Corpus van Middelnederlandse teksten. Reeks II. Literaire handschriften. II-6. Sinte Lutgart, Sinte Kerstine, Nederrijns moraalboek
(1987)–Maurits Gysseling, W. Pijnenburg– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| |
15[17] [Wie da]t si twee g[etu]eghden d[at] op har hoe[d een] / [gu]ldene crone w[ar]tGa naar voetnootks) ges[et d]oen mense wij[dde][E]nde om dat d[i] mag[he]tGa naar voetnootkt) rene
begerde te d[ie]ne[ne]Ga naar voetnootku) gode allene
[s]oGa naar voetnootkv) hadse geerne [alteh]antGa naar voetnootkw)
20[regelnummer]
[g]hewijd geweest [ua]nsGa naar voetnootkx) bisscops hant
Ga naar margenoot+ [e]ndeGa naar voetnootky) et geuiel daer [na t]heruaert
datte besscop uan [lud]eke huart
vele nonnen verg[ed]erde die hi //
Ga naar margenoot+ soud consecreren, so [......]
25[regelnummer]
daer wart gebracht [lutgart]
Ga naar margenoot+ onder de maeghde so [.......]
Ende doen van ludeke [di besscop]
[a]ldien meghden sou[deGa naar voetnootkz) setten op]
[h]aer hoed ghewra[chteGa naar voetnootla) crone]
30[regelnummer]
[t]enen tekene dat [hen di hemelsche crone]
Ga naar margenoot+ [da]r na soud wer[den gegeuen]
[op] datsi uolstonden [i]n d[itGa naar voetnootlb) leuen]
[d]aer geuielt dat [q]uamGa naar voetnootlc) [lutgart]
[d]aer onder dan[der]Ga naar voetnootld) inde [ordene teruaert]
| |
[pagina 19]
| |
[d]aerGa naar voetnootle) [w]art en h[eile]gen sim[plenGa naar voetnootlf) man]
gode cle[er]lec da[t d]ie besscop
een gro[te] guld[en]e crone op
5[regelnummer]
haer hoed [set]teGa naar voetnootli) [d]ar hi haer m[ede]
groet ere [uo]e[r] dander dede
Ga naar margenoot+ doen ween[de di s]elueGa naar voetnootlj) man metd[ien]
dad alle de [liede h]addenGa naar voetnootlk) ghesien
ende ureghde [ene]n prister di daer
10[regelnummer]
bi stont met[ten] andren, waer
om dat huwa[rt] di besscop //
Ga naar margenoot+Ga naar margenoot+ luthgarden der urouwen sette op
haer hoed een gulden crone allene
dat hi den andrenGa naar voetnootll) nyen dede gemen[e]
15[regelnummer]
Doen spotte metGa naar voetnootlm) hem de priester want [hi]
hier af nyenGa naar voetnootln) [w]iste ende sprac, hebd[i]
Ga naar margenoot+ oghen yagh[i ha]rde scone.
Gi weent d[at si] een guldene cro[ne]
dat al de [liedeGa naar voetnootlo) sie]nGa naar voetnootlp) oppenbaer
20[regelnummer]
dat si li[nen es uo]erGa naar voetnootlq) waer
Doen s[u]eg[hGa naar voetnootlr) di heil]ege man ende lo[ech]
Ga naar margenoot+ want [h]i me[rcteGa naar voetnootls) w]el watd droec[h]
Et b[et]eken[deGa naar voetnootlt) dat si] the loneGa naar voetnootlu)
heb[be]n soud[e he]melscheGa naar voetnootlv) crone
25[regelnummer]
die [o]nsGa naar voetnootlw) here [den mi]nscheGa naar voetnootlx) geeft
di [d]aer na op [ertri]ke l[e]eft.
[vanGa naar voetnootma)] desen dinghe[n uoer] waer.
[na] dit wonder so [uolghden] noch na
30[regelnummer]
[me]re wonder dae[r ic t]oe va
|
|