Het paradys der geestelijcke en kerckelijke lof-sangen, op de principaelste feest-dagen des gheheelen jaers
(1679)–Aegidius Haeffacker– AuteursrechtvrijAegidius Haeffacker, Het paradys der geestelijcke en kerckelijke lof-sangen, op de principaelste feest-dagen des gheheelen jaers. Z.n., Amsterdam 1679 (7de druk)
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: 4 A 4
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Het paradys der geestelijcke en kerckelijke lof-sangen, op de principaelste feest-dagen des gheheelen jaers van Aegidius Haeffacker in de zevende druk uit 1679. De eerste druk werk dateert uit 1621.
redactionele ingrepen
Van een aantal liederen staat de laatste strofe op de rechter pagina, terwijl op de linker pagina al een nieuw lied begint. Deze laatste strofen zijn naar de linker pagina verplaatst. p. 50-51, 244-245, 254-255, 260-261, 296-297, 298-299, 300-301, 542-543, 606-607, 811-812, 812-813.
Van een aantal liederen staat een deel van de notenbalk op de rechter pagina, terwijl op de linker pagina al een nieuw lied begint. Deze notenbalken zijn naar de linker pagina verplaatst. p. 294-295, 540-541.
p. 24: Het foutieve paginaummer 4 is verbeterd naar 24.
p. 107: Serre → Sterre: ‘Die Sterre sy neerstigh na-ooghden’.
p. 118: Mieroock → Wieroock: ‘Gout, Myrrhe, en Wieroock’.
p. 161: Chrstus → Christus: ‘Dat Christus, die onschuldig was’.
p. 176: Weeest → Weest: ‘Weest ons altijdt ghedaghtigh’.
p. 273: Het foutieve paginanummer 27 is verbeterd naar 273.
p. 304: N → IN: ‘IN een so duyster nachte’.
p. 306: Het foutieve paginanummer 206 is verbeterd naar 306.
p. 320: Het foutieve paginanummer 230 is verbeterd naar 320.
p. 354-356: Accolades verspreid over meerdere regels kunnen in deze digitale versie niet weergegeven worden. Daarom wordt de accolade hier, met bijbehorende tekst, op iedere regel herhaald.
p. 375: Bruygdom → Bruydgom: ‘Bruydgom schoon’.
p. 436: schroomtn → schroomen: ‘En doen my sonder schroomen’.
p. 440: AEenhoort → AEnhoort: ‘AEnhoort toch mijn geklag’.
p. 487: bystaeu → bystaen: ‘Wilt ons met u gebedt bystaen’.
p. 490: reed'lhcken → reed'lijcken: ‘Door wellick dat schier den reed'lijcken aerdt’.
p. 496: chroren → chooren: ‘Martelaren chooren’.
p. 499: Eeert → Eert: ‘Eert Godt met honder-duysent loven’.
p. 500: Proheten → Propheten: ‘En der Propheten onderrechter’.
p. 504: ongelooovigheydt → ongeloovigheydt: ‘En Heydens ongeloovigheydt’.
p. 533: Waer → Maer: ‘Maer wassen altijt meer’.
p. 567: IIk → Ik: ‘Ik ben een armen Pelgrim hier’.
p. 602: eeeuwigh → eeuwigh: ‘Haren strijt om 't eeuwigh loone’.
p. 618: le → te: ‘Want te lang sal eeuwig dueren’.
p. 624: grooot → groot: ‘Want groot zijn uw' genaden’.
p. 624: hidd' → bidd': ‘Ick bidd' u Jesu soet’.
p. 628: Jeu → Jesu: ‘Door Jesu Christi wonden root’.
p. 646: bebegon → begon: ‘Als ick eerst begon te minnen’.
p. 647: geestreden → gestreden: ‘Die hier gestreden heeft om prijs’.
p. 650: allen → alleen: ‘Die mijn sond' kunt alleen’.
p. 654: Het foutieve paginanummer 54 is verbeterd naar 654.
p. 662: Wijn → Mijn: ‘Mijn solas ende vreught’.
p. 689: Wannneer → Wanneer: ‘Wanneer sal het quaed mispresen’.
p. 706: Het foutieve paginanummer 606 is verbeterd naar 706.
p. 715: Het foutieve regelnummer 4 is verbeterd naar 5.
p. 726: Gnder → Onder: ‘Onder d'aerd versmachten’.
p. 728: mench → mensch: ‘Vol alle gracy? O mensch, &c’.
p. 730: braeht → bracht: ‘Die haer haest bracht tot d'Heere goedigh’.
p. 745: W nt → Want: ‘'Want in u men sagh’.
p. 758: goddelos → goddeloos: ‘Vals en goddeloos’.
p. 758: Han → Van: ‘Van Lyba'an hoogh gepresen’.
p. 767: verto fden → vertoefden: ‘Wat vertoefden op sijn reys’.
p. 779: bierbaer → dierbaer: ‘U doot, u wonden, u dierbaer bloet’.
p. 783: DOoen → DOen :‘DOen Barbara, geboren’.
p. 797: Het foutieve paginanummer 767 is verbeterd naar 797.
p. 810: Domne → Domine: ‘NUnc dimittis servum tuum Domine’.
p. 816: Domnie → Domine: ‘Memento Domine David’.
p. 818: Allelujua → Alleluja: ‘Christus sal ons verlosser zijn. Alleluja’.
p. 819: Curyce → Cruyce: ‘Geoffert aen den Cruyce voor onse misdaedt’.
p. 825: hedt → hebt: ‘Die voor ons hebt geleden’.
p. 834: Ontwackt → Ontwaeckt: ‘Ontwaeckt nu al’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten.
[pagina *1r]
HET PARADYS DER Geestelijcke en Kerckelijcke LOF-SANGEN,
Op de principaelste Feest-dagen des gheheelen Jaers.
Geplant door Salomonem Theodotum. Licentiaet in der H. Godtheyt.
Den sevenden Druck van nieuws oversien, en met nieuwe Registers vermeerdert.
t'AMSTERDAM,
Voor de Weduwe van J. van Metelen, 1679.