De geuzen
(1943)–Onno Zwier van Haren– Auteursrecht onbekend
[pagina 199]
| |
Tweede zang.aant.aant.1.[regelnummer]
ô Gy! die schuwend' alle banden,Ga naar voetnoot1
Het Capitool verliet met smart,Ga naar voetnoot2
En buiten macht van Caesar's handen
Uw glans vertoond' in Cato's hart;Ga naar voetnoot4
5.[regelnummer]
Die als de woede van Tirannen
Uw naam van d'Aarde wil verbannen
Nog moordend staal nog pyn ontziet;
Koom Vryheid! myne Lier gaat zingenGa naar voetnoot8
Die u hier brachten, of ontvingen,
10.[regelnummer]
Koom! weiger uwe bystand niet!
*[regelnummer]
Gun mynen geest die stoute vuuren,
Die schitt'ren daar Gy 't Land verblyd,Ga naar voetnoot12
Die stadig in 't geheugen duuren,
En overleeven Dwing'lands Nyd!
15.[regelnummer]
Die reesen Mirjams fiere toonen,Ga naar voetnoot15
Als 't woeste Heyr, van Jacobs Soonen,Ga naar voetnoot16-17
Op Edoms oever was geleid;
Door welk' in zagt're tyd verscheenen,
En d'Atticismus der Helleenen,Ga naar voetnoot19
20.[regelnummer]
En Romein's gladd' Urbaniteit.Ga naar voetnoot20
| |
[pagina 200]
| |
† En Gy! die d'eerst' in onse dagen,Ga naar voetnoot21
Wanneer de staat van 't Vaderland
Wanhoopig scheen, door zware slagen,
De Vryheid zogt in Nassau's hand;
25.[regelnummer]
En als myn hart had blyk gegeven,Ga naar voetnoot25-27
Hoe vriendschap na de dood kan leeven,
Alleen bekroonde deese stof;
Ter Veer! wilt gunstiglyk ontvangen
Myn dankbaarheid, en korte Zangen,
30.[regelnummer]
Sy bieden U der Geusen Lof!
Reeds naderd, met gedugte Benden,
Die niemand zonder schrikken ziet,
Al wat de Dwing'landy kan zenden
Tot staving van een moord gebied!Ga naar voetnoot34
35.[regelnummer]
Ziê, Bygeloof met heete twisten,
Schynheiligheid met donk're listen,
En Armôe temster van de moed!
De Wreedheid volgd, met bloedig' armen,
De Valsheid, die zig schynd t'erbarmen,
40.[regelnummer]
En dekt in grimlach bitt're woed'!Ga naar voetnoot40
Maar waar zal eerst het onweer vallen,
Op ieder niet bedagt te vliên;
Of welke Stad in haare Wallen
Het moord-toneel geopend zien?
45.[regelnummer]
Geen bloed gering, geen bloed verheeven,
| |
[pagina 201]
| |
Waar aan genade werd gegeven;
Het gansche Land is een schavot!Ga naar voetnoot47
En hy die Beelden heeft gebrooken,Ga naar voetnoot48
En hy die Beelden heeft gewrooken
50.[regelnummer]
All' ondergaan het zelve Lot!
De zelve dag, en uur, zal treffen,
En hen die beeven in 't gevaar;
En u, Villers, die moed durfd heffenGa naar voetnoot53
En in de dood, en voor de baar!
55.[regelnummer]
De byl, en Bloed-raad, zeegepraalen;
Hier vallen Caasembroot, van Straalen,Ga naar voetnoot56
Daar Galama, de oudste Fries!Ga naar voetnoot57
Niets meer is heilig in de Landen
En Beulen slaan, voor 't eerst de handen,
60.[regelnummer]
Aan Teekenen van 't Gulde Vlies!Ga naar voetnoot60
| |
[pagina 202]
| |
Die voor de Vorsten hebt gestreeden,
Die voor uw bloed wagt hare lof,Ga naar voetnoot62
Koomt hier by Egmonds romp getreeden,Ga naar voetnoot63
En ziet de dankbaarheid van 't Hof!
