De beschaving
(1983)–J.P. Guépin– Auteursrechtelijk beschermd[16]
| |
[pagina 461]
| |
Op Lindos werd een Boukopia Theodaisia gevierd, een Runderslag en Godenmaaltijd. De term Theodaisia - maaltijd van de god, drinken van goddelijke wijn - doet aan Dionysus denken, want het wijnwonder op Andros heette Theodaisia. Het offer werd echter gebracht ter ere van Herakles, of althans... de Lindiërs offeren een ploegstier op een altaar dat Bouzugon heet, Runderjuk, terwijl de priester vanaf een heuveltje in de buurt Herakles met verwensingen overlaadt of zelfs met stenen bekogelt. Het aition is alweer paradoxaal. Herakles vroeg ten behoeve van zijn zoon Hyllos eten aan een ploeger uit Lindos. Die beschimpte hem, Herakles spande een van de runderen uit en at het samen met zijn zoon ter plekke op, en de vervloekingen van de ploeger vermaakten de held zeer. Het aition is burlesk, dat past goed bij Herakles, maar de lezer ziet nu wellicht dat ook de humor - het niet helemaal gemeende lachwekkende verhaal - als excuus kan gelden. Want de held begaat een vreselijke misdaad. Terug naar Athene, en wel ter beantwoording van de volgende vragen: waarom een ploegrund geslacht in de Bouphonia, en wat leerde Sopatros op Kreta? Het slachten van het ploegrund, helper van de mens, was een grote misdaad. Aan het eind van het ritueel wordt het geslachte rund opgezet en aan een ploeg gebonden. Wie het laatste doet heet een Bouzuges, een Runderjukker. Bouzuges gold in Athene als de heros die het ploegen had uitgevonden en daarmee de landbouw had verbreid. Het Griekse woord voor ploegen, arao, lijkt homoniem met verwensingen: arai. De verwensingen van de Bouzuges golden degeen die water en vuur weigert, een verdwaalde de verkeerde weg wijst, een gevonden lijk niet begraaft, het ploegrund doodt en aan iemand iets aanraadt wat hijzelf schadelijk vindt. Zulke mensen werden bij het rituele ploegen door de Bouzugai aan de voet van de Akropolis verwenst. Er waren in Athene nog twee rituele ploegingen: een in verband met de Eleusinische mysteriën en een op Skiron; de Bouzugai zorgden ook voor de heilige runderen die in Eluesis ploegden. In de tweede helft van de zesde eeuw komt Triptolemos op als Orphische tegenhanger van Bouzuges; dan wordt hij degene die van Demeter de uitvinding van de landbouw had ontvangen en daarmee de beschaving had verbreid. Ik zal nu Bouphonia ritueel en Bouzuges ritueel tegenover elkaar stellen. Ze vormen verenigd een paradox. Het rituele ploegen werd verzorgd door het geslacht der Bouzugai; de Bouphonia werd uitgevoerd onder andere door het geslacht der Kerykes, de Herauten van | |
[pagina 462]
| |
de Eleusische mysteriën.Ga naar eind1 Het verwensen van de doder van het ploegrund is geen mysterie, het doden van dit dier wel. Is Bouzuges even Orphisch als Triptolemos? Ik denk dat Triptolemos een Orphisch duplicaat is. We hebben een parallel tussen Bouzuges die vooral in de omgeving van de Akropolis is gesitueerd en Triptolemos in Eleusis, zoals er zowel bij de Akropolis ritueel werd geploegd als bij Eleusis. Nu heeft Bouzuges nog een andere naam: Epimenides. Aristoteles meende dat Epimenides later Bouzuges werd genoemd. Hij was dus geïdentificeerd met de onmysterieuze rituele ploeger. Kan Epimenides ook in verband worden gebracht met het mysterieuze offeren van het ploegrund op de Bouphonia? Pausanias (i, 14, 3-5) citeert Musaeus en Orpheus voor de afstamming van Triptolemos - en zegt erbij dat hij niet gelooft dat de gedichten van Musaeus of Orpheus zijn -, vertelt ons dan dat een droom hem heeft verhinderd het Eleusinium in Athene te behandelen, maar