Corpus van Middelnederlandse teksten. Reeks II. Literaire handschriften. II-6. Sinte Lutgart, Sinte Kerstine, Nederrijns moraalboek
(1987)–Maurits Gysseling, W. Pijnenburg– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| |
20Ga naar margenoot+ Wiedewijs dat haer scene was ghebroken.
Om dese dincghe ende deser gelike
so scaemden hen haer uriende arm ende rikeGa naar voetnootbd)
Ga naar margenoot+ ende oec haer sustre scaemdens hen sere
want et dochte hen groet onere
25[regelnummer]
dat de liede hielden van hare
dat si vol van vianden ware.
Doen hurdense enen starken man
Ga naar margenoot+ di alte quaet was ende starc, di ran
ende liep haer na ocht hise mocht uaen
30[regelnummer]
ende binden met yseren banden saen.
als hise sus iaght dese quade man
ende hise nyet geuaen en can
Ga naar margenoot+ geuielt te lesten dat hise gereen
ende brac haer met eer coluen haer be[en]Ga naar voetnootbe)
35[regelnummer]
doen droechmense tehues vert ter seluer vr[en]Ga naar voetnootbf)
haer sustre gingen enen meester huren
di haer scene soude achterwaren
Ga naar margenoot+ also deedmense te ludeke wert uaren
op enen wagen, maer als di
| |
[pagina 118]
| |
ersetere wart geware dat si
so starc was in den geeste, deed hise
jn enen kelder legghen, van prise //
Ga naar margenoot+Ga naar margenoot+ wel gemuert in allen sinnen
5[regelnummer]
ende daer besloet hise uaste binnen
ende bantse met yseren banden aen ene
columne vaste de maget rene
ende als hi haerre scenen toe ginc
Ga naar margenoot+ ende daer op leide alrehande dinc
10[regelnummer]
dat sienre meestryen behoerde toe
ende hi ewech ginc, nv hoert hoe
dat si toet haerre scenen sach
si tract al af dat daer opGa naar voetnootbg) lach
Ga naar margenoot+ ende dat hi daer op had gebonden
15[regelnummer]
want har hadGa naar voetnootbh) onwert dat haer wonden
[s]oud achterwaren anders yman
danGa naar voetnootbi) di den sieken genesen kan
[e]ndeGa naar voetnootbj) die met enen woerde gesont
Ga naar margenoot+ maectGa naar voetnootbk) die sijn toter doet gewond.
20[regelnummer]
daerGa naar voetnootbl) om di here die als heft macht
[h]iGa naar voetnootbm) en bedroeghse nyet, maer op enen nacht
alsGa naar voetnootbn) in haer viel de geest ons heren
wart si verloest met grotenGa naar voetnootbo) eren
Ga naar margenoot+ van banden daer si met was gebonden
25[regelnummer]
endeGa naar voetnootbp) gegenst van allen wonden //
Ga naar margenoot+ alsi der bande was los ende quite
so steet daer gescreuen in har vite
dat si ginc wandelen daer tuschen di moere
Ga naar margenoot+ jn den kelder ouer den vloere
30[regelnummer]
vroleke, ende loefde uan herten sere
ende gebenendide dien here
dien si beuolen had steruen ende leuen
ende di haer dleuen had gegheuen.
Ga naar margenoot+ alsi sus van den banden was vri
35[regelnummer]
ende dan haer geest geuoelde dat hi
noch was besloten binnen den moer[e]
gegreepGa naar voetnootbq) si enen steen vten vloere
van den keldere, ende warp den moer
Ga naar margenoot+ met sturen geeste dat hi voer
| |
[pagina 119]
| |
van een, so dat men daer doer mocht [gaen]Ga naar voetnootbr)
nv mogh di dit bi gelikenes uerstaen
men neme gescut in enen boghe
ende spanne so men al der stijfs moghe
5[regelnummer]
Ga naar margenoot+ so menne stiuer spant ende dwinct
so hi starclekerGa naar voetnootbs) sciedGa naar voetnootbt) ende swinct.
also waest met haren geeste slecht
hi was bedwongen bouen rechtGa naar voetnootbu) //
Ga naar margenoot+ daer omme moest hi so stuerlec vt springen
10[regelnummer]
Ga naar margenoot+ want gods geest en mach nyman duingen
daer gods geest es daer es vriheit
daer om so uloeghsi sonder arbeit
met haren lichame doer de locht
rechs als een vogel die nyet en docht.
|
|