De beschaving
(1983)–J.P. Guépin– Auteursrechtelijk beschermd[27]
| |
[pagina 140]
| |
Wesen der Dinge unmittelbar zusammenfielen.’Ga naar eind2 Die wetenschappelijkheid wordt gevonden door een verkeerde bewondering voor het systeem van Newton. Men bewondert de toepassing van Newtons wetten op de astronomie. Dank zij de wetten loopt het heelal als een klok. Men verwart nu de krachten die de klok in beweging houden met de klok zelf en interesseert zich dan vooral voor de stand van de wijzers om zo de toekomst te kunnen voorspellen.Ga naar eind3 Wetten van de geschiedenis worden geformuleerd door het bewijs van een noodzakelijke opvolging van tijdperken - de mythologie van Hesiodus weer tot leven gewekt - met als nut de mogelijkheid vooruitgang te kunnen meten en een noodzakelijke toekomst te kunnen voorspellen: stenen, bronzen, ijzeren, gouden tijdperk; matriarchaat, patriarchaat, slavenhoudersmaatschappij, feodalisme, kapitalisme.Ga naar eind4 Wie een wetmatige gang van de geschiedenis aanneemt loopt in de valkuil van het probleem van determinisme versus vrije wil. Het gaat ermee als met de consequenties die uit de almacht van de genade Gods getrokken moeten worden (Augustinus): als de mens geen invloed kan uitoefenen op de keus tussen hemel en hel, waarom zou hij zich dan nog inspannen goed te zijn. De leden van de zestiendeeeuwse sekte van de antinomianen concludeerde dat een waarlijk kind van God zelfs niet zondigen kan. (In romanvorm: J. Hogg, The Private Memoirs and Confessions of a Justified Sinner (1824).) Maar zo'n extreme gevolgtrekking dat de uitverkorene straffeloos kan moorden, is te afwijkend; normaler is gevaarlijke fatalistische berusting. Vandaar toch altijd de nadruk op eigen inspanning, goede werken (Pelagius). Ook al zijn de hymnen augustinisch, de preken zijn over het algemeen pelagianistisch.Ga naar eind5 Ook al is de ontwikkeling naar het communisme volgens de doctrine onvermijdelijk, de revolutionaire preken blijven nodig, wetenschappelijke theorie én revolutionaire praxis; wetenschappelijk marxisme tegenover kritisch marxisme.Ga naar eind6 De mensen moeten gedwongen worden de onvermijdelijke gang van de geschiedenis in te slaan, en wel het liefst met het verbaal geweld van demonstraties. In alle totalitaire staten blijft dat minst democratische retorische genre, het demonstratieve, als alleenheerser over. Zo luidt de opgave van een socialistische retorica: ‘Die Überzeugungskraft der Rede in Agitation und Propaganda zu nützen, um Hirn und Herzen der Menschen von der unumstösslichen Wahrheit der marxistisch-leninistischen Gesellschaftslehre und ihrer ge- | |
[pagina 141]
| |
schichtlicher Mission zu erfüllen...’Ga naar eind7 Vergelijk de definitie van de Gewijde Welsprekendheid: ‘De gave [...] den geest der hoorders met het licht der geopenbaarde waarheid te bestralen en hun wil en gemoed tot beoefening der deugd te bewegen.’Ga naar eind8 Maar hier stuiten we op een tweede eigenaardigheid, die optreedt zodra er wetmatigheden in het gedrag naar het voorbeeld van de natuurkundige wetmatigheden door de wetenschap gevonden worden. Dat betekent namelijk dat de mensen, voordat de wetenschap zo ver gevorderd was, zich van die wetmatigheden niet bewust waren. Voor de vallende steen levert dat niet zo veel problemen op: hij valt wel. Voor een vallend mens ligt dat al wat anders: het kan hem wellicht interesseren of zijn val nu door de aantrekkingskracht van de aarde wordt veroorzaakt of uit een inwendige tendentie van zijn lichaam voortkomt, ook al wordt de botsing met de grond er niet minder om. Of iemand nu valt of vliegt, hij maakt gebruik van de zwaartekracht, en het maakt niet veel uit of hij het met de natuurkunde eens is of niet. Maar wat betekent het nu als mensen ‘in bepaalde, noodzakelijke, van hun wil onafhankelijke produktieverhoudingen treden’?Ga naar eind9 Uit dit citaat van Marx kan goed blijken dat een dergelijke door de wetenschap ontdekte wetmatigheid in menselijk gedrag altijd een merkwaardige omslag teweegbrengt van niet-bewust naar bewust gedrag: vóór de ontdekking waren de mensen zich niet bewust van het feit dat hun gedrag aan die en die wetmatigheden onderworpen was, na de ontdekking zouden zij zich er bewust van kunnen of moeten zijn als ze maar van de betreffende theorie hadden gehoord en er vervolgens de juistheid van hadden ingezien. Als de geconstateerde regelmaat ongunstig is, wordt het tijd dat ze er wat aan doen. Dat geldt voor elk systeem en zijn aanhangers, ook die van Hume of Smith. Maar binnen het menselijk gedrag zijn er ook dingen die de mensen bewust doen, bewuste structuren zelfs, als de structuur van een sonnet. Wat is dan de status van die structuren die ‘onbewust’ zijn, totdat de wetenschap ze aan het daglicht brengt? Bij menselijk handelen leidt dat tot een scheiding van twee niveaus, die vaak gewaardeerd worden in een tweedeling van schijn en wezen: in schijn denken de mensen dat ze ‘zus’ handelen maar in werkelijkheid - de wetenschappelijke werkelijkheid - gedragen ze zich ‘zo’. De wetenschap concentreert zich nu niet op wat de mensen denken dat ze doen, maar op datgene wat ze, zonder het te beseffen, in werkelijkheid doen, op de zogenaamde onbewuste structuren. |
|