Corpus van Middelnederlandse teksten. Reeks II. Literaire handschriften. II-6. Sinte Lutgart, Sinte Kerstine, Nederrijns moraalboek
(1987)–Maurits Gysseling, W. Pijnenburg– Auteursrechtelijk beschermd[12] Wie dat har god gaf [de g]racia dat si de sieke genas / Ende namaels gaf hi [har dak si hoeren soutere al verst[ont][de verzen 626-636 zijn verloren] //
Ga naar margenoot+ dan si deden di leden [.........]
maer god hi gaf ha[r de genade]
[te g]ensenGa naar voetnootcw) ende gen[esenGa naar voetnootcx) dare]
25[regelnummer]
di se in har[enGa naar voetnootda) gebede s]ereGa naar voetnootdb)
beletten, so sp[rac] si tonsen here
wat sal mi dees graciaGa naar voetnootdc) ende dees genede
daer met dat ic vt minen gebede
30[regelnummer]
Ga naar margenoot+ dic werde belet[d,Ga naar voetnootdd)] ay here nu důed
dees gracia van [mi op] datd v dunct gůedGa naar voetnootde)
ende nemseGa naar voetnootdf) [weder in der] manyren
| |
[pagina 10]
| |
[de verzen 648-659 zijn verloren] //
Ga naar margenoot+Ga naar margenoot+ ende sprac toet sier[e brued]
wat wildi uoerGa naar voetnootdg) [dees gracia ontfaen]
Dat ic spracs[i moghe uerstaen]
5[regelnummer]
minen sou[ter ..............]
[o]p da[tGa naar voetnootdh).............]
Ga naar margenoot+ thehant [gafGa naar voetnootdi) hi har] dat si bat
want tijr tijtGa naar voetnootdj) [gel]oefdmen dat
datte ionfrouwe wijsGa naar voetnootdk) ende goet
10[regelnummer]
haren sou ter cleerlec uerstoet
ende also vele cle[erl]eker al si.
Ga naar margenoot+ den genen alt[..........]Ga naar voetnootdl)
di se metterGa naar voetnootdm) [godlek]er rayen
15[regelnummer]
[m]aerGa naar voetnootdq) daer na [dochteGa naar voetnootdr) har] dare
dat si in der gra[cien di h]areGa naar voetnootds)
Ga naar margenoot+ godGa naar voetnootdt) gaf, nyen toe [nam] also sere
alsi begerde, sei[d si] o here
wat maeght mi st[aen] in staden wat
20[regelnummer]
dat gi mi hebt g[ege]uen dat
ic der scrifturen [heim]elecheitGa naar voetnootdu) kinne
Ga naar margenoot+ di ben een nonn[e plom]p uan sinne
ende een dorperl[eke da]erGa naar voetnootdv) toe
[w]atGa naar voetnootdw) wildi spr[ac god] haer doe //
25[regelnummer]
Ga naar margenoot+ [wat begherdi in] uwen sin
[ic wille sprac si] meer noch min
Ga naar margenoot+ [................. sij]nGa naar voetnootdx) also
[......................]e vro
[...................... maten]
30[regelnummer]
[dat] ghi vs her[tenGa naar voetnootdy) ....] wilt saten
[t]heGa naar voetnootdz) miere herte[n endeGa naar voetnootea)] ic in v
Ga naar margenoot+ mijn herte besitte altoesGa naar voetnooteb) ende nv
ende dat mijn herte van v si
altoes besceermt [en]de seker ende vri.
| |
[pagina 11]
| |
[D]oenGa naar voetnootec) was daer g[edaen o]nderGa naar voetnooted) hen tween
Ga naar margenoot+ ver enen m[edeGa naar voetnooteh) vanGa naar voetnootei)] tween geestenGa naar voetnootej)
met urouden e[ndeGa naar voetnootek) g]roter feesten.
5[regelnummer]
Een ongescapenGa naar voetnootel) [gee]stGa naar voetnootem) wast deen
maer dander ge[scap]enGa naar voetnooten), van dien tween
wart een geest [oue]rmitsGa naar voetnooteo) de cracht
Ga naar margenoot+ der gracien god[s di] daer met wracht
Ende dat es dat d[apost]el seght
10[regelnummer]
di aen gode sij[n herteGa naar voetnootep)] leght
hijs met hemGa naar voetnooteq) [een gee]st, nv hoert
jc sal v wo[nderGa naar voetnooter) tell]en voert //
Ga naar margenoot+Ga naar margenoot+ Also alst amme te hůedenne pleght
dat kindeken dat inde wiege leght
15[regelnummer]
ende pleght de vlieghen van hem te we[ren]
met enen quesspele dat si hem nyen d[eren]
also hueddeGa naar voetnootes) hars h[er]tenGa naar voetnootet) doere
Ga naar margenoot+ cristus ende s[tontGa naar voetnooteu)] daer altoes v[o]ere
[datGa naar voetnootev) dieGa naar voetnootew) cr]ankeGa naar voetnootex) coringhe nyeGa naar voetnootey) sint
20[regelnummer]
[se m]ochteGa naar voetnootez) storen nyet entw[i]ntGa naar voetnootfa)...
[w]atGa naar voetnootfb) wonders wat nves wa[s] daer gescied
van ouds so sprac de gen[e d]ied
Ga naar margenoot+ wel wiste dat na soud [ges]cienGa naar voetnootfc)
Di v ruertGa naar voetnootfd) hi rurt oec [da]t sien
25[regelnummer]
van miere ogen, da[tGa naar voetnootfe) spr]ectGa naar voetnootff) hi dye
niet ligen en mach [nochGa naar voetnootfg)] en loegh nye.
wi hůeden ons ogh[enGa naar voetnootfh) al]s ghi wel wed
Ga naar margenoot+ meerGa naar voetnootfi) dan enech [ander] leet
[wa]tGa naar voetnootfj) wonde[rs da]nGa naar voetnootfk) dat ons here
| |
[pagina 12]
| |
[luthgarden ziele h]uedde sus sere
die hiGa naar voetnootfl) g[elikenGa naar voetnootfm) sinen o]ghen woude
jc seid min [danGa naar voetnootfn) ic se]gghen soude
Ga naar margenoot+ Elke geloeueghe s[iel]eGa naar voetnootfo) si es
5[regelnummer]
werdere sijt dies harde ghewes //
Ga naar margenoot+ dan cristus ziele die verblindde
jn der doed doen hi nam inde
en[de] doen hi sijn ziele ende sinen lichame
Ga naar margenoot+ offerde g[o]deGa naar voetnootfp) uoer onse mesquame.
|
|