De beschaving
(1983)–J.P. Guépin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 480]
| |
[22]
| |
[pagina 481]
| |
veinsde dat hij niet op de hoogte was dat Zeus Kallisto had verkracht. Hij nodigde Zeus uit, zoals Hesiodus vertelt, en hij hakte de baby in stukken en zette hem op de tafel. Zeus trapte de tafel om (daar is de stad Trapezous naar genoemd) en hij trof het paleis met zijn bliksem, walgend van het rauwe optreden. Hij maakte Lykaon dierlijk en veranderde hem in een wolf. Hij maakte Arkas weer heel door hem opnieuw te vormen. Arkas werd opgevoed bij een geitenhoeder...’In andere versies volgt op deze misdaad de zondvloed. Arkas werd geofferd, soms wordt er de nadruk op gelegd dat zowel braden als koken tot het offer behoren; dit geldt ook voor sommige versies van de maaltijd die Thyestes en Tereus kregen voorgezet. Arkas is het kind van Zeus, al deze maaltijden hebben gemeen dat iemand aan de vader het vlees van diens eigen kind voorzet, alleen in het geval van Pelops slacht vader Tantalos zijn eigen zoon en zet hem aan de goden voor. In het bijbehorend ritueel op de berg Lykaon wordt mensenvlees met ander vlees gemengd. Wie van het mensenvlees proeft verandert in een wolf. Zou het echt? Niemand doet toch bij zijn verstand mee aan zo'n maaltijd. Wie van het mensenvlees proeft, krijgt een aanval van rabies, wolfs- of hondsdolheid, en hij vervalt op die manier tot verscheurend dier. De godin Lussa, die een naam draagt die voor een Griek gemakkelijk etymologisch verwant gevonden kan worden met Lykos, wolf, is van die woedende waanzin de personificatie. De Kretenzers, zo zei Firmicus, voeren alles in de juiste volgorde op wat het kindje Dionysus in zijn sterven deed en leed. Maar waar bestaat die herdenkingsplechtigheid nu precies uit? Niet uit het in een lebes koken van Dionysus, nee, in tegendeel, een stier wordt levend met de tanden in stukken gescheurd. Hier komt het kookkunstig onderscheid van pas waar Detienne terecht zo de nadruk op legt. Dionysus wordt op beschaafde zij het perverse manier geofferd. Ik denk zelfs dat we hier, net als in de Bouphonia, te maken hebben met een aition voor het spijsoffer. Maar in tegenstelling hiermee is de herhaling (herdenking) van het Dionysisch offer een val in de staat van onmenselijke roofdieren, en als die door Lussa wordt veroorzaakt, een aanval van rabies. Hiermee kunnen we een verschil aangeven tussen het offeren van Dionysus zelf, met zijn reflecties, als het offeren van Arkas, en de gevolgen daarvan, de straf voor de misdaad. Die bestaat in het rauw verscheuren, de omophagie. Maar deze straf is een reiniging. Dat is de paradox, het is zoals het koor van de ware Bacchan- | |
[pagina 482]
| |
ten in Euripides' Bacchae zegt, een omophagos charis, ‘een genade van het rauw gegeten vlees’. Het koken van mensen in de lebes is een verjongingsritueel, een manier om onsterfelijk te worden, net als Dionysus zelf, die immers na zijn offerdood gereconstrueerd werd. Maar het is typerend voor de tragische interpretatie dat dit ritueel in het geval van Medea mislukt. Ook het offeren door Medea van haar eigen kinderen is immers niet meer dan een sinistere versie van het nog niet als ritueel ingestelde heilbrengende offer. Een reflectie van het offer van Dionysus zelf, maar dan als straf, zie ik in het kinderoffer op het altaar. Eerst weer een tegenstelling tussen de behandeling van een mythe bij Homerus en bij de tragici. In de Ilias komt Dionysus maar één keer voor. Lycurgus joeg Dionysus de zee in en werd tot straf verblind. Aeschylus introduceerde het kinderoffer in zijn Lycurgus. Lycurgus wordt nu als straf wegens zijn verzet tegen de god met waanzin geslagen en in zijn waanzin slacht hij zijn eigen kinderen op het altaar. De straf is een reflectie van het oorspronkelijk offer, als straf echter gekenmerkt door de waanzin. Hetzelfde geldt voor het kinderoffer van Herakles. Lussa, de godin van de dierlijke rabies, wordt door Hera aangespoord Herakles tot de kindermoord te verleiden. Net zo waren de Titanen door Hera aangespoord. Het motief is in beide gevallen hetzelfde: wraak uit jaloezie op het onechte kind van Zeus. Herakles beleeft zijn Titaanse aard door het perverse offer te herhalen als perverse reiniging. Hij wordt door de medelijdende Theseus meegenomen naar Athene, om daar echt te worden gereinigd. Herakles was het prototype van de ingewijde van de Eleusinische mysteriën, zij het met een ander aition, met een andere motivatie. Maar motivaties zijn niet belangrijk. Het gaat om de structuur, en een Athener die wist hoe Herakles in Athene - in de voormysteriën van Agra - gereinigd werd, legde het verband vanzelfsprekend. Agamemnon wordt als straf, omdat hij Iphigeneia heeft geofferd, geofferd door Klytemnestra in Aeschylus' Agamemnon. Ook hier een reflectie van de oorspronkelijke misdaad. Maar de Agamemnon wordt niet alleen gekenmerkt door offerterminologie. De jachtterminologie is haast even frequent. De jacht in de wildernis staat in zekere zin in tegenstelling tot het offer in de polis.Ga naar eind2 De Orphische Dionysus heette Zagreus, Grote Jager. De jachtterminologie verwijst naar de Dionysische jacht. En die jacht doet eerder denken aan de straf van de Titanen dan aan hun misdaad. De twee vormen, offer | |
[pagina 483]
| |
en jacht, horen toch bij elkaar, immers in de talio lijken misdaad en straf op elkaar. De jachtterminologie is geen poëtische gril van Aeschylus, maar de jacht op Agamemnon is een traditioneel element. Dat blijkt uit de Andokides-krater uit 470, dus van voor de Oresteia. Daarop staat Agamemnon gevangen in een net afgebeeld op het moment van de moord. Kassandra ziet in een visioen hoe Agamemnon als een stier wordt geslacht, in een net wordt gevangen en in een watervat valt. Ze legt dat laatste uit (Aesch. Agamemnon 1129): ‘ik bedoel de kunst van de met list dodende lebes’. Herakles doodt zijn kinderen met pijl en boog op het altaar, in Euripides' Herakles. Ik herinner hier aan de Bouphonia. De stier wordt op het altaar geofferd, en de oorspronkelijke moordenaar Sopatros moet vluchten. Op Tenedos werd degeen die een kalf met kothurnen aan (Dionysus) slachtte met de dubbele bijl (verg.: een tweesnijdend zwaard) achternagezeten tot buiten de stad. We hebben hier hetzelfde structurele onderscheid: het offer is de misdaad, de straf is een achtervolging, een jacht, een verbanning die echter als straf al zelf het begin van een reiniging is. Men vergelijke de omzwervingen van Orestes als reiniging. |
|