Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 17
(2001)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd3516A. 1638 april 5. Aan Bernhard van Saksen-Weimar.Ga naar voetnoot1Hoochgeboren, doorluchtige furst, Naedat wij gisteren geleden acht daegen in de kercke van Nostre-Dame hadden gesien de solenniteit van een seer groot getal van vaendelen ende cornetten bij uwe furstelijcke Genade in twee bataillen becomen ende aldaer met groote statie ingebracht,Ga naar voetnoot2 soo hebben wij daernae eerst door het geruchte ende daernae door het schrijven van uwe furstelijcke GenadeGa naar voetnoot3 - waervan ick deselve seer dienstelijck bedancke - verstaen de seer verlangde ende hoochgewenschte tijdinge van het veroveren van Rijnfeld;Ga naar voetnoot4 waerover wij allegader Godt almachtigh ende nae deselve uwe furstelijcke Genades ijver ten beste van de gemeene saecke, courage ende wijs beleidt ten hoochste sijn geobligeert danck te seggen, wenschende vorder uwe furstelijcke Genade de continuatie van Godes segen tot herstelling van de saecken van Duitschlant. 't Geruchte van 't ontcomen van Savelli doet mij met alle dienstbaere genegentheit de | |
vrijheit nemen van uwe furstelijcke Genade te bidden dat op de bewaering van den generael Jan de Waert, als sijnde van sulcke importantie als uwe furstelijcke Genade best bekent is, met alle sorgvuldicheit mach werden gelet ende geen acces gegeven, waerdoor practijcquen tot sijne ontcoming souden connen werden aengelegt.Ga naar voetnoot5 Hier sijn quade geruchten van Gartz, doch mijne laetste advysen brengen mede dat des vijants aenslagh op deselve stadt was gefailleert.Ga naar voetnoot6 In Sweden sijn de stenden gescheiden met seer goede resolutie ende preparaten tot een vigoureux oorlogh, ende het tractaet met Vrancrijck sijnde volcomentlijck besloten,Ga naar voetnoot7 werdt nu gearbeit om Engelant mede sooveel doenlijck sal sijn vast te knoopen.Ga naar voetnoot8 Den churfurst PalsgraeffGa naar voetnoot9 hoopt lichting te doen tot sesduisent man. Heeft daertoe gebruickt sijn eigen gelt ende van de coninginne van Behmen ende van eenige vrunden. 't Gelt uit Engelant belooft is noch niet gecomen, waernae Vrancrijck wacht om 't exempel te volgen. Den prins van Orangië heeft alrede d'artillerie gesonden om iet groots, soo het schijnt, bij de hant te nemen, 'twelck dan oock vanwegen Vrancrijck door een leger onder den hertogh de La ForceGa naar voetnoot10 ende een ander onder den marescal de ChastillonGa naar voetnoot11 sal worden gesecondeert. Soo daerbij comen, gelijck men meent, eenige remuementen in Hongaren ende Sevenberge, ende van de Cosacken, die met den coninc van Polen in groote onlust sijn, soo sullen de successen dit jaer groot sijn aen onse zijde ende uwe furstelijcke Genade middel hebben om sijne victorie seer verre te brengen. Desen brief sende ick door mijne oudste soon,Ga naar voetnoot12 denwelcke een tijdt lang de studies hebbende gevolcht lust heeft gecregen tot de wapenen. Ende alsoo ick niet goed en heb gevonden dat hij deselve ergens anders soude oeffenen dan onder het commandement van uwe furstelijcke Genade als die de eere toecomt van sulcx beter te verstaen als eenige furst van onsen tijdt, soo heb ick hem gestelt onder het regiment van den overste Smidsbergen,Ga naar voetnoot13 gedestineert onder meer anderen tot het secours van uwe furstelijcke Genade. Ick bidde‹n› Godt almachtigh, doorluchtige, hoochgeboren furst, dat het sijne geliefte sij uwe furstelijcke Genade lang te bewaeren ende voorspoet te geven tot uitvoering van sijne heroïsche desseings, uwer furstelijcke Genade seer willige dienaer,
| |
Tot Parijs, den 5 April nieuwes stijls 1638.
Naedat ick dit had geschreven, alsoo mijne soon door eenige verhindering wat langer als ick meende is opgehouden geweest, crijgen wij tijding van het verlies van GartzGa naar voetnoot14 ende dat aen den churfurst Palsgraeff noch geen gelt uit Engelant en was gecomen. Sijne churfurstelijcke Genade lichtinge werdt geseit te sullen sijn tot vierduisent te voet, tweeduisent te paerd. | |
De coninginne van Sweden heeft d'heer WolffGa naar voetnoot15 gesonden aen mevrouw de landgravin om haer te courageren ende te raden het bestant nae den uitganck van April niet te prolongeren. | |
Adres: Hoochgeboren, doorluchtige furst Bernhard, hertogh van Saxen, Gulick, Cleef, Bergen, landgraeff van Thuringen, marcgraeff van Misne. |
|