De geuzen
(1943)–Onno Zwier van Haren– Auteursrecht onbekend
[pagina 232]
| |
Zesde zang.aant.aant.1.[regelnummer]
De Oudheid schilderd gulden Eeuwen,
En tyden als 't onnoosel lam,
Met tygers weid' en felle leeuwen,
En hooninggraat van eyken kwam!
5.[regelnummer]
Het Aardryk gaf aan alle menschen,
Het geen 't beluste hart kon wenschen.
Geen twist of oorlog was bekend;
Een ieder had geruste dagen,
Men zag d'inwoonder niet verjagen
10.[regelnummer]
Daar armôe stoute Rovers zend.Ga naar voetnoot10.
Maar als Pandora's doos nu open,Ga naar voetnoot11.
De misdaên deed aan d'Aarde zien
En dat Astrêe na 't Zwerk gelopenGa naar voetnoot13.
De Deugden reeds voor uit zag vliên;Ga naar voetnoot14.
15.[regelnummer]
Wierd ieder sterveling bevangen
Met heete drift van zelv' belangen,
Die bragten 't staal in onse hand!
Ongraag zag m'eerst het bloed vergieten,
Toen zonder schrik met stroomen vlieten,
20.[regelnummer]
En d'oorlog wierd een kunst in 't Land.
Die Kunst, gering in haar beginning,Ga naar voetnoot21.
Was met de twist ten eind' gebracht,
Gewoonelyk was d'overwinning
Gevolg van tal en lighaams kracht.Ga naar voetnoot24.
25.[regelnummer]
Maar thans, nu 't kruit is uitgevonden
| |
[pagina 233]
| |
Werd kryg gevoerd met ys're monden,Ga naar voetnoot26.
De lighaams krachten zyn onnut;
Het grootste heyr kan weinig baten
En moet, en veld en Steeden, laaten,Ga naar voetnoot29.
30.[regelnummer]
Aan 't welbestierde grof geschut.
Dus, alhoewel de Spaansche Benden,
Op moed hovaardig, en getal,
Die nimmer Overwinnaar kenden,
Of wachten in die zwakke Wal;Ga naar voetnoot34.
35.[regelnummer]
Met haar gewoone trotsheid koomen,
Die Wal weet hare gang te toornen
Door onverwagten hinderpaal,
Sy zien de Dood, aan alle zyen
Verdunnen hare fiere Ryen,
40.[regelnummer]
Bereikt, door blikzemend metaal!
Sy blyven staan: Bossu verwonderd,Ga naar voetnoot41.
Gaat daar 't gevaar het heevigst blaakt;
Waar heen 't geschut het zwaarste donderd,
En 't allermeest verwarring maakt.
45.[regelnummer]
Waar zyn nu hier, roept hy, die Braaven,Ga naar voetnoot45.
Die Vrankryks Koning banden gaven,Ga naar voetnoot46.
Als Pavia zag hunne moed?
Of aangevoerd door Alba's handen
Beschermden Ryks en Godsdiensts pandenGa naar voetnoot49.
50.[regelnummer]
En verfden d'Elb met Duytschlands bloed?Ga naar voetnoot50.
| |
[pagina 234]
| |
De Rustplaats uwer bange stappenGa naar voetnoot51-52.
Is ons 't gevaarlykste van all'!
Of gaat lafhartig rugwaarts trappenGa naar voetnoot53.
Of durfd my volgen na de Wal!
55.[regelnummer]
Gy draald? wel aan, ik zal niet traagen!Ga naar voetnoot55.
En gy, verhaald, als m' u zal vraagen
Waar uwe Leidsman u ontviel;
Dat gy en Spanjaards en Soldaaten,
Uw Nêerlands Veldheer hebt gelaaten
60.[regelnummer]
By Heylgerlêe, en voor den Briel!Ga naar voetnoot60.
Hy eindigd dus die schamp're reeden:
De Spanjaards bitterlyk verstoord,
Hervatten onverzaagd de treeden,
Hoe veel 't geschut van verre moord!Ga naar voetnoot64.
65.[regelnummer]
Maar nader aan de Wal gekoomen
Is ras 't Canon niet meer te schroomen,
En 't lood gespreid uit kleiner mond.Ga naar voetnoot67.
Nu blinkt, in bloed aan weederzyden,
Het wapen 't geen in deese tyden,Ga naar voetnoot69.
70.[regelnummer]
Met hulp van Hel, Bayonne vond!
*[regelnummer]
d'Eylanders van die losse duynen,
Daar altyd storm de zanden mengd,
En van de kaal' en ligte kruynen
In Wadden nieuwe Banken brengd;
75.[regelnummer]
De Landman van Noord-Hollands biesen,Ga naar voetnoot75.
| |
[pagina 235]
| |
De Vlaming, Zeeuw, Bataaf, en Friesen,
Door Vryheids zugt in 't bloed verdwaald,
Bevegten, weederstaan, en tergen
Die Battaillons van bruine dwergen,
80.[regelnummer]
Van d'Alpuxarras afgedaald.Ga naar voetnoot80.
