In Russische gevangenissen
(1913)–Jacob Israël de Haan– Auteursrecht onbekend
[pagina 1]
| |
I. Inleiding.IN de maanden Juli en Augustus heb ik een reis van drie weken door Rusland gedaan, die meer dan ik oorspronkelijk had gedacht eene studiereis is geworden met betrekking tot het Russische strafrecht en penitentiair recht zoowel voor volwassenen als voor jeugdige personen. De belangstelling in het lot van de Russische gevangenen, vooral van de politieke gevangenen, is zeer groot. De voorstelling, die men zich in den vreemde van Rusland maakt, is niet altijd geheel juist. Vandaar, dat het mij wenschelijk voorkwam iets van mijne reis-ervaringen te publiceeren. Wellicht ook heb ik door mijne introducties, door mijne genegenheid voor de gevangenen en door mijn beslisten wil om de waarheid te weten iets meer gezien dan men gewoonlijk ziet. En misschien zal de publicatie van sommige onhoudbare en onteerende toestanden eenige verbetering brengen in het lot van duizenden, die nameloos lijden om hunne politieke meening. In mijn nadeel had ik, dat ik slechts weinige woorden Russisch spreek en versta. Daartegenover staat, dat de Regeering mij overal eenen tolk heeft toegevoegd. Bovendien: de politieke gevangenen, wier lot mij boven veel aan het hart gaat, verstaan bijna allen een van de vreemde talen, die ik goed spreken kan: Fransch, | |
[pagina 2]
| |
Engelsch, Duitsch. En verder: ik heb nabije aanverwanten onder de Russen en vele goede bekenden, waardoor mijne inlichtingen beter zijn dan van eenen reiziger, die geheel vreemd komt in het land. Echter: de inlichtingen, die ik van regeeringsambtenaren kreeg, kan ik tot mijn leedwezen niet vertrouwen. Slechte toestanden en verhoudingen werden zoo lang mogelijk geloochend en verborgen gehouden. Het goede, en dat is waarlijk niet weinig, werd op eene kinderlijke wijze overdreven. Deze ambtenaren meenden hunne regeering eenen dienst te bewijzen, maar zij hebben bereikt, dat ik hen volstrekt niet kon gelooven en vertrouwen. Vandaar, dat ik herhaaldelijk dezelfde vragen in verschillende steden heb moeten doen. Met de politieke gevangenen heb ik die moeite niet gehad. Verbitterd tegen de Regeering, ziek van ellende, begeerig om het buitenland tegen de tegenwoordige Regeering in te nemen, zullen óók zij wel eens overdrijven. Maar het is mij nooit gebeurd, dat de verklaring van één die van een ander tegensprak. Integendeel: hunne verklaringen waren in de verschillende gevangenissen gelijk op eene wijze, die vertrouwen wekt. Ik ben door de Russische regeering met de meeste welwillendheid geholpen. En door de politieke gevangenen, behoudens enkele uitzondering, nooit gewantrouwd. Het was zeker vreemd voor hen, iemand die met hooge regeeringsambtenaren in de gevangenis kwam, zóó belangstellend te zien in hun ellendig lot. Ik heb het sommigen gevangenen gevraagd:‘Wantrouwt u mij niet? Denk toch aan Azef.’ En het antwoord: ‘Laat Azef eene vreeselijke vergissing zijn geweest, in 't algemeen is iemand, die zóó spreekt en doet wel betrouwbaar...... al blijft het vreemd, dat de Russische regeering u maar zoo vrij in de gevangenis toelaat.’ En inderdaad: de vrijheid, die men mij in de Russische gevangenissen heeft toegestaan is ongelooflijk groot | |
[pagina 3]
| |
