Corpus van Middelnederlandse teksten. Reeks II. Literaire handschriften. II-6. Sinte Lutgart, Sinte Kerstine, Nederrijns moraalboek
(1987)–Maurits Gysseling, W. Pijnenburg– Auteursrechtelijk beschermd[34] Wie dat har was ghegeuen te uerstan[e] / eenre maght name di osanna hied ende v[an der] / verdienten dat si was die lancge verbo[rgen] had ge[west] /
Ga naar margenoot+ Also help mi god de rike
35[regelnummer]
dat si propheta was waerlike
want si veel dincs uoerseide uorw[aer]
di haer van gode waren claer.
Eens tijts so quam int walschelant
Ga naar margenoot+ een priester daer hi rustende vant
| |
[pagina 70]
| |
veel heileger lichamen op ene stat
daer hi eens nachts lach gode endeGa naar voetnootuf) b[atGa naar voetnootug)]
ende als hiGa naar voetnootuh) lach in sinen ghebede
gevielt dat hi een graf op dede
5[regelnummer]
Ga naar margenoot+ van alabaster stene gehouwen
daer hi vant een heileger ionfrouwen
lichame werdelec ligghende binnen
dies name dat hi nyen const gekinnen
Doen bat hi sinte lutgarden dat si
10[regelnummer]
Ga naar margenoot+ onsen here bade dat hi
vertonen woude van den lichame
hoe dat was wijlneer sijn name
Ga naar margenoot+ ende van wat verdientten hi ware //
15[regelnummer]
[hier ontbreekt 1 folio (verzen 1524-1567 en hoofdstuktitel 35)]
[v]tGa naar voetnootui) sier heileger ordenen was
Ga naar margenoot+ [a]ls ic in latine las
[d]aer men alte seer voer uoerGa naar voetnootuj) bat
20[regelnummer]
[d]er heileger seleger lutgarden dat
[s]i onsen here voer hem bade
[d]at hi hem gaue sijn ghenade
Ga naar margenoot+ wantGa naar voetnootuk) men sorghde datte ionfrouwe
[s]ijnGa naar voetnootul) suster de nonne van groten rouwe
25[regelnummer]
[s]oudGa naar voetnootum) temale verliesen har sinne
doen ginc ligghen lutgart inne
haerGa naar voetnootun) ghebedeken ende bat sere
Ga naar margenoot+ [d]aerGa naar voetnootuo) voer gode den hemelschen here.
ende doen op stont de werde lutgart
30[regelnummer]
van haren gebede, sprac si dees waert.
[M]en segghe der gůeder ionfrouwen datsi
[h]arGa naar voetnootup) wel getroeste nv, want hi
Ga naar margenoot+ [s]alGa naar voetnootuq) weder comen in dit iaer
[t]heGa naar voetnootur) siere ordenen, dat wart waer
35[regelnummer]
want men binnen dien iare vernam
dat haer brůeder weder quam
ende beterde sijn leuen ende wart gůet
Ga naar margenoot+ dies god hen allen onnen můet //
| |
[pagina 71]
| |
Ga naar margenoot+ di met sunden sijn beuaen
dat sier sciere moten af staen.
Nyman en sals hebben wonder
dat sulke vt ordenen gaen, want onder
5[regelnummer]
Ga naar margenoot+ de .xij. apostelen was een quaet
ende dingheleGa naar voetnootus) vielen vt haren staet.
Daer om en sal hem nyman the sere
verheffen, want met enen kere
wert sijn doeght al weder slagen
10[regelnummer]
Ga naar margenoot+ wilt hi hem seluen te wel behagen
want es hi heden goet hi mach
morgen quaet sijn opten dach
ende es heden en sundere themaleGa naar voetnootut)
hi mach hem morgen bekeren wale
15[regelnummer]
Ga naar margenoot+ daer om en sal en geen sundere
jn meshope vallen te sere
wantten god altoes ontfeet
als hi sier sunden aue steet
|
|