[Dat oude Voetvolk, zonder spreeken,
Aandagtig op de doffe trom
Begind Colonne's wys' te breekenGa naar voetnoot83.
In straaten nauw door Geusen drom.Ga naar voetnoot84.
85.[regelnummer]
Maar deese heffen luyde klanken,Ga naar voetnoot85.
Wyl hare moed en front en flanken
Ontrust, met pieken, byl, en mes;Ga naar voetnoot87.
En toegang keerd na zwakke muuren,Ga naar voetnoot88.
Verbeeterd iets in weinig uuren,
90.[regelnummer]
Door yver meer, als Kunde's les.]Ga naar voetnoot90.
*[regelnummer]
Verscheiden driften leesd m' in d'oogen,
Van eer, en hoop, van toorn, en wraak,
De Spanjaard is voor zig bewoogen,
De Geus alleen voor 's Vryheids zaak.
95.[regelnummer]
Het zoete Prado koomt verdwynenGa naar voetnoot95.
Nu Lara flauwd, in wond', en pynen,Ga naar voetnoot96.
Vergeefs door drank en reuk gelaafd:
En Fokke, wyl hy 't licht gaat derven,Ga naar voetnoot98.
Roept woedend uit, in 't mids van 't sterven,
100.[regelnummer]
Ik sterf; en 't Land is nog verslaafd!
| |
[pagina 236]
| |
De zelve moed is wel in 't vechten,
Dog Krygstucht maar aan eene kant,
En doorgaans zal Fortuin zig hechtenGa naar voetnoot103.
By wyse Tucht in dapp're hand.Ga naar voetnoot104.
105.[regelnummer]
Reeds ziet la Marck, in gansche hoopen,
't Gemeen uit Stad en Voorstad loopen,Ga naar voetnoot106.
Na strand, en na de Scheepen gaan;
Die, wil 't geroofde niet verliesen,
Wyl deese spreekt van Zee te kiesen,
110.[regelnummer]
En met de Vryheid is 't gedaan!
[Nogtans zyn d'onverzaagde Hoofden
Op Wallen om den Veldheer heen,
Indachtig 't geen sy hem beloofden,
En hoopeloos in dood alleen.
115.[regelnummer]
Maar 't lood heeft Jelmer weggenoomen,Ga naar voetnoot115.
Door staal is Martens omgekoomen,Ga naar voetnoot116.
En in de Voorstad, reeds in vlam,
Door overmoed te lang gebleeven,
Verlooren Graav' en Rhyne 't leeven,Ga naar voetnoot119.
120.[regelnummer]
Wyl Lumei 't heyr na binnen nam.
Want d'onweerstaanb're Krygs-Colonne,
Die donker vuur in dampen braakt,
En 't licht verduisterd van de Sonne,
Is eindlyk aan de gracht geraakt:
125.[regelnummer]
Reeds breekt m'aan huysen, en in tuynen,Ga naar voetnoot125-126.
| |
[pagina 237]
| |
Tot brug en damming, hout en puynen,
Reeds zoekt de koene MondragonGa naar voetnoot127.
Langs small' en glibberige paaden,
Die roem gevolg van Helde daaden,
130.[regelnummer]
Die 't blinkend Goesch' ontzet begon.]Ga naar voetnoot130.
Als Rochus, in den Briel gebooren,Ga naar voetnoot131.
Niet onbewust van 't geen de Stad,
In deese tyden, is beschooren,
Zo Spanje d'overwinning had;
135.[regelnummer]
Als Rochus voorneemd korte dagenGa naar voetnoot135.
Voor eeuwig' eer en lof te waagen,
Hy zegd, ik geev' aan 't Land myn bloed!
Het is niet nodig dat ik leeve,
Maar nut dat Spanje schrikk' en beeve,
140.[regelnummer]
Als zy zal hooren Neêrlands gloed!
[Ik wil, hun, die de Zege wachten,
Doen voelen, d'eerst', in Hollands nood,Ga naar voetnoot142.
De wiss', hoewel geringe, machten,
Die hier, Natuur aan Vryheid, bood.
145.[regelnummer]
Die byl gaat hind'ren 't overtrekken,Ga naar voetnoot145.
En ons een .nieuwe hulp verstrekken,
Aan deeser Krygskund' onbekend;Ga naar voetnoot147.
Het rysend ty, zal weg doen loopen
Zo ras de Nieuwlands Sluys is oopen,
150.[regelnummer]
Een Vyand, Vloeden ongewend.]
| |
[pagina 238]
| |
Hy sprak; en reeds zyn weg de kleeden:
Hy springd in 't midden van de gracht
Men ziet de friss' en rappe leeden
Behendig toonen hare kracht!
155.[regelnummer]
In beide leegers, opgetoogen,Ga naar voetnoot155.
Vest Rochus ieders geest en oogen:Ga naar voetnoot156.