hij deelt wel mee wat er voor de tempel te zien is: een beeld van Triptolemos, en een bronzen stier die naar het offer wordt gevoerd met daarnaast een zittende figuur voorstellende Epimenides uit Knossos, die veertig jaar heeft geslapen en daarna Athene en andere steden heeft gereinigd. Epimenides intrigeert me omdat hij volgens andere bron 157 jaar is geworden, waarvan 57 jaar verslapen. Hij was een extatisch ziener, die zich met anti-hongerpillen voedde, of met malve en asphodel, zodat hij geen ontlasting had: een reinlever; hij was vooral goed in het voorspellen van het verleden, en hij was kathartes bij uitstek, een beroepsreiniger. Hij kwam uit Kreta.Ga naar eind2 Laat ik kortheidshalve de geschiedenis van de reiniging door Epimenides vertellen in de vorm van een verhaal zoals dat wellicht omstreeks 550 aan het hof van Pisistratus werd verteld. Er was een tijd (636), meer dan drie generaties geleden, en lang voordat de wetgever Dracon er (in 621) door instelling van de Areopagus voor had gezorgd dat er een einde kwam aan wederzijds bloedvergieten in vendetta's. Toen beraamde Kylon een revolutie die een eind moest maken aan het overmoedig optreden van de adel dat tot wederzijdse moorden leidde. De revolutie mislukte, en de aanhangers van Kylon zochten asiel op het altaar van Athene op de Akropolis. De Alkmeoniden hebben de smekelingen weggelokt en ze op het altaar van de Semnai theai (= Erinyes) op de Areopagus gedood. Ook daarna lieten Alkmeoniden niet na door hun overmoedig gedrag het volk uit te buiten. Zij hadden tot hun verdediging aange- | |
[pagina 463]
| |
voerd dat de aanhangers van Kylon de tempel van Athene hadden willen plunderen. Maar er heerste vreselijke hongersnood en pest in het land, veroorzaakt door het Kyloneion agos, de Kyloonse bevlekking. Men besloot niet alleen de nog levende Alkmeoniden te verbannen, maar ook de dode uit hun graven te verwijderen. Nog hield de pest niet op. Men vroeg een orakel aan Apollo, dat gebood de ziener Epimenides uit Kreta te ontbieden. Deze reinigde de stad door een aantal witte en zwarte schapen los te laten lopen. Ze werden geslacht op de plek die ze zelf hadden uitgekozen door er te gaan liggen. Ook boden twee Atheense jongelingen zich aan om te worden geslacht. Epimenides is de uitvinder van de ‘Unschuldskomödie’. Ik zie in dit verhaal de kiem van een aantal tragische motieven: doldriest slachten en edele zelfopofferingen. Als anti-Kylon Theseus, de door Pisistratus gepousseerde oerkoning van Athene, die met de dood bedreigde smekelingen redt en in de stad opneemt. Ook Neoptolemos, op het altaar van Apollo in stukken gehakt door de Delphiërs, is een ‘Kyloons’ mens, want ter verdediging van het gedrag van de Delphiërs wordt aangevoerd dat hij de tempel had willen plunderen. Ik stel me nu de volgende situaties voor als oervorm van de tragedie. De eerste situatie is de historische gebeurtenis, dat de aanhangers van Kylon als smekelingen een toevlucht hadden gezocht op het altaar van Athene, en als slachtoffers waren geslacht op het altaar van de Erinyes. De tweede is: een ramp dreigt, het volk zit als smekelingen op de trappen van het paleis, de koning beveelt een zondebok de stad uit te drijven. Eerste dramatisering. De ramp is gepersonifieerd in een vijand die door middel van een bode het leven van de smekelingen opeist. Ze worden gered, vaak na vrijwillige opoffering van een van hen, door een gastvrije koning. Zo zitten de Smekelingen van Aeschylus in elkaar, de Oedipus Koloneus van Sophokles, en de Smekelingen, de Kinderen van Herakles, de Eurystheus en de Diktys van Euripides, en het begin van zijn Andromache, Helena, Herakles en Telephos en Sophokles' Oedipus Tyrannus. Een dergelijke tragedie kon desnoods gespeeld worden met maar één acteur, de Heraut die het koor van smekelingen opeist. Ik denk dat dit de oervorm van de tragedie is. De situatie is steeds kenmerkend voor het einde van de IJzeren Periode. Theseus is voor de rol van degeen die gastvrij opneemt en reinigt het meest karakteristiek, men vergelijke het eind van Euripides' Herakles. In het eerste gedeel- | |
