hypothese van Prout, begon nu te twijfelen aan de algemene geldigheid ervan. Hij legde zich nu de reusachtige taak op de atoomgewichten van de elementen te bepalen, waarvan de waarden in overeenstemming leken te zijn met Prouts hypothese. De resultaten werden in 1860 gepubliceerd, een jaar voordat Dumas voor een twintigtal elementen het atoomgewicht had bepaald om de juistheid van de hypothese van Prout aan te tonen. Dumas bleef overtuigd van de juistheid van de hypothese, maar moest wel aannemen dat sommige atoomgewichten gehele veelvouden van dat van waterstof zijn, andere van het halve atoomgewicht (1857) en weer andere van een kwart van het atoomgewicht van waterstof (1858). Op deze wijze probeerde hij de hypothese van Prout te redden.
In 1860 publiceerde Stas de resultaten van zijn uitvoerige onderzoekingen. In de inleiding van de Recherches sur les rapports réciproques des poids atomiques merkte hij op dat ‘vanuit het standpunt van de natuurfilosofie, Prouts idee van immense betekenis is’. De chemische elementen, die we voor onveranderlijk houden, zijn verbindingen en te beschouwen als verdichtingen van de oerstof. We worden zo vanzelf geleid tot eenheid van de materie, terwijl we juist veelheid waarnemen. Vandaar dat Stas al zijn tijd had besteed aan het ophelderen van het probleem van de hypothese van Prout. Toen hij in 1840 met zijn onderzoekingen begon, had hij ‘een haast absoluut vertrouwen in de exactheid van het principe van Prout’, maar in 1845 had hij twijfel gekregen aan de juistheid ervan. Op uiterst nauwkeurige wijze had hij de atoomgewichten van een aantal elementen (stikstof, chloor, zwavel, kalium, natrium, zilver en lood) bepaald en soms resultaten verkregen die in overeenstemming waren met Prouts hypothese, soms resultaten die dat niet waren. Zijn eindconclusie was dan ook dat ‘men de wet van Prout als een zuivere illusie moet beschouwen’. Om hier volkomen zeker van te zijn bepaalde hij de volgende vijf jaar opnieuw de atoomgewichten van zilver, kalium, chloor, stikstof en natrium volgens verschillende methoden en met de grootste zorg en voegde nu waterstof, lithium, broom en jodium toe aan de lijst van uitzonderingen op de hypothese van Prout, die hij opnieuw verwierp. Op 14 januari 186b bood hij zijn Nouvelles recherches sur les lois de proportions chimiques, sur les poids atomiques et leurs rapports mutuels aan de Académie royale de Belgique aan.
Stas heeft zich een kwarteeuw beziggehouden met de bepaling van de atoomgewichten van een twaalftal elementen met een grotere nauwkeurigheid dan iedereen voor hem. Hij streefde er steeds naar iedere synthese van een verbinding te controleren door een analyse en besteedde veel tijd en moeite aan de verbetering van de benodigde
Vergelijking tussen de eigenschappen van nicotine en de eigenschappen van de stof in het lichaam van het slachtoffer Gustave Fougnies. Handschrift van Jean-Servais Stas. Brussel, Archives de l'Universite libre de Bruxelles ▪