Het paradijs der geestelijke en kerkelijke lofzangen (onder pseudoniem Salomon Theodotus)
(1638)–Aegidius Haeffacker– AuteursrechtvrijOp de wijse: als 't begint.Menschen wilt vreughd hanteeren,
Ende vermeeren,
danckbaerheydt den Heere:
Looft ende prijst hem seere,
Geeft hem oock eere,
Onderhoudt sijn leere.
Wilt hem een
| |
[pagina 274]
| |
soeten lof-sangh singen:
Want hy ons doet seer groote dingen.
Hy stelt ons menschen hier op der eerden
een schoone tafel seer hoogh van weerden,
Wilt hem dan loven prijsen,
Ende met alle sijn Engelen
| |
[pagina 275]
| |
hier eer bewijsen.
Wilt hem, etc.
MEnschen wilt vreughd hanteeren,
Ende vermeeren, danckbaerheydt den Heere:
Looft ende prijst hem seere,
Gheeft hem oock eere, Onderhoudt sijn leere.
Wilt hem een soeten lof-sangh singhen:
Want hy ons doet seer groote dinghen.
Hy stelt ons menschen hier op der eerden
Een schoone tafel seer hoogh van weerden.
Wilt hem dan loven, prijsen,
Ende met alle sijn Enghelen hier eer' bewijsen.
Wilt hem, etc.
Wilt u oock ras bereyden,
Sonder verbeyden, Komt tot deser weyden.
Hongherigh wilt niet scheyden:
Over der heyden, Laet u Godt gheleyden.
Jesus sijn lichaem geeft tot spijse,
Als hy betuyght door sijn advijse:
| |
[pagina 276]
| |
Het broodt der Engh'len ontfanghen menschen,
Worden versadight naer al haer wenschen.
Hierom wilt verjolijsen,
Ende voor dese spijse wilt hem eeuwigh prijsen.
|
|