[pagina 464]
| |
te heeft Herakles zijn vrouw en kinderen die op het altaar waren gevlucht van de moorddadige Lykos, de wolf, gered. Maar hij heeft Lykos gedood, de bloedschuld treedt dus toch vanzelf nog op, hij moet zich reinigen, maar in die reiniging doodt hij in door Lussa gezonden (wolfs) waanzin zijn eigen kinderen op het altaar. Er zit symmetrie in beide gedeelten, de symmetrie van de talio, de wet van voor wat hoort wat. Maar Theseus komt bezield door medelijden aan en neemt Herakles mee naar Athene. Daar wordt hij waarlijk gereinigd. Nu verschijnt Epimenides omstreeks 500 weer in Athene, dit keer om de Perzische invasie tien jaar op te schuiven. Ook de reiniging van het Kyloonse agos wordt opnieuw in die tijd gedateerd, toen de Alkmeoniden, die na de val van het huis van Pisistratus waren teruggekeerd, opnieuw werden verbannen. In alles een duplicaat. Er zijn orakels van Epimenides bekend die wijzen op de tijd van Hipparchus, de zoon van Pisistratus die Onomacritus had verbannen. Weer door Onomacritus vervalste orakels? Diels dacht het.Ga naar eind3 In ieder geval wijzen zijn vegetarische ascese, maar ook de titels van zijn werken, op Orphische trant: een gedicht over de oorsprong van de Koureten en Korybanten en de Theogonie, die zo duidelijk Orphische invloed verraden dat er geen twijfel over kan bestaan of ze zijn in de tweede helft van de zesde eeuw vervalst - veel later kan ook weer niet -; een epos over de constructie van het schip Argo en het vertrek van Jason naar Kolchis (Orpheus komt op het schathuis van de Siphniërs in Delphi voor het eerst in de beeldende kunst voor, als metgezel van de Argonauten; op het andere fronton komt voor het eerst Demeter voor als Kybele, dit alles in het laatste kwart van de zesde eeuw, ook een gevolg van het aan Epimenides toegeschreven epos?); een prozawerk over de offers en de staatsinstellingen van Kreta (op zijn minst omstreeks 500, want in proza); een gedicht over Minos en Rhadamanthos (in de trant van Orphische afdalingen in de onderwereld); een geschiedenis van Kreta, Reinigingen, Mysteriën, een verzameling orakels (zeker gedeeltelijk vervalst ex eventu op de manier van Onomacritus); een geschiedenis van de Telchines; twee duidelijke vervalste brieven aan Solon. Uit de fragmenten en anderszins blijkt dat de aan Epimenides toegeschreven poëzie door ontleningen aan Hesiodus zich een air van oudheid wilde geven, een techniek die we ook van Onomacritus kennen. Aanleiding genoeg om de op Kreta geboren verscheurde Diony- | |
[pagina 465]
| |
sus, de identificatie van de Kretenzische Rhea met de Oosterse Kybele vanwege de verwantschap van Koureten en Korybanten, ook aan laat zesde-eeuwse vervalsingen op naam van Epimenides toe te schrijven. Wilamowitz dacht dat de Kretenzers, een tragedie van Euripides, haar inspiratie uit deze Orphische vervalsingen op naam van Epimenides had geput. Ik denk dat de Bouphonia in zijn oorspronkelijke vorm van de echte Epimenides stamt. En wel omdat ik ervan overtuigd ben dat aition en ritueel zo nauw bij elkaar horen dat het een niet zonder het ander denkbaar