geweest. In de meeste landen mag men geen woord tegen de gevangenen spreken, en zeker niet alleen met hen zijn. In Rusland heb ik meermalen gedurende langen tijd met politieke gevangenen alleen in hun cel gesproken, waarbij ik slechts had te beloven, hun geene geschriften te geven, noch stilweg geschriften van hen mede te nemen. In enkele gevallen heb ik een onderhoud met eenen politieken gevangene alleen moeten afdwingen. Eerst moest de tolk erbij zijn. Later moest ik beloven te vertellen wat de gevangene mij had medegedeeld. In zulke gevallen zeide ik beleefd en bedaard: ‘Wat u mij niet moogt toestaan, dat moet u mij niet toestaan, maar wat u mij weigert zal ik publiceeren en den gevangene zal ik vooraf vertellen onder welke omstandigheden hij met mij spreekt.’ Ik heb ronduit gezegd, dat ik in Holland niet tot de socialisten of de anarchisten behoor, maar dat de tegenwoordige Russische regeering mij in Rusland wel daartoe drijven zou. Mijne genegenheid voor de politieke gevangenen was geen geheim. Ik heb hun boeken gegeven, vruchten en geld op hun gevangenisboekje laten schrijven. Ik zeg dit niet om te laten zien, hoe goed en gul ik ben geweest. Want men moet wel geheel en al van menschelijk gevoel ontbloot zijn om niet zijn laatste bezitting te geven aan de politieke gevangenen, die hun straf veel zwaarder gevoelen dan de gewone gevangenen. Ik heb politieke gevangenen gesproken van zeventien, achttien jaar met vonnissen van twintig en vijf en twintig jaar dwangarbeid. Ik wilde iets liefs doen voor alle gevangenen. Maar ik zag er duizenden. Hoe kon ik? En een keus moetende doen, koos ik, behoudens eene uitzondering te Riga, de politieken. En hoe weinig deed ik dan nog, vergeleken bij de matelooze ellende, die door duizenden en duizenden politieke gevangenen geleden wordt. Over hun hartbrekend lot zal ik aan het einde van dit artikel uitvoerig schrijven. Ik ben dankbaar, dat | |
[pagina 4]
| |
de Russische autoriteiten mij niets hebben geweigerd, wat ik voor een politieken gevangene wilde doen. Een handdruk: niemand drukt hun ooit de hand, een boek, wat vruchten: het is voor hen zulk een groote vreugd. En hoevelen hebben mij niet adressen opgegeven van vrienden met wie zij niet correspondeeren mogen, maar die gaarne iets zouden hooren van hen. Dan heb ik geschreven. De Russische Regeering heeft mij te St. Petersburg twee officieele geschriften gegeven met verzoek daarvan in mijne publicatie melding te willen maken. Het zijn: ‘Notice sur le développement de l'organisation des prisons et du système pénitentiaire en Russie de 1905-1910,’ Ga naar voetnoot1 aangeboden door den Heer E. de Khrouleff, chef van de Hoofdadministratie der Russische gevangenissen aan het internationale penitentiaire congres te Washington in 1910. Door mij te citeeren als Notice. Ten tweede: ‘A propos des bruits sur les prétendues oppressions des détenus dans les prisons russes. Démenti officiel.’Ga naar voetnoot2Door mij te citeeren als Démenti. Het démenti is voor een gedeelte een uittreksel uit de Notice, maar bevat bovendien een verdediging tegen de beschuldigingen van Karl Kautzky en Pierre Kropotkine ten aanzien van de mishandelingen van politieke gevangenen. Daarover uitvoerig later. Ik zal en Notice en Démenti uitvoerig vermelden, juist omdat ik zulke zware beschuldigingen tegen de Russische Regeering moet uitspreken en ook de Russische Regeering heeft recht volledig in hare verdediging te worden gehoord. Maar zeer betrouwbaar lijken mij die officieele geschriften niet. De schanddaden, die Peter Kropotkine vermeldt in ‘La terreur en Russie’Ga naar voetnoot3 staan helaas veel dichter bij de waarheid. Natuurlijk, dat een man als Kropotkine niet in Rusland leven mag. Daarom heeft hij zijne berichten uit de tweede of derde hand en zijn kleine vergissingen niet buitengesloten. Maar zijn goede trouw is boven den minsten | |
[pagina 5]
| |
