuuren,
| |
[pagina 275]
| |
En zwelgd de menschen, aard' en muuren!Ga naar voetnoot156
De Bombe woed in slag en val!
De kogels slegten Rots en Werken!Ga naar voetnoot158
Die stille Fries, terwyl aan 't sterken,
160.[regelnummer]
Schetst, in de Vlam, een nieuwe Wal!
Maar van der Stel, zal in Woestynen,Ga naar voetnoot161
De vette tarw', en most, doen zien;
Het Paradys op nieuws verschynen,Ga naar voetnoot163
En all' de Werelds vrugten biên!
165.[regelnummer]
Hy leerd de Caapsche grond gebruiken,
Verward in d'eerste Scheppings struiken:
Hy sprak; de Wildernisse lacht!
Zie, tusschen 't graan de violieren;
En d'Africaan syn Vryster çieren,
170.[regelnummer]
Met d'eerste roos die d'Uythoek bracht!
*[regelnummer]
Hier is (benauwd in wyde Staaten,)Ga naar voetnoot171
Niet meer de Groote Lodewyk,Ga naar voetnoot172
Gereed, Versailles te verlaaten,
En neemen na Chambord de wyk!
175.[regelnummer]
Wie zal van deese wond're vreesenGa naar voetnoot175
| |
[pagina 276]
| |
Het wonderbaars werktuig weesen,Ga naar voetnoot176
Door moed, of ongehoord beleid?
't Is Sirtema, wiens hart en ooren,
Fleuri's getuig'nis mogten hooren;Ga naar voetnoot179
180.[regelnummer]
Verhoogd door syne zeedigheid!
ô Vorst! die reeds zo lange jaaren,
Gevoed in Macht en Vleyery,
Nu meende 't Aardryk en de baaren
Te zien in uwe Heerschappy;
185.[regelnummer]
Wiens zorg, door Koninglyke gunsten,
Hernieuwd' in Weetenschap en Kunsten,
Al wat aan ons gekomen is,
Van 't geen Pericles Eeuw bekroonde,Ga naar voetnoot188
En Romen aan de Wereld toonde,
190.[regelnummer]
Of 't Huys, na haar, van Medicis;Ga naar voetnoot190
Waarom het laatst van uwe dagen
Niet doorgebracht in roem en rust?
Zie welke reeks van felle slagen
Op Vrankryk stort uw Oorlogs-lust!
195.[regelnummer]
Hoe weinig uwe moed voor deesen
| |
[pagina t.o. 277]
| |
Mr. François Fagel (1659-1746)
| |
[pagina 277]
| |
All' uwe Buuren scheen te vreesen
Verdeeld door list van uwe hand;
Gy leerde kennen Neerlands krachten,
Wanneer altoos eenparig dachten,
200.[regelnummer]
Hop, Heinsius en Slingeland!Ga naar voetnoot200
Dit 's Fagel, kunstig uitgehouwen,Ga naar voetnoot201
Met list in wit Albast gevat;Ga naar voetnoot202
Die Man, die zestig jaar, 't vertrouwenGa naar voetnoot203
Van Neêrland en Euroop bezat!
205.[regelnummer]
Aan wien gezond, en lang, te leeven,
By ziels gerustheid was gegeeven;
Altoos de zelv' in alle tyd!Ga naar voetnoot207
Dien, nimmer, Laster durfde scheuren;
Die, 't geen aan niemand mogt gebeuren,
210.[regelnummer]
Gezeegepraald heeft van de Nyd!Ga naar voetnoot210
|
|