merkte ik dat ik het bezoek gekregen had van een grote wesp. Tegelijkertijd ontbrandde de pijn. Drie minuten later leek het wel of ik daar zat te gapen met een rode biljartbal in mijn smoel. Die biljartbal was intussen weliswaar een pruim geworden, maar zelfs met een pruim in de mond blijft glimlachen nog een kwestieuze handeling.
‘Ik kwam vragen,’ zei hij verlegen, ‘of je vanavond niet mee gaat luisteren naar de zang van de nachtzwaluw...’
‘Pardon?’ blubberde ik zo goed als ik kon.
‘Wel, ik weet een ven in Wechelderzande waar je 's avonds de nachtzwaluw kunt horen, en ik dacht...’
Pas toen zag ik het kruisje op de kraag van zijn jas. ‘O ja, natuurlijk, natuurlijk...’ stootte ik uit. ‘Kom binnen!’
‘Een klop op je wauwel gehad?’ vroeg hij terwijl hij me overrompelde met een amikale handgreep en een denderende klop op mijn schouder. Hij liet zich zonder verdere plichtplegingen in de ruimste fauteuil van het salon vallen.
‘Ik zat te vissen vanmorgen,’ verklaarde ik, ‘en toen zorgde een wesp ervoor dat ik aan den lijve ondervond wat een vis zoal voelt met een haak in zijn lip.’
Hij lachte daverend, bulderend. ‘Echt een gedachtengang voor een dichter,’ pufte hij in de rook van de corps diplomatique die ik hem had aangereikt.
‘Bier? Wijn? Cognac?’ suggereerde ik.
Hij diepte een paar doosjes op uit zijn jaszak en hield me die onder de neus. ‘Ik mag geen alkoholische dranken gebruiken, zie je... Ik ben er niet al te best aan toe. Ofwel ben ik té uitgelaten, ofwel té verdrietig. Om een soort van evenwicht tussen blijheid en melancholie, een gulden middenweg tussen exaltatie en depressie, te vinden moet ik deze pillen innemen, viermaal per dag... Hou je van muziek?’ Hij keek onderzoekend naar de tweedehandse pick-up en het platenrekje eronder in een uithoek van de huiskamer.
‘Ja...’ weifelde ik, ‘maar niet bepaald van dat spul... Mijn kinderen hebben een veramerikanizeerde smaak.’
‘Ik ben een echte melomaan,’ draafde hij door, met veel te luide stem. ‘Weet je dat ik thuis tweeënveertig banden heb... tweeënveertig uur nachtegaalmuziek?’
‘Nachtegaalmuziek?’ echode ik niet begrijpend.
‘Ha ja! Om die unieke kollektie te verkrijgen heb ik nachten en nog eens nachten in de bossen doorgebracht... Je moet absoluut eens komen luisteren!’ Hij straalde gewoon en ik dacht onwillekeurig dat het de hoogste tijd werd dat hij zijn medikamenten weer innam.