twijfel verheven. Doch de Russische Regeering vergist zich opzettelijk. Ik wil één voorbeeld geven van de waarde van een officieel démenti in Rusland voor de waarheid waarvan ik durf instaan: Tijdens den Russischen-Japanschen oorlog was het aantal gevallen van dysenterie door verwaarloozing van hygiënische voorschriften bijzonder groot. Toen de Russische dagbladen daarover begonnen te schrijven ging er een geheim telegram uit St. Petersburg naar het oorlogsterrein, waarin den chefs van de militaire hospitalen op straffe van ontslag verboden werd gevallen van dysenterie te vermelden. Op het oorlogsterrein waren ook hospitalen van vereenigingen en particulieren. Zij gaven hun aantal dysenterie-gevallen naar waarheid op en kregen daardoor den naam slechter te zijn dan de regeeringshospitalen. Wie deze en vele dergelijke dingen weet en wie een aantal Russische gevangenissen heeft bezocht, welke waarde kan hij hechten aan: ‘les données officielles, scrupuleusement controlées’ (Démenti blz. 13)Ga naar voetnoot1 volgens welke in het gouvernement Irkoetsk onder 3500 gevangenen geen enkele longlijder was. Of dat op 1 Januari 1910 in de gevangenis te Schlüsselbourg zich vier, zegge vier, zieken in het hospitaal bevonden, waarvan niemand met scorbut, tuberculose of zenuwziekte? Het is goed, dat de waarheid gezegd wordt, niet eenmaal, maar tallooze malen. Misschien wordt het geweten van het Engelsche volk en van het Fransche volk wakker, en zullen deze volken van hunne regeeringen eischen, dat de Russische Regeering geplaatst wordt voor deze keus: òf verbreking van alle staatkundige betrekkingen, òf geleidelijke liberale ontwikkeling van de binnenlandsche toestanden. Misschien ook zal het Fransche volk ten laatste weigeren met zijn geld een gouvernement te steunen, dat niet staande kan blijven zonder schandelijk bedrijf. Maar de vrees voor Duitschland heerscht. Engeland en Frankrijk | |
[pagina 6]
| |
hebben de macht van Rusland noodig en zij vreezen, dat eene revolutie het land finantieel en militair verzwakken zou. Toch moet de waarheid worden gezegd. Namen heb ik bijna geheel verzwegen. Zij zouden onheil kunnen brengen. Maar verder zeg ik de waarheid geheel en al. En niets dan de waarheid. Zoo waarlijk helpe mij God Almachtig.
Men kan het Russische gevangenisrecht niet verstaan zonder den algemeenen politieken toestand te begrijpen. De algemeene toestand is deze: de Keizer is wellicht niet slecht en pathologisch wreed, maar zeker is hij zwak en angstig van aard. Zijne omgeving heeft hem geheel en al overtuigd, dat het intellectueele deel van het volk zijn afzetting wil, zijn dood en eene republiek. Juist als Kropotkine in zijn Memoires verhaalt, dat men met Alexander II heeft gedaan. De Keizer wordt bewaakt door de Ochrana (= Bescherming), de geheime politie, die overal spionnen heeft en agents provocateurs. Deze organiseeren de meest drieste aanslagen om den Keizer in angst te houden en te overtuigen van de besliste noodzakelijkheid van de geheime politie. De chef van de geheime politie beheerscht Rusland. De omgeving van den Keizer exploiteert het geheele land te eigen bate. De Regeering is na eenen korten tijd van vrijzinnigheid onder invloed van Graaf Witte, absoluut reactionnair, en wordt van dag tot dag erger. Onder de regeeringsambtenaren vindt men een betrekkelijk klein aantal eerlijke, overtuigde aanhangers van de absolute monarchie, die het volk nog niet rijp achten voor eenen anderen regeeringsvorm. Maar de groote meerderheid van de ambtenaren beschouwt hunne betrekking eenvoudig als een middel om zich zelven, hunne familie en | |
[pagina 7]
| |