65.[regelnummer]
Nog Vrouw, nog Vaderloose Weesen,
Nog alle dienst gedaan voordeesen;
Niets, Egmond heeft uw hoofd bespaard;
Nog St. Quintin, nog Grevelingen,Ga naar voetnoot68
Nog prys van Vreemd' en Inboorlingen,Ga naar voetnoot69
70.[regelnummer]
Nog tweemaal 't Ryk door u bewaard!
[Dog waarom stort men deese muuren,Ga naar voetnoot71
Die balken, moêylyk opgebeurd,
Die styl, die eeuwen kon verduuren;Ga naar voetnoot73
Waar toe dat fundament verscheurd?
75.[regelnummer]
Juich Pallands huys! juicht heyl'ge daaken!Ga naar voetnoot75
Schoon Alba's Vonnis u mag laakenGa naar voetnoot76-77
In woorden die de Spyt verzon;
De Zuyl op uwe puyn gereesen,
Zal 't Pharos van de Vryheid weesen,Ga naar voetnoot79
80.[regelnummer]
En toonen waar de Geus begon.
| |
[pagina 203]
| |
Eerbiedigd altyd, Geus! dit teeken;
Laat Bloedraads Ban, laat hoop of vrees,Ga naar voetnoot82
U nimmermeer zien afgeweeken
Van Vryheid die Oranje rees!Ga naar voetnoot84
85.[regelnummer]
Schoon U, de haat van Vreemdelingen,Ga naar voetnoot85
En laage moordenaars, omringen,Ga naar voetnoot86
Wat ook besluiten mag de Nyd;
Het Na-geslagt weet uit te ziften
Wat oorzaak gaf tot vuyle Schriften,
90.[regelnummer]
Uitbraakzelen van slaafse tyd!]
Wie zal nu hulp of bystand, leenen,
ô Droevig Land, byna Woestyn?
Daar God en Vryheid is verdweenen,
Daar Hel, en Dwang, bewoonders zyn!
95.[regelnummer]
De dag als alles schynd verlooren,
Als Vorsten weig'ren u te hooren,
En ieder uwe klachten schroomd,
Als Wanhoop is ten top gereesen;
Die dag zal uw verlossing weesen,
100.[regelnummer]
ô Nederland! Oranje koomt.
Oranje koomt! zie meede koomen
De Godvrugt in syn rechterhand,
En zuiv're Leer, in 't bloed der VroomenGa naar voetnoot103-104
Vergeefs vervolgd, in Nederland!
105.[regelnummer]
Syn' and're hand, draagd and're panden,
| |
[pagina 204]
| |
Sy toond de Rechten van de Landen,
Sy bied de guide Vryheid aan!
De Vryheid, die aan u gaat zweeren,
Dat zy door niemand t'overheerenGa naar voetnoot109
110.[regelnummer]
Zal eeuwig by Oranje staan!
De Vryheid koomt! de Zeeuwsche Steden
Doen bald'ren 't Schut, en Vryheids naam!Ga naar voetnoot112
Die naam altoos daar aangebeeden,
Voegd schielyk alle harten zaêm!
115.[regelnummer]
Wanneer vreesd' ooyt de Zeeuw gevaaren
Als hy voor Godsdienst en Altaaren,
Voor Vryheid en Oranje stryd?
d'Oranje Vlag van Vlissings muuren,
Cierd ook ter Veer in weinig uuren,
120.[regelnummer]
Ter Veer is voor Oranj' altyd!
Oranj' en Vryheid doen herschynen
De Geusen, welke Dwinglandy
Van d'Aarde zogt te doen verdwynen,
En 't wit van hare razemy!Ga naar voetnoot124
125.[regelnummer]
Sy rysen weder uit de baaren
Daar hen de Vryheid deê bewaaren,
Toen alles vluchte, boog, of viel!
