De beschaving
(1983)–J.P. Guépin– Auteursrechtelijk beschermd[11]
| |
[pagina 376]
| |
sum elicere.Ga naar eind3 Wie het onderling eens zijn, zijn het over onderwerp én gezegde (mening) eens. Als men het oneens is, zullen een schrijver en zijn criticus vanzelfsprekend verschillende opvattingen, meningen, over een zelfde onderwerp te zeggen hebben - en dus over de zelfde zaak verschillende teksten produceren. Het eens zijn is evengoed als het oneens zijn een kwestie van kritiek. Je kunt het niet eens zijn als je niet begrepen hebt waar het over gaat, maar je kunt het zo ook niet oneens zijn. In de theologie kan het element van zakelijke kritiek niet goed geïsoleerd worden, minder nog dan in de filosofie, en wel omdat de kennis van de Openbaring uitsluitend op begrip van de Openbaring berust. Maar het is onzin te beweren dat je het niet op historische of ethische gronden met teksten van de bijbel oneens kunt zijn, of geen kritiek op de waarheid van een bijbeltekst kunt uiten tegen iemand die die waarheid verdedigt, terwijl in zo'n geval toch beide partijen zich baseren op een aanvaarde interpretatie van die tekst. Natuurlijk is er een verschil tussen het ‘waarlijk’ begrijpen van degeen die zich ‘aangesproken’ voelt door, bij voorbeeld, een bijbeltekst en iemand die louter uit nieuwsgierigheid en met gepaste historische distantie wil weten wat ‘er nu eigenlijk staat’. In zoverre hebben de theologen gelijk, als bij voorbeeld de leerling van Heidegger Bultmann die zegt dat alleen wie zich laat ‘ergreifen’ in staat is tot ‘Verstehen geschichtlicher Phänomene im letzten und höchsten Sinne’.Ga naar eind4 Maar dit hogere begrijpen kan niet meer dan een species zijn van gewoon begrijpen. Wie zo wil lezen, leest een tekst in de bijbel als een speciaal voor hem bedoelde blijde boodschap. Tot mij gerichte persoonlijke (blijde of treurige) boodschappen zullen mij meer treffen dan degeen voor wie ze niet bestemd zijn: overlijdensberichten, geboorteberichten, bericht van bezoek of afzeggen van bezoek, liefdesverklaringen, ze zijn zonder tal. Ik word aangegrepen door de overlijdensberichten van mijn familieleden en vrienden, niet door die van vreemden; ik juich bij goed nieuws dat voor mij bestemd is, en reageer anders op het goede nieuws dat mijn vijanden betreft. Dit alles is relevantie, kritiek; de interpretatie van het overlijdensbericht, of van het telegram ‘Mulisch heeft de Nobelprijs gewonnen’ is voor iedereen gelijk. De verwarring ontstaat doordat de bijbel de pretentie heeft zich tot iedereen met een persoonlijke boodschap te richten. Een dergelijke situatie is kenmerkend voor elke ongerichte verspreiding van geschreven teksten. Men hoopt dat het zaad ergens in goede aarde zal | |
[pagina 377]
| |
vallen. Zo overspoelt de reclame mij ook met goede boodschappen. Ik kan mij daaraan onttrekken, maar ik kan de folder van de supermarkt ook ‘befragen’ en er mijn voordeel mee doen. Bijbelteksten fungeren door hun vage algemeenheid als astrologische teksten in de krant. Hoe zit het dan met uitgegeven liefdeslyriek? Reageert de maîtresse van de dichter anders dan het grote publiek? Voor wie is de boodschap eigenlijk bestemd? Hoe laat ik mij daardoor dan ‘ergreifen’? Bron van niet altijd zinloze bespiegelingen. Het ‘echte’ begrijpen staat voorop in de Duitse hermeneutiek. Voorbeeldig zijn bijbel en lyriek. De culminatie hiervan is Gadamers Wahrheit und Methode. ‘Verstenen’ is altijd applicatio, het eens zijn over de zaak, zich verplaatsen in de ander, in het perspectief van positief gewaardeerde eigen vooroordelen, en dus met positief gewaardeerde hermeneutische cirkel. Het gaat om het laten versmelten van de horizon van de eigen verwachtingen met de horizon van de tekst. Door deze actieve inbreng begrijpt men (hoe precies is onduidelijk) steeds anders, als men überhaupt begrijpt. Maar dan wordt de tekst van Gadamer - of Heidegger - ook altijd ‘anders’ begrepen. |