zelf gebakken had... In die tijd zijn ook in Pulle enkele dingen onherroepelijk veranderd... De krakende, oude windmolen, op de molenberg, naast het kerkhof, had geen nut meer en... moest dus verdwijnen. Aan een ornamentele of symbolische waarde dacht in die dagen niemand. Trouwens ornamenten, monumenten, relikten en symbolen brachten niets op, en de nutsfaktoren waren tot dan toe altijd de drijfveren van het plattelandsleven in de Kempen geweest. Wie zou overigens de Pullenaars in een verleden van armoede, oorlogen en isolement enige historische of artistieke sentimentaliteit bijgebracht hebben? Het een had vanzelfsprekend met het ander niets te maken, maar in die dagen stak het socialisme in Pulle de kop op. Voordien hadden de Pullenaars in het ergste geval verveeld de schouders opgehaald als de nogal fanatieke Jos Constant zijn antireligieuze, antiroyalistische, proletarische en propagandistische driftbuien kreeg. Nu kreeg de man zowaar aanhangers, en het was dan ook te voorspellen dat Pulle - voor het eerst in zijn geschiedenis - gemeenteverkiezingen zou beleven. Dat socialisme stond natuurlijk nog in zijn kinderschoenen en gaf vaak aanleiding tot heel wat vrolijkheid. En iemand die, nadat hij tot de partij was toegetreden, door zijn vrouw prompt voor de deur werd gezet, was natuurlijk gauw op zijn paard... in de diamantslijperij, waar men als nergens anders de kunst verstond in te spelen op iemands lichtgeraaktheid, kittelorigheid en... ‘overschot van gelijk’. Ernstige proporties heeft die politieke dwarsdrijverij in Pulle nooit aangenomen. De grootste stunt haalden de socialisten uit toen ze op een keer na de hoogmis rode lucifersdoosjes uitdeelden met propaganda erop... In Pulle waren de mensen altijd zeer verdraagzaam. Daarom, geloof ik, is het ook altijd een paradijs geweest voor de Getuigen van Jehova, die er elke zondagvoormiddag gelukzalig
door de straten kwamen kuieren. Jefke Polier liet zo eens een nogal opdringerige heilspredikant en -verwachteling binnen. ‘Zitten!’ gebood hij aan zijn huisgenoten. ‘En luisteren naar wat meneer te vertellen heeft!’