1426A. 1629 september 24. Van W. de Groot.Ga naar voetnoot1
GoliusGa naar voetnoot2 ex oriente trecentos circiter libros bibliothecae publicae sibique advexit, plures empturus si plus pecuniae ad manum fuisset. Indiculum mihi promisit, quem ubi accepero transmittam. Ait ille habere se Avicennae philosophica opera magni pretii,Ga naar voetnoot3 vidisse
etiam Arabice octodecim Aristotelis de Animalibus libros, quorum octo posteriores nobis exciderunt, ex quibus ipse secum attulit 13um, 14um, 15um.Ga naar voetnoot4 Vidisse etiam se multo plures in Aristotelem commentarios quam quorum nomina ad nos pervenerunt. Plurima denique e Graecis versa Arabice extare quae Graece deperdita comploramus. Alcoranum negat in nostris partibus unquam visum nisi qui supposititius fuerit,
| |
In dorso staat in een andere, onbekende hand:Ga naar voetnoot6 Golii bibliotheca m[anu]s[criptorum]. Avicennae ph[ilosoph]ica. Ar[istote]lis de Animalibus 13, 14, 15us. Arabicae versiones ex Graecis deperditis. Alcoranus.
|
-
voetnoot1
- Hs. Den Haag, KB, 72 D 37: 6, copie in een onbekende hand (wellicht die van Pierre Dupuy) van een fragment uit een brief van Willem de Groot. Een adressering ontbreekt. Het handschrift werd aangekocht te Parijs, veiling Charavay april 1916. Antw. op no. 1422; beantw. d. no. 1432 (dl. IV).
-
voetnoot2
- Jacobus Golius (1596-1667), sinds 1625 hoogleraar Arabisch aan de Leidse universiteit als opvolger van Thomas Erpenius, reisde van 1625 tot 1629 in de Oriënt, waar hij een groot aantal handschriften en boeken verzamelde. Zie de brief (en de daaraan toegevoegde annotatie) van Nicolas-Claude Fabri de Peiresc aan Grotius, dd. 20 november 1629 (no. 1447 (dl. IV)). De filosoof en astronoom Pierre Gassendi (1592-1655) gaf een inventaris van de verzameling uit: Catalogus rarorum librorum quos ex Oriente nuper advexit et in publica bibliotheca inclytae Leydensis Academiae deposuit ... Jacobus Golius, Parijs 1630 (exemplaren in Leiden, UB, 988 E 22 en in Parijs, Bibliothèque Nationale, Q 1789 en Q 7220). Vgl. no. 1473 (dl. IV); de brieven van Gassendi aan Golius in Gassendi's Opera Omnia VI, p. 25-26, 28-29, 31-33 en 38-39, en W.M.C. Juynboll, Zeventiendeeeuwsche beoefenaars van het Arabisch in Nederland, p. 128-135.
-
voetnoot3
- Voor deze ‘philosophica opera’ van Avicenna of Ibn Sina († 1037 n. Chr.) komen twee Leidse handschriften van de Kitab al-Sifa of ‘Genezing’ in aanmerking: Leiden, UB, cod. Or. 4 (in fo) en Leiden, UB, cod. Or. 84 (in 4o) (Met dank aan dr. J.J. Witkam, curator van de afd. Oosterse Handschriften van de UB te Leiden). In de ongenummerde catalogus van Golius uit 1630 (supra, n. 2) worden deze handschriften achtereenvolgens genoemd op p. 1 en 4.
-
voetnoot4
- Zie voor dit handschrift (Leiden, UB, cod. Or. 166) no. 1447 (dl. IV), n. 9. De inventaris van Golius (supra, n. 2) vermeldt op p. 12 tevens het boekdeel XII.
-
voetnoot5
- De eerste editie van de Arabische tekst van de Koran (na een volledig in vergetelheid geraakte Venetiaanse uitgave uit 1538) verscheen te Hamburg in 1694 (G.J. Toomer, Eastern wisedome and learning. The study of Arabic in seventeenth-century England, Oxford 1996, p. 20-21, 40, 46 en 90).
-
voetnoot6
- Mogelijkerwijze zijn deze notities van de hand van Peiresc; in de hierboven reeds aangehaalde brief (no. 1447 (dl. IV)) verwijst hij naar een ‘petit mémoire’, afkomstig van Grotius, waarmee het fragment uit de brief van Willem de Groot bedoeld zal zijn.
|