Het eene pryst syn Helde-moed!
Wyl 't and're, door syn daad verbolgen,
Laat duizend kogels hem vervolgen,
160.[regelnummer]
En ieder schoot op Rochus doed.
Hy duykt; hy zwemd met lange streeken
Een byl is in de rechterhand,
Om alle hindernis te breeken,
Die 't zeenat weig'ren kan aan 't land.
165.[regelnummer]
Hy hakt! men ziet het water ruyssen,
En fluks in schuim en golven bruyssen,
En overstroomen bouw en dam!Ga naar voetnoot167.
De natte Spanjaart vreesd verdrinken,Ga naar voetnoot168.
Hy vlucht, de grond die schynd te zinken,
170.[regelnummer]
En zoekt langs welke weg hy kwam!
Dog Rochus vind wêerom de Wallen
Bewaard door dapperheid en kunst,
Uw roem zal nimmer, Rochus! vallen,
Gy hebt verdiend de Vryheids gunst!
175.[regelnummer]
Schoon uw Geslagt niet was verheeven,
Uw hart en moed zal luyster geeven,
Meer als Geboorte leenen kan!
En hy, dien eerst de Deugd bekoorde
En d'Eer tot dapp're daaden spoorde,Ga naar voetnoot179.
180.[regelnummer]
Hy was de eerste Edelman!
| |
[pagina 239]
| |
Zo, van d'onlangs bevryde stroomen,
En van de weg-gescheurde brug,
Verscheen Horatius in Romen,Ga naar voetnoot183.
En week Porsenna's heyr te rug!
185.[regelnummer]
Maar om behoorlyk hem te kroonen
Heeft Cocles Maro's Helde-toonen,Ga naar voetnoot186.
En Rochus myne zwakke Lier!
Nogtans gaat Rochus eeuwen leeven,
Nu myne Lier syn naam zal kleeven,
190.[regelnummer]
Aan Nassau, Geus, en Batavier!
Maar wyl der Spanjaards woed in 't vluchten
Verschrikt het angstig Beyerland,
Verneemd de blyde Geus geruchten
Dat Vlissing is in 's Vryheids hand,
195.[regelnummer]
En Veer' ontrokken aan Tirannen!
Gy ziet, zegd Lumei, wakk're Mannen,
Gy ziet, den weg, die Voorspoed toond!
Sy helpt die voorwaars durven streeven,
Bossu is nauwelyks verdreeven,
200.[regelnummer]
Of uwe deugd is al beloond!
Laat ons na 't weelig Braband vaaren,
Wat is 'er dat op Schelde stuit?Ga naar voetnoot202.
De Kloosters der Antwerpenaaren,
Haar rykste Kerk is uwe Buit.
205.[regelnummer]
Neen, (antwoord Blois) in Holland blyven!Ga naar voetnoot205.
| |
[pagina 240]
| |
Laat onse macht daar eerst beklyven,
Op haar en Zeeland koomt het aan!
De Geus, in dat bezit gekoomen,
Kan Rhyn, en Maas, en Schelde toornen,
210.[regelnummer]
En, weêr vereend, na Brussel gaan!
Wilt deese kusten niet ontblooten,
Blyv' voor Oranj' alhier gebiên;
Verschans de dyken en de slooten,
Wyl anderen na helpers zien!
215.[regelnummer]
Ik zal de Zeeuwen gaan versterken,
De Ryk om Eng'lands bystand werken,Ga naar voetnoot216.
Laat Enthes Dordrecht onderstaan!Ga naar voetnoot217.
En wyl, na Gorcum, Brand zal vaaren,Ga naar voetnoot218.
Kan Zwieten volk in Schieland gaêrenGa naar voetnoot219.
220.[regelnummer]
En Cabbiljau na Alkmaar gaan!Ga naar voetnoot220.
Wel haast zal hier Oranje weesen,
Oranje, Nêerlands toeverlaat;
Die 't werk door onse hand gereesenGa naar voetnoot223.
Gelukkiglyk volbrengen gaat!
225.[regelnummer]
Wy zullen onder uw beveelen,
Terwyl 's Lands eerste breuken heelen,
Vervolgen 't geen den Briel beloofd,
Door dubble vlyt en moed betrachten
Dat binnen kort der Geusen krachten
230.[regelnummer]
Zyn niet onwaardig zulk een Hoofd!Ga naar voetnoot230.
| |
[pagina 241]
| |
De Veldheer door 't gesprek bewoogen
Laat toe dat hem de Reeden temd;Ga naar voetnoot232.
En Blois bespeurd in aller oogen
Dat ieders hart dit meede stemd.
235.[regelnummer]
Gedreeven, onderwyl, na 't Westen
Verbergd de nacht de Brielsche Vesten,
En dekt d'Atlantisch Oceaan;
De Volk'ren van Europa's Kusten
Vermoeyd van arbeid, gaan nu rusten
240.[regelnummer]
En 't licht bezoekt d'Americaan!
|
|