verwanten zoo spoedig mogelijk te verrijken. Omkooperij en afpersing, zelfs ten koste van gevangenen, zijn algemeen. Ik kom daar later op terug. Voorloopig slechts dit: de Russische treinen hebben grootendeels nog kaarsverlichting. Er wordt voor iederen trein dagelijks een bepaald aantal kaarsen gegeven. De hoofdconducteurs steken de kaarsen laat op en dooven ze vroeg uit. De overgebleven einden worden aan opkoopers verkocht. Welnu: in den Russisch-Japanschen oorlog dreven de treinchefs, dat zijn militaire artsen van hoogen rang, openlijk groothandel in stukken kaars. Af en toe wordt er wel eens een hooge ambtenaar gestraft. In de gevangenis te St. Petersburg bevindt zich een generaal, gestraft wegens verduistering. Maar hoeveel generaals bevinden zich buiten de gevangenis te St. Petersburg ongestraft wegens verduistering. Ook lagere ambtenaren heb ik in de gevangenis gezien wegens verduistering: den directeur van eene landbouwschool, ambtenaren van de spoorwegen. Soms is dit eene ijdele vertooning: er moet een slachtoffer zijn, de lagere laat zich straffen, en wordt beloond met een voldoend smartegeld uit de geheime fondsen. Soms wordt de veroordeelde door den Keizer begenadigd, wanneer hij Keizersgezind is geweest of de Bond van Russische Mannen voor hem opkomt. Dit is het geval geweest met generaal Reinbot, wiens schanddaden ontelbaar en onbeschrijfelijk waren en over wien ik nog niet één Rus heb hooren spreken zonder afschuw en woede. Het is te begrijpen, dat onder deze omstandigheden de regeeringsambtenaren niet zeer gezien zijn. Wie tegenwoordig in regeeringsdienst gaat breekt met het intellectueele deel van het volk. Ik heb aan verwanten, vrienden en bekenden meermalen gevraagd of zij de regeeringsambtenaren met wie ik dagelijks omging ook persoonlijk kenden, en het antwoord was dikwijls in dezen geest: ‘Met menschen, die onder de tegenwoordige regeering | |
[pagina 8]
| |
kunnen dienen, gaan wij niet om, en zeker niet met ambtenaren van het politie- en gevangeniswezen.’ Tegenover de Regeering staan de revolutionnairen, Marxisten en Kropotkinisten. Hun aantal is vooral in de groote steden niet gering. Maar zij zijn niet machtig georganiseerd. De regeering beschikt over de verkeersmiddelen, post en telegraaf. De revolutionnairen staan telkens bij kleine groepen op, maar de Regeering kan hen nog neerslaan. In Russische families van goed gehalte kan men geheel vertrouwelijk spreken. Daarvan maakt men zich in het buitenland eene te zwarte voorstelling. Ik heb dikwijls gevraagd naar de oorzaken van de mislukking van de revolutie van 1905. Als de voornaamste gaf men mij op: de verdeeldheid, die er onder de revolutionnairen ontstond doordat de Regeering gunstige beloften deed en de Rijksdoema bijeenriep. Een gedeelte was daarmee tevreden. Teleurstelling over het feit, dat de Doema zoo weinig bereikte. Men beschuldigde de leiders van te veel te praten en te weinig te werken. Vooral de Konstitutioneel-Democraten, algemeen bekend onder den naam van Kadetten hebben veel van hun grooten aanhang verloren. Bovendien: de vloot was wel revolutionnair, maar het leger niet. En de geheime politie, de best-ingerichte afdeeling der administratie, goed bezoldigd, bleef getrouw, wel wetend, dat het einde van dit systeem ook het einde van de geheime politie is. Maar de groote factor zijn de kleine Russische boeren. Zij hebben twee Goden: God en den Czaar. Alle beschuldigingen tegen de Regeering zijn voor hen volkomen laster. De adel is reactionnair. De middelmatige landeigenaren daarentegen zijn revolutionnair. Talrijke landeigenaren heb ik in de gevangenissen als politieke gevangenen gezien, gestraft wegens opruiing van hun pachters. De propaganda van de revolutionnairen richt zich nu op de massa van de pachtboeren. Het gaat langzaam, ook door | |
[pagina 9]
| |
