Corpus van Middelnederlandse teksten. Reeks II. Literaire handschriften. II-6. Sinte Lutgart, Sinte Kerstine, Nederrijns moraalboek
(1987)–Maurits Gysseling, W. Pijnenburg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 15]
| |
[15] Wie dat har sin[te ian] ewangelistaGa naar voetnoothz) oppebard[e] / in eens ars gelike [ende wa]t har vertoend was uan [hemeGa naar voetnootia)]
TEnen ged[inkene] der uisionen
5[regelnummer]
di niet d[eren e]nGa naar voetnootib) mach noch hon[en]
di onverg[enkele]ke was, daer
Ga naar margenoot+ sinte ian [gelike]tGa naar voetnootic) es d[i]en aer
die deuw[ang]elie vt gods borst
dranc, [dat] was een selech d[o]rst
10[regelnummer]
the ge[din]kene als icGa naar voetnootid) sede
Ga naar margenoot+ [s]o o[pp]enbarde har diGa naar voetnootih) a[e]r
[d]ies uederen dat bli[ked]e[n] so claer
[en]de[di]iGa naar voetnootii) so scoen was e[nde so] fray
15[regelnummer]
[ende] daer vt dat voer [al]soedenech ray
[d]at van der cleerhei[t d]iGa naar voetnootij) hi gaf
Ga naar margenoot+ [d]e werelt al uercle[r]enGa naar voetnootik) mocht af.
AlsiGa naar voetnootil) dees visione su[s] sach //
Ga naar margenoot+ so wonderes haerGa naar voetnootim) meer dan ic mach
20[regelnummer]
gespreken, maerGa naar voetnootin) si beidde nochtan
dat god soud m[a]tenGa naar voetnootio) als hi wel can
Ga naar margenoot+ met sier genad[en] ende met sier gracien
de bliscap van [die]rGa naar voetnootip) speculacien
na dat har og[hen] mochten vaen
25[regelnummer]
teruaert so [wastGa naar voetnootiq)] also ghedaen
ende dat si gee[rd ges]cied har schiere
Ga naar margenoot+ want van d[er uisionen] de manyere
wart ghem[aetGa naar voetnootir) teha]ntGa naar voetnootis) in haer
daer sach [di ionfrouw]e dat di aer
30[regelnummer]
leid sine[nGa naar voetnootit) bec in haren] mont
[e]nde verv[ulde daer ter stont]
Ga naar margenoot+ [h]aer her[teGa naar voetnootiu) ende ... oe]c hare[n]
[si]nGa naar voetnootiv), m[et enen also] clar[en]
[li]echt[e, dat die heimeleke di]ng[heGa naar voetnootiw)]
| |
[pagina 16]
| |
[uer]li[echtGa naar voetnootix) worden sunderli]ng[heGa naar voetnootiy)]
[de verzen 849-853 zijn verloren]//
5[regelnummer]
Ga naar margenoot+ sprac toet moyses [s]inenGa naar voetnootjb) knecht
datten en geen minscheGa naar voetnootjc) slecht
sien en mach ende d[ae]r na leuen.
nv steet hier uoe[rt v]anGa naar voetnootjd) har gescreuen.
Also veel starcle[kerGa naar voetnootje) a]ls di aer
10[regelnummer]
Ga naar margenoot+ datGa naar voetnootjf) vat hars he[rten b]ewaert uant daer
[e]nde vte gherec[tGa naar voetnootjg) uan b]egeringhen
[e]nde van allen s[ubtilenGa naar voetnootjh) d]inghen
[al]soGa naar voetnootji) uele the [rikeleke]r
[s]chiep si me[t hars herte]n eker
15[regelnummer]
Ga naar margenoot+ [vt]er riuye[renGa naar voetnootjj) der sele]cheit
[metGa naar voetnootjk)] grote[........]der arbeit
[na] dien soGa naar voetnootjl) [.........] lutgar[tGa naar voetnootjm)]
[...] was [...........]ech nam[...]
[... s]pra[cGa naar voetnootjn) .............]
[de verzen 870-875 zijn verloren]//
Ga naar margenoot+ [t]he latine heft bescreuen
[s]o dat hem dochte dat hi ware
[o]ncuestech ende plomp schegen hare
25[regelnummer]
[d]e diepe questien di s[i] ontbant
Ga naar margenoot+ [ende] daer si den sin af [ua]ntGa naar voetnootjo)
[ende] die behindege sub[tile] tale
[die] di gehoerd hadd[e hi]en had nyet wale
[doefGa naar voetnootjp)] ghewesen yet [lanc so]nder
30[regelnummer]
[he]mGa naar voetnootjq) en hads gehad [groet w]onderGa naar voetnootjr)
|
|