gens naar deelonderwerpen - aspecten van aspecten, hiërarchisch geordend van algemeen naar bijzonder - te behandelen. Het is geen principiële vraag of een dergelijke ordening relevant is, want dat hangt af van de al aanwezige belangstelling - van varkensfokkers of natuurliefhebbers bij voorbeeld - of van louter nieuwsgierigheid, van mij bij voorbeeld, naar een onderwerp dat nog nooit als zodanig in mijn belangstelling was gekomen. Wat geldt voor de varkensfokker geldt voor elk mogelijk, op teksten of aanschouwing gebaseerd, historisch of antiquarisch onderwerp. In de historische wetenschap is elk onderwerp - dat wil zeggen elke ordening - welkom.
Dit is het verschil met een theorie. Een theorie op natuurkundig of menswetenschappelijk terrein, van Einstein, Marx of Chomsky, heeft de neiging onverdraagzaam te zijn. Alleen de ordening en dus ook selectie van het materiaal zoals die door een economische of sociologische of linguïstische school wordt toegepast, is dan echt wetenschappelijk en dus relevant. De selectie naar onderwerp is daarentegen tolerant, het is niet meer dan een van de vele mogelijkheden om feiten te groeperen - het varken in het woud, de fauna van het woud, de economische betekenis van het woud, van de fauna in het woud, de economische betekenis van het varken, de sacrale betekenis van het varken, de fenomenologie van het varken - alles is welkom als het maar interessant wordt gevonden, of als de manier waarop ‘het’ gebracht wordt maar interessant wordt gevonden. Er is geen boek, geen onderwerp, dat niet in zekere zin aan de belangstelling van zekere lezer tegemoetkomt, want anders werd het niet uitgegeven. En al deze boeken kunnen worden beoordeeld op feitelijke fouten, omissies, overdrijvingen, op gebrek aan samenhang, op stijl, en de feiten kunnen als onafhankelijke feiten geplunderd worden door iemand die met een ander onderwerp bezig is (verg. het raadplegen van een zaakindex; die van mij aan het eind van dit boek geeft al een andere ordening, en wie van verwijzing naar verwijzing loopt kan een ontzaglijk aantal boeken lezen).
Elk onderwerp van onderzoek kan dank zij het principe van het wisselend generalisatieniveau worden beschouwd als niet meer dan een aspect van een algemener en dus groter onderwerp: men behandelt de metriek van Hooft, de liefdespoözie van Hooft, of de Nederlandse alexandrijn, of de zeventiende-eeuwse metriek, of het accentvers, of de zeventiende-eeuwse liefdeslyriek, of het seksuele leven in de zeventiende eeuw of de liefdeslyriek in het algemeen. In dit opzicht is een wetenschappelijke theorie schadelijk; wie meent dat al-