de tegenwerking van de geestelijkheid. Zoolang de groote massa van de boeren niet tot inzicht komt, kan de revolutie niet slagen. Het intellect en het proletariaat in de groote steden kan de Regeering baas blijven. Zij worden stelselmatig uitgemoord, hetzij door langdurige katorgastraffen (dwangarbeid), die van rechtswege gevolgd wordt door verbanning naar Siberië, hetzij eenvoudig door verbanning. Wat verbanning naar Siberië beduidt kan men lezen in het boek van Kropotkine: ‘La terreur en Russie’ blz. 58. Kropotkine kent Siberië: hij is er jarenlang officier geweest. Ik heb veel Groezische gevangenen gesproken, die deelgenomen hadden aan de revolutie in de landen van de Kaspische en Zwarte zee. Een groot aantal Groeziners is ellendig gestorven. Talrijken zijn zwaar ziek: tuberculose en scorbut. Wanneer zij hun katorgatijd doorkomen worden zij naar Siberië verbannen. Dat heet vrijheid met aanwijzing van een bepaalde woonplaats. Maar niemand zorgt voor hen. Werk is er niet. Zij zijn meestal gewezen studenten of zelfs gymnasiasten. Wanneer zij niet spoedig sterven, plegen zij zelfmoord. De Russische Regeering zelve weet zeer goed, dat verbanning naar Siberië voor deze Kaukasiërs den dood is. Zij zegt zelve (Notice bldz. 11): ‘Le climat rigoureux de la Sibérie qui déprime la santé en portant atteinte à la capacité de travail de ceux qui avant leur condamnation, habitaient des climats plus doux.....’Ga naar voetnoot1 Ik heb het met mijn eigen oogen gezien: de intellectueele revolutionnaire stadsbevolking wordt stil-aan stelselmatig uitgemoord. Men mishandelt de politieke gevangenen voortdurend. Maar dat is eigenlijk niet noodig. De katorga en de verbanning werken met dezelfde zekerheid als een guillotine. Alleen langzamer. Wanneer een tiende deel van hetgeen in de Russische gevangenissen en in Siberië geleden wordt, gebeurde in Peru, in den Congo, in de Portugeesche koloniën, | |
[pagina 10]
| |
dan zouden de Engelsche en de Fransche bladen niet zwijgen en lijden. Maar Duitschland schijnt den Franschen iets kostbaarders te hebben ontnomen dan de Elzas en Lotharingen: hun ridderlijkheid en hun rechtsgevoel. Mijn helletocht door de Russische gevangenissen viel in denzelfden tijd als de tocht van den Heer Poincaré naar St. Petersburg en Moscou. Men kan in Rusland niet anders dan revolutionnair zijn. De Regeering wil niet anders. Het zal duren tot de boeren begrijpen, dat zij bedrogen zijn. Dan zal de wreede bende stuiven als zand. Nu nog zijn vergaderingen van de Kadetten niet toegestaan. Een vergadering van socialisten of anarchisten, anders dan in het geheim is ondenkbaar. Een gewone, matige partij als de Octobristen wordt gehinderd. Het lijkt in Rusland rustiger dan het is. Het aantal groote branden is zeer groot, iedereen weet, dat zij aangestoken worden. Op de vloot heerscht voortdurend onrust. Ik was in een gevangenis te St. Petersburg op den dag van de uitspraak in een proces tegen meer dan zestig matrozen ter zake van muiterij op de vloot te Kroonstad. De vonnissen waren schijnbaar niet hard. Voor sommigen alleen verbanning naar Siberië, de streek van den middelloop van Jenisseï. Voor anderen, aanleggers, eenige jaren dwangarbeid, die van rechtswege door verbanning gevolgd wordt. Met een van deze matrozen heb ik gesproken. Hij had vroeger op de koopvaardijvloot gevaren als koksjongen en voldoende Engelsch geleerd. Mijn geleider verstond geen Engelsch, verveelde zich en ging heen. De matroos was jong, nog niet midden in de twintig. Daar zijn vonnis nog niet in kracht van gewijsde was gegaan, droeg hij uniform. Ik heb niet eenen politieken gevangene gezien, die minderwaardig was. Deze matroos was buitengewoon. Ik wilde hem gaarne iets geven. Maar hij wilde niets hebben, daar hij van meening was, dat ik | |
[pagina 11]
| |
