geleden gevraagd had om er over mijn werk te komen spreken, overviel mij bij het betreden van het immense gebouwencomplex weer hetzelfde desolate en desperate gevoel. Iemand vroeg me toen waarom ik over de jaren als intern daar nooit wat geschreven had. Ik antwoordde, geloof ik, dat ik me alleen al bij het terugdenken aan die tijd weer zee-, lucht- en landziek tegelijkertijd voelde. Het moet iets te maken hebben met mijn konstitutie, die in illo tempore wellicht de konstitutie van elke Pullenaar was. Het dorp was toen een aards paradijs en wie eruit weggerukt of verbannen werd - de Pullenaars die toen middelbaar onderwijs volgden, waren zeldzaamheden, rariteiten zelfs - voelde zich door een engel met een vlammend zwaard de uitzichtloosheid ingedreven. Als een vorm van sadisme ervoer ik wat men de sorties (omtrent Allerheiligen, vastenavond en Pinksteren) noemde: als ik thuiskwam, kon ik weer inpakken. Ach, ook tijdens de vakanties werd het niet meer wat het geweest was: het klikte niet meer met mijn kameraden... Ik zou immers pastoor worden, of archtitekt, of... alleszins iets dat niet paste bij Pulle. Voor moeder, die al meer dan genoeg te stellen had met mijn broertjes en zusjes, verbeet en verborg ik mijn misère. Terwijl ik me erger dan Oliver Twist in zijn zwartste dagen voelde, schreef ik naar huis hoe goed ik het getroffen had, hoe smakelijk het eten was, hoe graag ik studeerde... Ik zat nog maar amper in de Kleine Studiezaal (nooit vergeet ik die stank van overjaarse aardappelen, zweetvoeten en andere onfrisheid - in geen maanden zagen de leerlingen daar een bad), of de surveillant Peeters (die men de Blater noemde) boorde mij de grond in met vier vingers tegelijkertijd (‘vier noten’ noemde men dat) voor iets dat mijn buurjongen gedaan had. Het betekende dat de eerste maandkaart die mijn moeder kreeg een rode kleur had én dat ik de volgende zondagnamiddag met een soort
van strafkompagnie naar het zes kilometer verder gelegen Loenhout moest marcheren. Eigenlijk was dat nog maar een peulschil tegenover wat enkele maanden later