1441A. 1629 november 11. Van P. Weymsius.Ga naar voetnoot1
Alterum, vir amplissime, Responsorum proavunculi meiGa naar voetnoot2 volumen mitto, parem quam anno superiore occasionem nactus.Ga naar voetnoot3 Pergratum tunc fuisse munus litterae tuae ad me scriptae testatae fuerunt.Ga naar voetnoot4 Unde est, quod credam et hoc non minus fore acceptum. Quod si etiam opus hoc probari a te merebitur, quem inter primos eiusmodi rerum aestimatores iure merito habeo, erit id ad famam authoris non exigua accessio et ad edentis studia incitamentum.
De vestris summopere scire aveo, an Annales Belgici, iam dudum promissi, lucem viderint.Ga naar voetnoot5 Meminit postremus Francofurtensis catalogus commentarii de Grollensi obsidione,Ga naar voetnoot6 qui necdum huc pervenit. Neque mirum, exigua enim vel nulla librorum copia
| |
Mechliniae, ipsis MartinalibusGa naar voetnoot8 1629.
|
-
voetnoot1
- Hs. Amsterdam, UB, 34 Dv, eigenh. oorspr. Een adressering ontbreekt. Zie voor de datering infra, n. 8. Pierre Weyms (Weymsius) (vóór 1600-1657), jurist en diplomaat, was de zoon van Etienne Weyms (1553-1633), hoogleraar in de rechten aan de universiteit van Leuven (BNB XXVII, kol. 273-274).
-
voetnoot2
- Met ‘proavunculus’, letterlijk een ‘overgrootmoeders broer’, moet wel gedoeld zijn op Jean Wamesius (1524-1590), die te Leuven hoogleraar in de rechten was; Etienne Weyms was getrouwd met een nicht van Wamesius (BNB XXVII, kol. 83-85 en 273).
-
voetnoot3
- Dit ‘volumen alterum’ is zeer waarschijnlijk het tweede, door Etienne Weyms en zijn zwager Gérard de Courcelles berzorgde deel van Wamesius' Responsorum sive consiliorum ad ius forumque civile pertinentium centuriae, een reeks die in vijf delen het licht zag (Leuven 1625, 1628, 1631, 1632 en Antwerpen 1641). Blijkens deze brief had Grotius in 1628 reeds het eerste deel van Pierre Weyms ontvangen, maar correspondentie hierover ontbreekt. Een brief van P. Weymsius, dd. 6 oktober 1627, die in november 1882 bij de auctie A.G. de Visser door Fred. Muller te Amsterdam werd geveild, is niet teruggevonden (Ter Inleiding (dl. III)).
-
voetnoot5
- Grotius' geschiedwerk, de Annales et Hisioriae de rebus Belgicis, werd pas in 1657 te Amsterdam (Blaeu) uitgegeven (BG no. 741).
-
voetnoot6
- De beschrijving van de inname, in 1627, van Groenlo door Frederik Hendrik, Grollae obsidio cum annexis anni 1627 (BG no. 712), verscheen in 1629, vermoedelijk eerst in een anonieme uitgave, later in het jaar ook onder Grotius' naam. Het werk staat met auteursnaam vermeld in de door Weymsius genoemde Frankfortse boekencatalogus voor de ‘Michaelsmesse’ in 1629: ‘Grollae obsidio cum annexis anni 1627. Hugone Grotio autore, Francofurti apud Lucam Iennis, in fol.’ Zie Catalogus universalis, hoc est: Designatio omnium librorum, qui hisce nundinis autumnalibus Francofurtensibus et Lipsiensibus ab anno 1629 [...] prodierunt, Leipzig 1629, p. B4v, en H.J.M. Nellen, ‘The significance of Grollae obsidio in the development of Grotius' relations with the fatherland’, in: Lias 11 (1984), p. 1-17, vooral p. 17 n. 35 en 36.
-
voetnoot7
- Pierre Weyms was benoemd tot raadsheer (assesseur) en rekestmeester in de Grote Raad van Mechelen. Zijn commissie dateert van 9 augustus 1629; twee dagen later legde hij de ambtseed af (Brussel, ARA, Handschriftenverz. no. 860/3, f. 238v, en vooral Brussel, ARA, Audiëntie, no. 1295, portefeuille met de commissie van Weyms) (Met dank aan Michel Oosterbosch, ARA, Brussel).
-
voetnoot8
- De ‘Martinalia’ waren feestelijkheden die plaatsvonden op 11 november, de naamdag van de H. Martinus (Sint Maarten), bisschop van Tours (4e eeuw).
|