De overwinnaar van een vendetta heeft er alle belang bij dat de vendetta nu ook zo snel mogelijk ophoudt. Hij zal de wraakgedachten van de overwonnenen nu moeten tegengaan door middel van een rechtsorde.
We noemen nu het vrije marktmechanisme van wandaad met wandaad vergelden het mechanisme van de verdelende rechtvaardigheid. De rechtsorde probeert enerzijds de verdelende rechtvaardigheid in betere banen te leiden door de zwakkeren door beperkende maatregelen tegen de machtigen te beschermen. De liberaal zegt: zo dat het marktmechanisme in zijn pure vorm kan werken, ongehinderd door te grote monopolievorming op machtsgebied of op economisch gebied. Maar daarmee grijpt de liberaal al in het marktmechanisme in, en zuiver economisch handelen op de vrije markt - van gelijke partners - is zowel een abstractie als een fictie.
Het strafrecht is echter een poging het marktmechanisme van de wraak tegen te gaan. Het is de taak van elke overheid - of zij nu dank zij dit mechanisme aan de macht is gekomen of de eenheid van het rijk heeft geërfd - om het (met geweld) gewonnen geweldsmonopolie te handhaven. Het recht op wraak wordt de gekrenkte partij afgenomen, maar de overheid oefent zelf geen wraak uit: het wordt nu één oog om één oog, in plaats van zo veel mogelijk ogen om één oog. Dat betekent dat het rechtsgevoel van de gekwetste partij niet wordt bevredigd door de opvallend milde vonnissen van de strafrechter, terwijl uiteraard de verliezende partij nooit tevreden is met haar straf.
Verdelende en vergeldende rechtvaardigheid zijn synoniem geworden. De verdelende rechtvaardigheid van de wraak, die een rechtvaardigheid is op grond van het marktmechanisme, wordt echter in het strafrecht vervangen door een willekeurig milde, toedelende rechtvaardigheid.
Als de socialisten de verdelende rechtvaardigheid van het commerciële marktmechanisme willen afschaffen, dan, zo kan men stellen, willen ze de toedelende rechtvaardigheid die het strafrecht kenmerkt uitbreiden tot de hele samenleving. Het strafrecht bevredigt het ‘natuurlijk’ rechtsgevoel echter nooit.
Maar aan mensen kan tevredenheid, berusting, worden aangepraat. Het is niet waar dat beide partijen, of een van de partijen, in een transactie zich altijd benadeeld voelen. Elke partij kan berusten in het uiteindelijke vonnis of in de uiteindelijk bedongen prijs met een beroep op omstandigheden. In de praktijk wakkert het socialis-