Het paradys der geestelijcke en kerckelijke lof-sangen, op de principaelste feest-dagen des gheheelen jaers
(1679)–Aegidius Haeffacker– AuteursrechtvrijOp de wijse: O Schepper fier, &c.
MEnschen vreugdt baert,
En wilt uyt slaep op-rijsen,
Katharina prijsen,
De edel Maget schoon:
Sy, jongh gejaert,
Verwon die oude grijsen:
Onder alle Wijsen
Sy spande veer de kroon.
Sy gingh den Keyser stout verkonden
Van Jesus wet, met woorden ronde
Maget Catharijn, lof moet u altoos zijn.
Sy gingh, &c.
O Maegdt eerbaer,
Reyn, suyver, uyt-gelesen,
Ghy moet zijn gepresen
Van alle menschen seer,
Ghy hebt voorwaer
| |
[pagina 519]
| |
De wereld u doen vresen,
Om die te genesen,
Gestreden voor Gods leer,
U schoonheyt en Konings geslachte
Gingt gy voor Godes eer verachten.
Maget Catharijn, lof moet, &c.
U schoonheyt, &c.
Een strijdt hebt gy
Voor God seer vroom gestreden
En voor hem geleden
Den dood met vrolijckheyt:
D'Engelen bly,
Verwondert oock met reden,
Zijn daer toe getreden
Met groot' eerbiedigheyt:
U suyver lichaem met eerwaerden
Hebben gebracht selver ter aerden.
Maget Catharijn, lof moet u altijd zijn.
U suyver, &c.
|
|