Corpus van Middelnederlandse teksten. Reeks II. Literaire handschriften. II-6. Sinte Lutgart, Sinte Kerstine, Nederrijns moraalboek
(1987)–Maurits Gysseling, W. Pijnenburg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 6]
| |
[9] [Wie] dat har sinte katerina oppenbaerde[S]inte katrine die bescermersse
des cloesters es ende patronersse
[uerscheen haer tien selu]enGa naar voetnootaq) tide //
5[regelnummer]
Ga naar margenoot+Ga naar margenoot+ jn groter cleerh[eit .......]
daer si lach i[nGa naar voetnootar) .............]
ende bat me[t .................]
al sise s[achGa naar voetnootas) ..............]
[........................]
10[regelnummer]
Ga naar margenoot+ Doen sei[dGa naar voetnootat) si lieue dochter mijn]
gheloeft d[atGa naar voetnootau) de here sijn]
gracia in v im[mer meren sal]
dien gi mint toe[t .....]
hebt loen ond[er alle die maghde]
15[regelnummer]
Ga naar margenoot+ die groet s[alGa naar voetnootav) sijn ........]
Dit seid[si den predekeer]
di in latine dit maecte, eer
si hier van desen ertrike scied
maer sien wouds hem seggen ni[et]
20[regelnummer]
Ga naar margenoot+ so dat hise moeste besweren
metten sacramente ons heren
doen seidsi de waerheit daer af
alst haer god te kinnene gaf.
Ga naar margenoot+ Ende op dat in twere minschen mon[de]
25[regelnummer]
Ga naar margenoot+ dat woert der waerheit bleue ende [stondeGa naar voetnootaw)]
so uer[scheen sinte katrine]
ende sprac haer [toe dusde]neghe waer[tGa naar voetnootaz)]
kiest ende nemt de[deleGa naar voetnootba)] luthgaert
30[regelnummer]
Ga naar margenoot+ toet ener voersp[rek]erssen, ende daer
toe, toet eenre m[oede]r, voer waer
si sal uercrighen lo[e]nGa naar voetnootbb) mi ghelijc
ende stat daer toe int hemelscheGa naar voetnootbc) rijc ...
Ga naar margenoot+ O ghi werde ionfro[u]wen van mielen
35[regelnummer]
Ga naar margenoot+ ualt opt derde ende ga[etGa naar voetnootbd)] knyelen
aen roept met he[rtenGa naar voetnootbe)] dees heilege maght
Eest dat ghi hae[r ern]stelecGa naar voetnootbf) claght
| |
[pagina 7]
| |
[v]wenGa naar voetnootbg) noet w[aer so ghi ga]etGa naar voetnootbh)
[........................]
Ga naar margenoot+ [......... v]t alre n[ode]
[si heft mac]ht uoer gode
5[regelnummer]
[......] bidden ende gheb[ieden]
[... ra]d ic alle den lied[enGa naar voetnootbi)]
[dat sise metGa naar voetnootbj)] herten roepen [ane]
Ga naar margenoot+ [si sal v h]elpen, Ende ic ma[ne]
[v ionfrowen u]an mielen sunde[rlinghe]
10[regelnummer]
[...........]nen alle ding[heGa naar voetnoot bk)]
[....... ert]rike mach [ghescien] //
Ga naar margenoot+ [d]at ghi v [huedet uan allen] dien
Ga naar margenoot+ dat v ma[chGa naar voetnootbl) scaden ende] vre zielen
Oec bid ic v [ionfro]uwen uan mielen
15[regelnummer]
dat ghi sinte [luthg]arden aensiet
wat exemple d[atGa naar voetnootbm) seGa naar voetnootbn)] v liet
ende wie si wand[eldeGa naar voetnootbo)] onder v
ende volght hoer naGa naar voetnootbr) in alle doeght
20[regelnummer]
also verre als g[h]i moeght
daer v macht e[sGa naar voetnootbs) a]lte cleyne
daer sal v hel[penGa naar voetnootbt) die] maghet reyne.
|
|