De beschaving
(1983)–J.P. Guépin– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 129]
| |
[23]
| |
[pagina 130]
| |
voorbeeld lichaamsbouw en niet direct waarneembaar karakter, met al even jammerlijk resultaat. In het dagelijks leven let men dan ook op een syndroom van uitingen, als de manier van glimlachen, het schuifelen van voeten die voor een deel onbewust worden verwerkt. De diagnose is daarom zo moeilijk omdat we er zelf belang bij hebben voor te wenden dat we betrouwbaar zijn. Een dergelijke methode zal dus nooit in alle gevallen mogen opgaan, en daarom ook nooit wetenschappelijk aanvaard worden. Elke geleerde zal er belang bij hebben uitzonderingen te verzinnen, al was het om zijn eigen karakter ondoorgrondelijk te maken. Het compromis is dan dat men aanneemt dat de anderen, waaronder speciaal de vijanden, hun ware slechte karakter en bedoelingen door de wetenschappelijke methode verraden, en dat we zelf aan deze wetmatigheden zijn onttrokken tenzij ze gunstig voor ons zelf uitvallen. We krijgen dan, bij de anderen, onze vijanden, twee teksten. De een is de tekst die ze zelf leveren, en die strookt met hun bedoelingen. Maar die tekst wordt ontmaskerd als voorwendsel, rationalisatie. De wetenschappelijke methode levert dan de ware tekst, de ware bedoelingen, die, aangezien men niet altijd aanneemt dat de ander bewust liegt of veinst, op de een of andere manier wel onbewust zullen zijn. Een tekst met een oneigenlijke, én een eigenlijke betekenis, dat is een allegorie. Marx, maar ook Freud, zetten de traditie van de antieke en christelijke allegoristen voort. Maar is de patiënt bij Freud dan een vijand? Ja toch, in zoverre dat hem niet zijn eigen goede redenen worden gegund. Hij is wat dat betreft ook vergelijkbaar met de barbaar die niet alleen vijand is maar ook nog onbegrijpelijke taal uitslaat. De agressiviteit wordt gemaskeerd omdat de psychiater meestal met patiënten te maken krijgt die zelf al aan hun goede redenen twijfelen. Een phobicus is iemand die, in tegenstelling tot de filosoof of politicus, denkt dat zijn angsten wanen zijn. Maar als de freudiaanse methode op hogere, literaire teksten wordt losgelaten, blijkt het ontmaskerende karakter meteen. Natuurlijk is Freud, net als Marx, Nietzsche of Darwin, een grote negentiende-eeuwse ontmaskeraar. |
|