is. De Orphische cultuurmythos stelde de zegeningen van de landbouw voor als gevolg van de instelling van de mysteriën. De zending van Triptolemos was de grootste zegen die volgde op de tijd van wederzijdse moorden. Deze Orphische versie stamt, blijkens de vazen, uit 550. Hiermee is de gedachte in tegenspraak dat de misdaad van het slachten van het ploegrund een kenmerk is van de IJzeren Periode van wederzijdse moord. Immers, geen ploegrund zonder landbouw. Het een is met het ander onverenigbaar. Aangezien de beste bronnen, waaronder Aristoteles, de reiniging dateren voor de moordwetgeving van Dracon in 621, en de historische Epimenides goed in die tijd wordt gesitueerd, lijkt het mij geen gek idee om de instelling van de Bouphonia na de tijd van Dracon te situeren; ter viering van de instelling van de Areopagus. Dus de Bouphonia in 620? Het is dan mogelijk dat het ritueel een nieuwe betekenis kreeg in de tijd dat Pisistratus zich in 550 voor de tweede keer van de alleenheerschappij meester maakte en de Alkmeoniden weer in verbanning stuurde. Wij krijgen de volgende chronologie: in 636 de Kyloonse bezoedeling gevolgd door de eerste verbanning van de Alkmeoniden en door de reiniging door de historische Epimenides; in 621 de wetgeving aangaande moord van Dracon, die een einde moet maken aan bloedige partijstrijd en instelling van de Bouphonia; in 570 wordt Pisistratus verdreven, de Alkmeoniden komen terug; in 550 de tweede tirannie van Pisistratus, de Alkmeoniden worden weer verdreven, en dus wordt de stad weer gereinigd. Maar dan is een nieuwe verzoening nodig. Deze situatie herhaalt zich, na de val van de dynastie, in 506. De Alkmeoniden worden weer verdreven, weer een pest, en weer een reiniging weer aan Epimenides toegeschreven. Het rund is de aanhanger van Kylon in deze nu wat grof geworden analogie, het wordt wel degelijk terecht gestraft want het heeft het altaar willen plunderen, de runderdoder is de aanhanger van de Alk- | |
[pagina 466]
| |
meoniden. De bezoedeling die in de vorm van pest de hele stad had getroffen, wordt in een verzoening opgeheven, nu de hele stad deel neemt aan het moordproces. De Bouphonia viert geen triomf op de tegenstanders, maar is een reiniging én verzoening, immers, wat wordt gevierd is dat voortaan de gruwelijke moord op het altaar wordt vervangen en verzoend door een proces, en in een proces krijgen de moordenaar en het slachtoffer hun deel van hun gelijk. Het proces is onpartijdig en kan dus ook een teken van de clementie van de heerser zijn. Door de triomf van het recht wordt de bloedschuld van alle deelnemers aan de partijstrijd gedelgd. Voorop moet staan het gevoel van immense bevrijding, nu door het recht een eind wordt gemaakt aan niet alleen de angst voor overvallen, maar ook aan de religieuze angst voor de demonen van de bloedwraak. De Erinyes, die beledigd waren omdat de aanhangers van Kylon op hun altaar waren gedood, zijn weldoende Eumenides geworden. De wetten van Dracon over moord zijn intact gebleven en niet aangetast door hervormingen. Dat kwam omdat ze zich boven de partijstrijd verhieven. Daarmee is Epimenides de werkelijke uitvinder van de tragische paradox geworden. Onomacritus heeft de gedachten van de Kretenzer uitgewerkt toen hij het offer van de god Dionysus tot de oorspronkelijke misdaad maakte. Ik voel daar ook voor omdat ik het aition van de Bouphonia, vergeleken met de latere diepzinnige ontwikkeling, wat goedkoop, dus ouderwets vind, en omdat verzoening met Alkmeoniden Pisistratus niet uitkwam. Hij had dus een vers aition nodig, om zijn clementie in het licht te stellen. |
|