hetgeen ik missen kon, moest geven aan gevangenen ouder en zwakker dan hij. Ik vrees, dat hij eene te lichte voorstelling had van katorga en dwangarbeid daarna. Eer tien coupons betaald zijn van de nieuwe Russische geldleening is deze jonge, krachtige man vervallen of dood. Hij was nu nog vol moed: ‘Ook in Siberië kan men revolutie maken. En de vloot blijft in oproer. Hier en in de Zwarte Zee.’ Inderdaad: toen ik in Riga kwam, veertien dagen later was Kroonstad in staat van beleg verklaard en het scheepsvolk op de Zwarte Zee-vloot aan het muiten. De jonge matroos sprak heel sterk en trotsch: ‘Wij zijn in een soort oorlog met het gouvernement, zóó moet u het opvatten. Ditmaal hebben wij den slag verloren. Maar de groote overwinning is voor ons. Ik ga niet als een dief naar Siberië.... maar als een krijgsgevangene, en ook in Siberië kan iemand revolutie maken.’ Er zijn geen woorden voor het gevoel, dat zich van mij meester maakte.Ga naar voetnoot1 Mijn geleider kwam mij roepen. Wij namen afscheid: hand in hand, oog in oog. Hij zeide: ‘Voor mij zelf behoeft u niets te doen, maar u moet iets doen voor ons | |
[pagina 12]
| |
allen.... u moet zeggen in uw land, dat de Russische Regeering de grootste moordenaar is van de geheele wereld.... dat zij schooljongens hebben neergeschoten en mishandeld.... en dat zij het weer zullen doen, wanneer er geen ander bewind komt.’ Hij herhaalde: ‘De Russische Regeering is de grootste moordenaar van de wereld.’ Wij scheidden. Mijn geleider was eenigszins achterdochtig geworden. Hij zeide: ‘Die man is een groot misdadiger.... zij hebben revolutie willen maken op de vloot.... en het jacht van den Czaar in de lucht willen laten vliegen. Ik kon niet verstaan, wat hij vertelde.... maar zij liegen allemaal die politieken, om het publiek in andere landen tegen ons op te zetten.’ Er was in dien tijd nog een groot proces hangend tegen vijf-en-twintig Armeniërs. Een daarvan heb ik gesproken. Hij sprak vlot Fransch. Maar mijn geleider verstond Fransch en ik was nog niet zóó gewend in de Russische gevangenissen, dat ik den geleider wegzond, wat ik later herhaalde malen deed. Daardoor kon ik met den Armeniër niet vrij spreken. Zijne zaak werd berecht te St. Petersburg, omdat men daar specialiteiten heeft in het berechten van politieke delicten. Daardoor wordt het recht bezoeken te ontvangen, waarvan de Russische regeering zoo hoog opgeeft (Notice blz. 14) tot eene bespotting. Na mijn bezoek bij den Armeniër kreeg ik weer de gewone tirade te hooren over de braafheid van het gouvernement en de verdorvenheid van de politieken. Men heeft trouwens voortdurend geprobeerd mij van bekende politieken af te houden met list, zonder bruusk te weigeren. Wie schuw en bescheiden in eene Russische gevangenis gaat, kan even goed weg blijven. Men is in Rusland gewend, aan een per- | |
[pagina 13]
| |
soonlijk régime. Wet en Recht bestaan niet. Naarmate men meer heerschend optreedt, krijgt men meer gedaan. In de gevangenissen, die ik bezocht, waren dikwijls meer dan tweeduizend gevangenen. Daarvan kan men slechts weinigen spreken. In de celgevangenissen moet men beslist zelf de cellen aanwijzen, waarin men met de gevangenen spreken wil. Een list van de regeeringsambtenaren was deze: Ze raadden mij af, bij politieken in de cel te gaan, want: ‘de politieken zijn altijd onbeschoft. Zij zullen u uitschelden en dan moeten wij hen straffen.... en dat wilt u toch niet.’ Jawel. Maar ik zei: ‘En dat waag ik er op.’ Niet één politieke heeft mij onaangenaam behandeld. Zij waren verheugd, dat er iemand bij hen kwam met berichten van buiten, en die naast hen zat op hun neergeklapt bed, voor wien zij niet gesnauwd werden in de militaire houding te staan, en die hun de hand reikte bij komen en gaan.
