Corpus van Middelnederlandse teksten. Reeks II. Literaire handschriften. II-6. Sinte Lutgart, Sinte Kerstine, Nederrijns moraalboek
(1987)–Maurits Gysseling, W. Pijnenburg– Auteursrechtelijk beschermd[13] Wie datse hoer[de ee]nGa naar voetnootfq) stimme datse vten swete stund[e]
Tyen seluen tiden d[arGa naar voetnootfr)] doen si
n[o]ch teder was de mag[het vri]
15[regelnummer]
van li[ch]amenGa naar voetnootfs) ende oec een kint
geuyelt [o]p enen nacht omtrint
Ga naar margenoot+ der mett[en]tijtGa naar voetnootft) al sonder waen
dat haer [een] groet natuerlec sweet quam ae[n]
ende want h[ar d]ochte in haren moed
20[regelnummer]
dat haren lic[ha]meGa naar voetnootfu) dat sweet was goet
so settes in h[ar] herte dat si
Ga naar margenoot+ van mettenenGa naar voetnootfv) [sou]d bliuen daer bi
dat si the star[ker na]malsGa naar voetnootfw) were
the dienenne h[aren scepp]ereGa naar voetnootfx)
25[regelnummer]
Alsi dit dachte h[oerde si]
een stimme dise[ideGa naar voetnootfy) wat leghet ghi]
Ga naar margenoot+ staet op teruae[rt wat dra]diGa naar voetnootfz) hier nv
ghien moght m[etGa naar voetnootga) s]weteGa naar voetnootgb) becommeren niet v
gi moet nv penitencie doen voere //
30[regelnummer]
Ga naar margenoot+ de sůnderen di ligghen in hoere
onreyn sůnden, alsi dit hoerde
Ga naar margenoot+ wart si ueruee[r]t van desen woerde
ende stont oppe [do]enGa naar voetnootgc) teruaert
ende ginc haest[ele]c ter kerken wae[rt]
35[regelnummer]
doen mettenn[en wa]ren begonnen sa[en]
| |
[pagina 13]
| |
daer quam [schege]nGa naar voetnootgd) haer gegaenGa naar voetnootge)
Ga naar margenoot+ cristus aen [dat cru]se ghenyed
besprait m[et bloede,] ay nv besie[t]Ga naar voetnootgf)
wat hi no[chtan dee]d den kind[e]
5[regelnummer]
so moeg[hdi weten d]at hise m[indeGa naar voetnootgg)]
doen x[pistoc hare al]sus ieg[hen]
Ga naar margenoot+ [q]uam [............]c doer[sleghenGa naar voetnootgh)]
[d]eed h[i sinen arm har[de s[aenGa naar voetnootgi)]
[u]an d[en cruse daer hi a]en
10[regelnummer]
[w]as [gheslaghenGa naar voetnootgj), doen helsed]iseGa naar voetnootgk) [....]
[endeGa naar voetnootgl)] s[ette haren mont aen die wonde]
[de verzen 765-768 zijn verloren]
ende nam [.................] //
15[regelnummer]
Ga naar margenoot+Ga naar margenoot+ [u]romer in gods diensthe aln een.
[D]e gene died doen van har hoerden
[e]nde died proefden ende becoerdenGa naar voetnootgm)
[siGa naar voetnootgn)] seiden datte speke[l]eGa naar voetnootgo) van
[ha]renGa naar voetnootgp) monde, was [sue]terGa naar voetnootgq) dan
20[regelnummer]
Ga naar margenoot+ [en]ech honech ende sm[ac]teGa naar voetnootgr) bat.
[ay] suter dan hone[ch w]at wonder was dat
[der] bruet lippen [geliken e]enreGa naar voetnootgs) raten
[met] honeghe ge[vult di v]termatenGa naar voetnootgt)
[suet]e es, wa[nt si ouer ul]oyen
25[regelnummer]
[metten ho]negeGa naar voetnootgw) d[er godlecheit]
[ente]nGa naar voetnootgx) melk[e der minschlecheit]
[die dar] uloy[en vte cristus mont]
[........] da[.................]ont
30[regelnummer]
Ga naar margenoot+ [........] si [.........] inn[e]
[........................]enGa naar voetnootgy)
| |
[pagina 14]
| |
[hoofdstuktitel en verzen 787-788 verloren]
[........................] alstilleGa naar voetnootgz) //
ende alsijt langh h[adGa naar voetnoothb)] aen gestaert
5[regelnummer]
sloech si haer o[ghe]nGa naar voetnoothc) toe teruaert
ende dan ontsonk[en h]arGa naar voetnoothd) al har lede
op derde also alstGa naar voetnoothe) [dan]yelGa naar voetnoothf) dede
Ga naar margenoot+ so dat si nyet op [harGa naar voetnoothg)] uoete
en const gestaenGa naar voetnoothh) [di io]nfrouGa naar voetnoothi) soete
10[regelnummer]
[e]nde in der cranch[eit darGa naar voetnoothj)] si lach neder
so wart si in den [geesteGa naar voetnoothk)] weder
op geuoert dies s[i dick]e plach
Ga naar margenoot+ daer si ihesum xpistum [sach]
metter wonden sier re[cht]erGa naar voetnoothl) siden
15[regelnummer]
al bebloed, ende in dien t[iden]
so soegh si me[tGa naar voetnoothm)] hars her[ten] monde
so groe[tGa naar voetnoothn)] sute[c]hheit in de [w]ondeGa naar voetnootho)
scaden en m[och]tGa naar voetnoothr) noch dogen no[c]h se[er]
20[regelnummer]
Want et geu[ielGa naar voetnooths)] sulcwile daer m[edeGa naar voetnootht)]
dat si suaer[lek]e had den rede
ende opten selu[e]nGa naar voetnoothu) dach datse liet
Ga naar margenoot+ de rede, soen [b]eidese langher nye[t]
sijn stont van harenGa naar voetnoothv) bedde teruaer[t] //
25[regelnummer]
Ga naar margenoot+ als ocht haer ny[et e]n hadde ghedaert
ende ginc the chor[e n]acht ende dach
ende the conuente [als]iGa naar voetnoothw) plach
Ga naar margenoot+ ende sanc ende loefd[e h]arenGa naar voetnoothx) scheppere
sonder enege s[uar]nesseGa naar voetnoothy) ocht dere
|
|