De beschaving
(1983)–J.P. Guépin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 451]
| |
[14]
| |
[pagina 452]
| |
dat onthouding van vlees, of onthouding van niet ritueel geslacht vlees? Het blijkt dat de reinheidsvoorschriften van de Pythagoreeërs sterk wisselen. Er waren kennelijk ook hier twee richtingen mogelijk. Men onthield zich geheel van dierlijk voedsel, of alleen van dat van sommige aardige dieren, waaronder het wollige schaap en de ploegstier. De geit mag geofferd worden omdat hij gestraft wordt, hij heeft immers van de wijnstok gesnoeptGa naar eind1. Mij interesseert nu de stroming die vlees van geslachte dieren aanbeveelt. Ik zoek eerst naar een meer algemene Griekse offertheorie. Tijdens het Olympisch spijsoffer eet iedereen of alleen de priester de splanchna op het moment dat de meria voor de goden verbranden. Dat is het eigenlijke offermoment. Daarna wordt de rest van het vlees gebraden of ook gekookt. Het eigenlijke offer is nu afgelopen, iedereen neemt deel aan de vrolijke vleesmaaltijd. Over het algemeen neemt men het vlees mee naar huis, en wanneer wordt voorgeschreven dat het vlees ter plekke moet worden opgegeten, dan hebben we te maken met mysterieuze reinigingsoffers. Welnu, de splanchna zijn de edele ingewanden, als hart en lever. Ze zijn, denk ik, de zetel van de psyche. Maar dat zou kunnen betekenen dat de rest van het vlees dank zij de offerhandeling ontzield is geraakt. Het is overigens de vraag hoe men ooit bezield vlees kan eten, het verbod zou strikt genomen alleen kunnen slaan op het eten van nog levend vlees in de omophagie. Onthouding van bezield voedsel is een afgekorte uitdrukking voor het verbod bezielde wezens te doden om ze daarna op te eten. Bij het Homerische offer verlaat op het moment van het verdoven door de slag met de bijl of daarna bij het doorsnijden van de keel de thymos of de psyche van het beest de ledematen. Het moment waarop men samen met de goden eet van de splanchna is echter toch het gevaarlijke moment van sacralisatie. Door die handeling wordt de rest van het vlees daarna gedesacraliseerd. Deze gedachte, die op zich al een expliciet getrokken consequentie uit details van het traditionele ritueel is, wordt dan uitgewerkt in het Pythagoreïsch verbod om de baarmoeder en het hart, zetels van leven, op te eten. In zijn algemene vorm komt het erop neer dat de sociale Pythagoreeërs gewoon aan offermaaltijden deelnamen, alleen rund- en schapevlees vermeden, en de meest vitale edele ingewanden niet meeaten. Deze opvatting valt zonder veel moeite met het gewone offer te combineren; de verschillen zijn net groot genoeg om de eigen identiteit van de sociale Pythagoreeër te waarborgen. | |
[pagina 453]
| |
Ik heb al bladerend in mijn Athenaeus (xiv, 661 b-d) een nieuwe parallel gevonden. Het is een komisch pedante toespraak van een kok uit een komedie van de mij verder onbekende Anthenion. De komedie zal wel niet voor niets De Samothrakiërs heten, want Samothrake was het eiland van de mysteriën. Deze kok spreekt een lof uit op de ontwikkeling van de kookkunst als beschavingsgeschiedenis: ‘De kookkunst heeft de grootste bijdrage geleverd voor eusebeia, vroomheid, want hij heeft ons bevrijd van het beestachtige en verdragloze leven, van walgelijk elkaar opeten en hij heeft orde gebracht, want in een tijd waarin kannibalisme en allerlei kwaad bestond heeft een niet onverstandig man het eerst een offerdier geslacht en vlees gebraden.’ Empedokles en het aition van de Bouphonia hadden gemeen dat de afgrijselijke rundermoord een vleesloze idylle verbrak; Anthenion en het aition hebben gemeen dat de beschaving ontstaat door ritueel slachten. Voor Empedokles, die het offer verwerpt, is het offer zelf een geval van kannibalisme, bij Anthenion gaat het kannibalisme aan het geordend leven vooraf. Het verschil tussen Anthenion en het aition is dat in het aition de rundermoord volgt op een vegetarische, wellicht ideale, periode, terwijl bij Anthenion het offer een duidelijke vooruitgang biedt op ongeordende verwantenmoord. Het aition van de Bouphonia had er wat minder paradoxaal uitgezien als het de idylle had overgeslagen: de rechtsorde maakt een eind, niet aan een Gouden Tijd, maar aan een periode van wetteloos elkaar doden. De schildering van de Gouden Tijd levert een sterk contrast op met het moorddadig karakter van de rundermoord. Die moord wordt gevolgd door een tweede contrast: dat van het door een juridisch proces geordend leven van de burgers in de polis. We hebben dus drie momenten: 1. een idylle, gekenmerkt door de reine vruchten van de landbouw, 2. de moord op nota bene de ploegstier, 3. orde door ritueel slachten en juridisch proces. Zowel Empedokles als Anthenion schilderen een periode van allelophagie, vaak vertaald met kannibalisme, maar het is duidelijk dat daaronder ook wordt verstaan het verslinden van dieren, die immers zo sterk verwant zijn dat ook het doden van dieren als moord wordt opgevat. Allelophagie is kenmerkend voor het roofdierachtig leven. De omophagie, het rauw opeten, is daar ook een kenmerk van. Aan die staat van dierlijkheid wordt een einde gemaakt door de uitvinding | |
[pagina 454]
| |
van technai, als die van het vuur en door uitvinding van nomoi, wetten. Welnu, een dergelijke opvatting is Orphisch. Orpheus leerde de mensen zich te onthouden van moord, dat wil alweer zeggen van kannibalisme of van vleeseten in het algemeen, en hij deed dat als stichter van mysteriën. Er was een tijd dat de mensen elkaar opaten en de sterkere man de zwakkere doodde. Aan die situatie hebben Demeter en Kore een eind gemaakt als Thesmophorai Theai, als Instellingen-brengende Godinnen. Hun gaven bestaan uit landbouw en wetten. Demeter schonk de gave van de landbouw aan de Eleusinische Triptolemos met de opdracht de landbouw over de hele wereld te verbreiden. Athene wordt hiermee verheerlijkt als oorsprong van de beschaving. Aangezien Triptolemos in zijn rol van verbreider van de zegeningen van de landbouw op Attische vazen sinds de tweede helft van de zesde eeuw frequent voorkomt, wordt deze hervorming van Orpheus dus zonder moeite in deze tijd gedateerdGa naar eind2. Alweer Onomacritus dus. |
|