Tusschen de Regeering en de strijdvoerende revolutionnairen staat de breede massa intellectueelen, die bezwaar hebben in bepaalde takken van gouvernementsdienst te gaan en ook de revolutie niet willen steunen. Hetzij omdat zij de socialistische en anarchistische denkbeelden niet zijn toegedaan en nog niet alle hoop hebben opgegeven op eene langzame liberale ontwikkeling van de regeerings-instellingen. Hetzij omdat zij, mede om de wille van hunne verwanten, te groot gevaar zien in het deelnemen aan eene revolutionnaire beweging, die toch naar hunne meening geen kans van slagen heeft. Door deze menschen wordt in Rusland buitengewoon veel gewerkt en met eene buitengewone liefde. De Regeering gaat dit tot dusverre niet tegen, omdat veel energie op deze wijze eenen niet-gevaarlijken | |
[pagina 14]
| |
uitweg vindt. Vandaar, dat in Rusland in vele opzichten het particulier initiatief veel meer doet dan in andere landen. Men zoekt niet den steun van de Regeering. Integendeel. De verzorging van de misdadige jeugd is in Rusland voor een groot deel in handen van particuliere vereenigingen en van de relatief liberale besturen van de groote steden. Het streven is de Regeering daarbuiten te houden. Want alles wat in handen van de tegenwoordige Regeering valt is reddeloos verloren.Ga naar voetnoot1 De kracht en de toewijding, waarmede de niet-revolutionnaire Russen op neutraal terrein arbeiden, maakt dat Rusland in velerlei opzicht andere landen ver voorbij is. Als de Regeering er maar afblijft. Rusland is geen achterlijk land. Rusland is het land, dat het beste volk heeft en het slechtste gouvernement. Ik denk in het bijzonder aan de verzorging van minderjarige misdadigers. Eenen geheelen dag bracht ik door in de kolonie van misdadige knapen, bij St.-Petersburg, directeur Michel de Becklichoff. Eenen geheelen dag was ik samen met den Heer Nicolaas Okouneff, vrederechter voor de kinderzaken te St. Petersburg. Een groot gedeelte van den dag met den voortreffelijken Paul Belsky, directeur van het Roukavichnikowsky-asyl te Moscou. Veel heb ik te danken aan een jong regeeringsambtenaar Iwan Diomidof, die mij door de Regeering was toegevoegd voor mijn bezoek aan de kolonie van jongens bij St. Petersburg. Wanneer ik aan deze menschen denk beheerscht mij een smart, anders, maar niet minder, dan wanneer ik de honderden en honderden politieke gevangenen weer voor mij zie. Het is een van de grootste | |
[pagina 15]
| |
wreedheden van de wereldgeschiedenis, een voortreffelijk volk als het Russische te zien uitgezogen door eene Regeering als het tegenwoordige gouvernement. Maar als de boeren tot besef komen, stuift de bende als zand voor den storm. Ik zal, na deze algemeene inleidende beschouwingen achtereenvolgens schrijven over de verzorging van de misdadige jeugd, over de gevangenissen in het algemeen en over de politieke gevangenen en hun lot. |
|