Corpus van Middelnederlandse teksten. Reeks II. Literaire handschriften. II-6. Sinte Lutgart, Sinte Kerstine, Nederrijns moraalboek

(1987)–Maurits Gysseling, W. Pijnenburg– rechtenstatus


[10] Wie dat men[seGa naar voetnootbu) sach han]ghen in de locht / 25[regelnummer] [.............] Ga naar margenoot+ [........ n]och mer[.....] [........]en dan ic no[chGa naar voetnootbv) ...] [..... i]c noch heb bescr[euenGa naar voetnootbw)] [.....] profenes daer [afGa naar voetnootbx) geuen] 30[regelnummer] [......] een scoen mira[cle .....] Ga naar margenoot+ [......] wasGa naar voetnootby) beide urien[t .....] [opten] heileghenGa naar voetnootbz) sincs[en daghe] [int coe]r daer mene[gheGa naar voetnootca) .....] [ionfrouw]en songh[en veni] // 35[regelnummer] Ga naar margenoot+ creator spiritus [w]artGa naar voetnootcb) si
[pagina 8]
Ga naar margenoot+ op uerhauen van der erden wel twe gelach[te met g]roterGa naar voetnootcc) werden. Ga naar margenoot+ En was geen [wonderGa naar voetnootcd) dat lu]thgaertGa naar voetnootce) ghevůer[t wart ten hemele w]aertGa naar voetnootcf) 5[regelnummer] want si was altoes daer inne Ga naar margenoot+ beid met herten ende met sinne ende was hoger dan ertrike want si besat dat hemelsche rike na dien dat hoer geloefde ihesus 10[regelnummer] diedGa naar voetnootcg) thsinen vrienden sprac alsus Ga naar margenoot+ alled stat di v uoet sal sporen sal v sijn ende sal u toe behoren. metten voete daer men versteet de begheringhe met so screet 15[regelnummer] si in hemelrike uoer waer Ga naar margenoot+ sonder spacie der stat die daer tuschen was ghelegenGa naar voetnootch), ende si clam ende spoerde de maghet vri lichameleke na haer macht 20[regelnummer] met gůeden gepense ende heileger gedacht Ga naar margenoot+ den hemelle so hi naest mochte // Ga naar margenoot+ daer hi genuecht[enGa naar voetnootci)] vant ende sochte. Ga naar margenoot+ Salech was dan d[e]rGa naar voetnootcj) urouwe name van groten m[iracl]enGa naar voetnootck), want har lichame 25[regelnummer] ende har zi[ele waren] verblijd Ga naar margenoot+ ende had[denGa naar voetnootcl) in gode groet io]lijd	voetnootbu) topje van s over margenoot+ 565 voetnootbv) boogje van c of d over voetnootbw) voet van r over voetnootbx) linkerboogje van a over margenoot+ 570 voetnootby) rechterhelft van w over voetnootbz) buik van eerste h over voetnootca) rug van 2de e over margenoot+ 14 r^o voetnootcb) boogje van w over margenoot+ 575 voetnootcc) bovenste boogje van g over margenoot+ π voetnootcd) aanzel van w over voetnootce) top van l en bovenstuk 2de beentje u over voetnootcf) bovenstuk a over margenoot+ 580 voetnootcg) 2de d verbeterd uit t margenoot+ 585 margenoot+ 590 voetnootch) eerste g uit e margenoot+ 595 margenoot+ 14 v^o voetnootci) voet van t en 2de beentje n over margenoot+ π voetnootcj) bovenstuk r over voetnootck) 1 1/2 beentje van m over margenoot+ 600 voetnootcl) top van 2de d over

Vorige Volgende

[10] Wie dat men[seGa naar voetnootbu) sach han]ghen in de locht /