Een kleine Vloot is haar vermoogen,
Maar d'onverzaagdheid is in d'oogen,
130.[regelnummer]
En 't Vaderland in ieders ziel!
| |
[pagina 205]
| |
Dus van Collatiën vertrokken,Ga naar voetnoot131
De dolk, en bloedig in de hand,
Kwam d'eerste Brutus, onverschrokken,Ga naar voetnoot133
Zig toonen aan de Tyber's rand.Ga naar voetnoot134
135.[regelnummer]
Romeinen, riep hy, neigd uw' ooren,
De blyde Vryheid laat zig hooren;
Sy zegd, kiest my of slaverny!
Voor Wetten, of voor Heer, te beeven,
Verkiest, of slaav', of Vry, te leeven?
140.[regelnummer]
En 't Capitool weêrgalmde, Vry!
De Weste Wind vervuld de zeylen,
De Vryheid dryft in lucht vooruit,
De Hoofden zoeken Alba's feylen,Ga naar voetnoot143
En 't Scheepsvolk, land, en wraak, en buit!
145.[regelnummer]
Maar hy, wiens groot' hoedanigheeden,
Verduisterd zyn door ruwe zeeden,
En wiens onafgeschooren baard,Ga naar voetnoot147-148
De moord van Brussel zweert te wreeken
La Marck vervaardigt zig te spreeken,
150.[regelnummer]
La Marck, aan 't woeste hart zo waard!
| |
[pagina 206]
| |
Spitzbroeders, zegd hy, Spanje's moorden
En Dwinglandy, met my, ontgaan;Ga naar voetnoot152
Die eertyds ergens t'huis behooren,Ga naar voetnoot153
En thans van Vaderland ondaan,
155.[regelnummer]
Geweigerd werd aan land te sterven,Ga naar voetnoot155
En in de aard' een graf te erven;
Beroofd van 't sterv'lings laatste goed!
Het wreede voorbeeld van Tirannen
Wil dat meedoogenheid gebannen,
160.[regelnummer]
By ons ook wyke voor de woed'!
De Dwinglandy heeft hier genoomen
Wat na-liet uwer Oud'ren deugd;
Kan 't niet in onse Scheepen koomen,
Het blyve niet tot haar geneugd!
165.[regelnummer]
De Maas, die toorens, deese Landen,
't Is alles in der Spanjaards handen,
't Is alles vyandlyke Kust!
Laat roof en vlammen niets bespaaren
En mag de brand, of door de baaren,
170.[regelnummer]
Of 't Spaansche bloed zyn uitgeblust!
Hy sprak; gewoon om uit te spatten
Op 't voorbeeld van syn moedig Hoofd,
Verbeeld matroos, d'aanstaande schattenGa naar voetnoot173
By alle reeds voorheen geroofd!
175.[regelnummer]
Leid! roept 'er een in wilde reeden,Ga naar voetnoot175
Leid ons, wy volgen uwe treeden
Tot in de Voorstad van de Hel!
Daar Winst en Vryheid is te haalen
Zal my geen schrik van u doen dwaalen,
180.[regelnummer]
Al is de Hitte nog zo fel!Ga naar voetnoot180
| |
[pagina 207]
| |
ô Godvrucht! Vryheid! Neêrlands wenschen;
Uw woon had u byna berouwd,Ga naar voetnoot182
Wanneer Gy vond aan welke menschen
Het Lot uw welvaard had betrouwd!Ga naar voetnoot184
185.[regelnummer]
Maar schoon die mannen u mishaagden,
Gy bleeft nogtans, ô Heyl'ge Maagden;
Aan uw vooruitzicht was bekend,Ga naar voetnoot187
Dat als de Wysheid Hoogverheeven,
Wil zuiv're lucht aan d'Aarde geeven,
190.[regelnummer]
Sy dikwyls eerst een Onweêr zend!
|
|