de zwakken, in zoo veele verwisselingen van tyden en zaaken, die ooit de Kerke zoude ondergaan tot dus verre toe; tot dat eindelyk al deze Geestelyke gezangen in eene rolle t'zamen gebragt zynde, te recht voor een Gouden Kleinoot, nooit genoeg te waardeeren, by de geheele Kerke, uit Joden en Heidenen, is geschat geworden. Gelykze dan ook van outs in alle Taalen, waarin het Evangelium verkondigt wierdt, zyn overgebragt, en in de plechtige Godtsdienstoeffeningen, waar toe de Heiligen by een quamen, gebruikt geworden. De meeste stichtinge echter van zoo nuttigen werk, wel voornamentlyk tot de zulken overgaande, die den zin onder de woorden opgesloten, in hunne Overzettinge en Rym allernaast hadden uitgedrukt. Onze Nederlandtsche Kerken hebben, naar tyts gelegenheit, van den aanvang af, en dat de leere naar het voorbeeldt van de H. Schriften herstelt was, ook hier in haar deel gehadt, en veele naderhant, noch moeite, noch arbeid gespaart om dezelve Psalmen op te helderen, en hoe langer hoe verstaanbaarder te maaken, onder welke dan met groot recht onzes achtens dit nieuwe werk, by François Halma ontworpen, en met die kracht en geestrykheit ten einde gebragt, wel een schoone plaatse verdient; gelyk wy ook nu, des verzocht zynde, het loflyke Werk, zoo veele onze bedieninge toeliet, hebben overzien: en gemerkt hier in niets voorquam dat de gezonde leere tegen is, ons niet willen ontrekken, op het loflykste te roemen, en den Kerken, benevens allen oprechten liefhebberen, die Gode met hert en mondt op het aangenaamste willen zingen en dienen, in het byzonder ende met ernst aan te pryzen.
GERBR. van LEEUWEN,
Sacr. Litter. Dr. & Professor.
Amsteldam den 24 Maart 1707.